Buitenland | 10 april 1999 |
Vluchtelingenstroom dreigt evenwicht in Macedonië te verstorenEen klein land in het nauwDoor prof. dr. W. Oschlies Dat is juist, maar niet iedereen stemt met deze woorden in. We zijn door de Macedonische politie mishandeld, beweren etnische Albanezen nadat ze bij de grensplaats Blace naar het binnenland van Macedonië zijn overgeplaatst. Macedonië registreert vluchtelingen tergend langzaam, bekritiseerde de UNHCR. Macedonië sluit zijn grenzen en laat de vluchtelingen in het Servisch-Macedonische grensgebied aan hun lot over, klaagden westerse journalisten en OVSE-medewerkers die hun informatie uitsluitend ontvingen van de islamitische hulporganisatie El Hilal en niet hun oor te luisteren legden bij de Macedonische autoriteiten. De Kosovo-vluchtelingen moeten in de buurt van hun land blijven, roept West-Europa. Maar daar vergeet men hoe snel vluchtelingenmassa's de economie, stabiliteit en veiligheid van een klein land als Macedonië ondermijnen. Goed bericht Georgievski vervolgde dat zijn land het ook met de UNHCR aan de stok had. De VN-vluchtelingenorganisatie negeerde lange tijd alle oproepen om tenten en voedingsmiddelen te sturen. Helemaal onbegrijpelijk zijn voor mij de uitspraken van de internationale media dat Macedonië door zijn behandeling van de Kosovo-vluchtelingen laat blijken dat het pro-Servisch is en Milosevic ondersteunt, aldus de Macedonische premier. Begonnen was Georgievski met een voor alle afgevaardigden Macedoniërs, Albanezen, Turken en zigeuners goed bericht: Er is geen probleem met de grenzen van de Republiek Macedonië en met de grote vluchtelingengolf meer. De drie grensovergangen Blace, Tabanovce en Jashince werken normaal, de verschrikkelijke beelden zijn opgelost. Van de 130.000 vluchtelingen heeft de helft onderdak bij familie gevonden, de andere helft bevindt zich in opvangkampen. Vandaar zullen er 20.000 naar Turkije gaan, 15.000 tot 20.000 naar Albanië, 10.000 naar Duitsland en 6000 naar Noorwegen. Daarna bedankte de premier de oppositie dat ze in deze kwestie de regering volledig steunde. Natuurlijk deed ze dat, ook president Gligorov deed het, want Albanezen in Macedonië: dat is een enorm probleem. Loyale staatsburgers Voor buitenlandse economische partners geldt Macedonië momenteel als een land met een verhoogd risico. Daardoor komen er nu bijna geen ruwe grondstoffen meer binnen. Tegelijkertijd is de handel met Servië met 70 procent teruggelopen. En omdat verkeersverbindingen via Servië naar derde landen zijn onderbroken, loopt Macedoniës totale buitenlandse handel gevaar. Buitenlandse firma's zeggen akkoorden met Macedonische bedrijven op. De bedrijven vragen de staat of ze nu hun belastingverplichtingen een aantal maanden mogen uitstellen. De regering heeft echter iedere belastingcent nodig om de werklozen 30 tot 40 procent te steunen, maar ook om de twaalf grote bedrijven die het land telt, in stand te houden en om de vluchtelingen te helpen. Dinsdag telden de Macedonische autoriteiten 69.650 vluchtelingen, terwijl de UNHCR over 120.000 sprak en er nog 70.000 voor de grens wachtten. Het was als een golf die Macedonië overspoelde. 20.000 vluchtelingen willen we opnemen, verklaarde minister-president Ljupcho Georgievski al weken geleden, en daarna sluiten we de grens. De sluiting werd uiteindelijk uitgesteld. Wel liet president Gligorov een deel van de troepen mobiliseren om de vluchtelingen te ordenen, mensen- en wapensmokkelaars aan de grens op te pakken en binnenlandse criminelen op afstand te houden die in het illegale vluchtelingentransport naar het binnenland een lonende business zagen. De 2530 opgeroepen reservisten voldeden hun taak naar behoren. En dat is opvallend. In Servië werden sinds 1991 geen Albanezen meer in het leger en bij de politie geduld. In Macedonië zijn de Albanezen die daar wonen (440.000 of 22,9 procent van de bevolking) gewoon dienstplichtig. En als zij worden opgeroepen, gaan ze. Nog geen 2 procent is dienstweigeraar. Zelfs de Macedoniërs scoren niet zo laag. Kortom, de Albanezen zijn loyale staatsburgers. Albanese radicalen In 1994 stichtten Albanese vluchtelingen uit Pristina in het Macedonische Tetovo (waar Albanezen 75 procent van de bevolking vormen) een Albanese universiteit. Ze vroegen daarvoor geld van de Macedonische regering. Die negeerde de universiteit consequent. Het gevolg is dat de universiteit tot op de dag van vandaag niets voorstelt. Nationale minderheden hebben nergens ter wereld eigen universiteiten. In Macedonië is op de hogescholen voor alle minderheden 10 procent van alle studieplaatsen gereserveerd. Albanezen namen aan alle verkiezingen in Macedonië met eigen partijen deel. In de vroegere sociaal-democratische regering waren ze met vijf ministers vertegenwoordigd. Ook in de huidige centrumrechtse coalitie zijn ze present. Desondanks kan de inter-etnische rust snel worden verstoord. Albanese radicalen hebben hun eisen niet laten varen: grondwetswijziging, federalisering van het land, Albanezen als tweede staatsvolk, Albanese vice-president, het Albanees als tweede staatstaal, tweetalige parlementaire debatten enzovoorts. En daarbij wijzen ze ter rechtvaardiging op de omvang van de eigen volksgroep: Albanezen vormen 40 procent van de bevolking in Macedonië, bijna de helft dus. Dat aantal is sterk overdreven. Volkstellingen in Macedonië werden door de Europese Unie geïnitieerd, gefinancierd en gecontroleerd. Aan de uitkomsten daarvan hoeft dus niet te worden getwijfeld. En die zeggen dat de Albanezen eenvijfde van de bevolking uitmaken, niet meer. Een oncontroleerbare vluchtelingenstroom kan de situatie op zijn kop zetten. Daarom heeft president Gligorov al eind 1997 een corridor voorgesteld waardoor mogelijke Kosovo-vluchtelingen snel via Macedonië naar Albanië kunnen gaan. Dat gebeurde niet. In de zomer van vorig jaar ontwikkelde zich veel eerder een geheime toestroom van Albanezen die de grens over trokken en bij familie en vrienden onderdak vonden. Macedonië wees ze niet af. Goed voorbeeld Dat wilde het land niet. Macedonië is het belangrijkste steunpunt van de NAVO, die met 12.000 militairen aanwezig is. Het heeft het Kosovo-conflict gebruikt om oude conflicten met Bulgarije en Griekenland bij te leggen en het geldt als een oase van vrede en rust, wat zich vertaalt in IMF-kredieten en andere hulp. Dat alles wil het kleine land niet in gevaar brengen. Vorige week was premier Georgievski een paar uur in Bonn om duidelijkheid te verschaffen: Macedonië krijgt humanitaire hulp, wat goed is, maar dat is onvoldoende. Het land heeft de garantie nodig dat alle vluchtelingen weer naar hun land terugkeren zodra dat mogelijk is. En ten slotte eist Macedonië voor al zijn inspanningen compensatie van de kant van de EU en van de VS. Wat nu gebeurt, hebben wij al twee keer eerder meegemaakt en wij hopen verschoond te blijven van een oorlog die wij niet begonnen en niet gevoerd hebben. Intussen lijkt de lucht langzaam op te klaren. De eerste concrete hulp, roemden Macedonische kranten afgelopen donderdag, kwam uit Nederland: minister van Ontwikkelingssamenwerking Herfkens zegde Macedonië 5 miljoen dollar directe hulp toe, plus nog eens 10 miljoen voor humanitaire organisaties. Goed voorbeeld doet goed volgen. NAVO en EU hebben bij elkaar enkele honderden miljoenen toegezegd. Macedonië is daar dankbaar voor en hoopt dat de gelden de geleden schade meer of minder compenseren. Prof. dr. W. Oschlies doceert Oost-Europese geschiedenis aan de Universiteit van Giessen, Duitsland. |