Buitenland13 april 1999

Hongarije laat
transport door

BOEDAPEST – De Hongaarse premier, Viktor Orban, heeft gisteren in een poging een dreigend geschil met Moskou af te wenden een Russisch konvooi met hulpgoederen toestemming gegeven naar Joegoslavië door te reizen.

Het konvooi was zaterdag aan de grens met Oekraïne tegengehouden. Moskou had met harde maatregelen gedreigd als de Hongaarse regering het doorreisverbod niet zou intrekken.

De Russische minister van Buitenlandse Zaken, Igor Ivanov, dreigde gisteren eerder met „de ernstigste gevolgen voor de Russisch-Hongaarse betrekkingen”, als het probleem niet „binnen enkele uren” zou worden opgelost. Een paar uur later maakte Orban bekend dat een compromis was bereikt. Rusland zou vijf pantservoertuigen terughalen zodra hun lading zou zijn overgeladen op andere voertuigen. Ook zou een geschil over brandstof worden opgelost.

Het konvooi van 73 voertuigen arriveerde zaterdag vanuit Oekraïne aan de grensovergang Zahony met hulpgoederen voor Joegoslavië, zoals een veldhospitaal, medicijnen, voedsel, desinfecterende middelen, dekens en brandstof. Hongarije beschouwde de vijf pantservoertuigen als een schending van het wapenembargo tegen Joegoslavië, waarop het konvooi geen toestemming kreeg door te rijden.

De Russen voerden aan dat de pantservoertuigen dienden ter bescherming van de hulpfunctionarissen en dat zij in het verleden tientallen malen de grens waren gepasseerd. Konvooileider Vladimir Basjkirtsev beschuldigde Hongarije ervan het konvooi tegen te houden in opdracht van de NAVO, het bondgenootschap waartoe Boedapest op 12 maart formeel toetrad.