NAVO zet Hongarije klem

De Magyaren van de Vojvodina vormen getalsmatig verreweg de sterkste nationale minderheid van de noordelijke provincie die in totaal zo'n 2 miljoen inwoners herbergt. Vanwege de oorlog op het Merelveld (Kosovo polje) hebben zij hun verlangen naar meer zelfbestuur op cultureel en politiek gebied even opgeschort.

De sterkste politieke kracht van de lokale Magyaarse gemeenschap is de Hongaarse Bond in de Vojvodina (VMSZ). En die poogt vandaag de dag vooral de rekrutering van Magyaren voor het Joegoslavische leger te voorkomen. Dienstplichtigen uit de eigen gelederen zullen niet opnieuw als kanonnenvoer mogen fungeren voor weer een Servische oorlog, zij het nu op eigen staatsbodem, Kosovo.

Tot dusverre sorteert deze campagne van de VMSZ evenwel weinig effect. Een plaatselijke waarnemer noteert: „Steeds weer sterven Magyaarse militairen in Kosovo.”

Woordgevecht
Ondertussen bevindt de Hongaarse regering in Boedapest zich in een zeer lastig parket. Zij moet een balans zien te vinden tussen haar loyaliteitsplicht ten opzichte van de NAVO en haar beschermplicht tegenover de Hongaren in de Vojvodina.

Natuurlijk onderkent het hoofdkwartier van de NAVO in Brussel de precaire positie van de Hongaren in de Vojvodina. Op elk ogenblik kan het meedogenloze regime van de Joegoslavische president, Slobodan Milosevic, hen letterlijk gijzelen.

De spanning waaronder de Magyaren in de Vojvodina dezer dagen leven, ontlaadde zich onlangs in een woordgevecht tussen de Hongaarse minister-president, Orbán, en de burgemeester van de grensplaats Subotica (Szabadka in het Hongaars), Kasza. De laatste riep de eerste ertoe op zijn verbale enthousiasme voor de luchtoorlog van de NAVO tegen Belgrado vooral te matigen. De argumentatie? De Magyaren in de Vojvodina hadden het al moeilijk genoeg in de huidige situatie. Provocaties van de Servische autoriteiten zouden de toestand alleen nog maar verscherpen.

Een zegsman uit Boedapest meldt dat de bijna dagelijkse bombardementen van de NAVO op de Vojvodina de anti-Hongaarse gevoelens aldaar inderdaad doen toenemen. „Tenslotte begint NAVO-land al op een afstand van nauwelijks 80 kilometer ten noorden van Novi Sad, de hoofdstad van de Vojvodina, waar bijna alle bruggen over de Donau door NAVO-bommen zijn verwoest.”

Het omgekeerde is even waar. „In de grenssteden en -dorpen op Hongaars grondgebied zijn de explosies van NAVO-projectielen in de Vojvodina duidelijk hoorbaar. En men weet dat men binnen het bereik van de Servische artillerie ligt.”

Al met al is de geostrategische positie van Hongarije dubbel precair. Het land heeft als enig lid van de NAVO een gemeenschappelijke grens met Joegoslavië. Anderzijds ontbeert Boedapest de prettige rugdekking van een gemeenschappelijke grens met een NAVO-lidstaat. Kort samengevat is deze positie zeer kwetsbaar én geïsoleerd te noemen.