Buitenland9 april 1999

Distributie hulpgoederen komt op gang

Skopje wijst kritiek op
vluchtelingenbeleid af

Van onze buitenlandredactie
SKOPJE – Macedonië verzet zich fel tegen internationale kritiek op zijn chaotische en soms ook hardhandige behandeling van vluchtelingen uit Kosovo. Hulporganisaties en regeringen zijn intussen druk in de weer de distributie voor de ontheemden te regelen. Naar Macedonië en Albanië zijn bijna een half miljoen etnische Albanezen getogen.

De Macedonische autoriteiten dwongen woensdag een massale exodus af van tienduizenden vluchtelingen uit het stuk niemandsland bij de grens met Joegoslavië. Tijdens deze operatie in Blace zouden families uit elkaar zijn gehaald en mensen zouden tegen hun wil op transport zijn gezet naar onder meer Albanië.

Hulpverleners beklaagden zich over tegenwerking en onnodige bureaucratie om de tienduizenden etnische Albanezen te kunnen voorzien van tenten, dekens, voedsel en medicatie. Veel vluchtelingen zelf zeiden gisteren dat Macedonische politieagenten hen zelfs met geweren bedreigden om zo een snelle aftocht via bussen te bewerkstelligen. Macedonië is bevreesd dat een te groot aantal etnische Albanezen in hun land de toch al broze verhoudingen met de Servische inwoners op het spel zet.

Direct na de ontruiming van het provisorische kamp bij Blace, startte de discussie over de precieze nieuwe verblijfplaats van de vluchtelingen. De UNHCR liet gisteren weten ongerust te zijn over het lot van tienduizend mensen. Na hun gedwongen deportatie zou niemand ze meer hebben gezien.

De Macedonische autoriteiten zijn op hun beurt niemand kwijt. Uit hun optelsom blijkt dat het land in totaal 130.000 Kosovaren heeft opgevangen. Hiervan zijn er 64.410 ondergebracht in vluchtelingenkampen en circa 60.000 zijn naar het buitenland verscheept of ondergebracht bij etnische Albanezen in Macedonië.

Negatief imago
Berichten vanuit onder meer Albanië geven weer afwijkende getallen. Bovendien zouden er vluchtelingen van Macedonië naar Albanië zijn vervoerd zonder dat de regering in Tirana daarvan op de hoogte was. Een betrouwbaar beeld van alle vluchtelingen is ook al een probleem, omdat veel Kosovaren nooit in Blace officieel zijn geregistreerd. Skopje heeft toegezegd dat nu beter te zullen regelen.

De Zwitserse president Ruth Dreifuss trok er zich gisteren allemaal niets van aan. Na haar bezoek aan Macedonië nam ze spontaan twintig vluchtelingen uit Kosovo mee terug naar Bern. Het ging om vluchtelingen die reeds familie in Zwitserland hebben.

Intussen probeert ook de NAVO in rap tempo af te komen van het negatieve imago dat ontstond toen bleek dat de alliantie nauwelijks voorbereid was op de grote vluchtelingenstromen. Het jongste initiatief van het bondgenootschap om de vluchtelingen in Albanië beter op te vangen, werd gisteren gepresenteerd onder de naam ”Allied Harbour”.

In totaal achtduizend militairen uit veertien NAVO- en partnerlanden zullen de komende dagen naar het Kosovaarse buurland vertrekken om de opvang beter te regelen. Eind volgende week moet het project volledig op stoom komen met de komst van een mobiel hoofdkwartier.

De soldaten moeten hulp bieden bij het opzetten van nieuwe kampen en het beveiligen van de hulpgoederen. Albanië heeft momenteel een opvangcapaciteit van 76.000 vluchtelingen in elf opvangcentra. In totaal bevinden zich volgens de UNHCR ruim 300.000 vluchtelingen in het land. De meesten zijn echter ondergebracht bij gezinnen en familie of in tijdelijke noodvoorzieningen.

Hulpoproep
Zo'n dertig landen hebben gereageerd op een hulpoproep van de UNHCR en op de belangrijkste luchthaven van Tirana ontstaan files van vliegtuigen met hulpgoederen. Gisteren werden landingsverzoeken ingediend voor vijftien humanitaire vluchten, maar slechts acht toestellen konden aan de grond worden gezet. Vandaag worden opnieuw veertien vluchten verwacht. Als de hulp eenmaal aan de grond staat volgt het probleem van de distributie. Tienduizenden vluchtelingen zitten in kampen bij de grensplaats Kukës, maar de anderen zijn uitgezwermd over heel Albanië.

In de Macedonische plaats Korca zijn 12.000 vluchtelingen aangekomen die dagenlang onder erbarmelijke omstandigheden tussen Joegoslavië en Macedonië hadden vastgezeten. Sommigen hebben onderdak gekregen in particulieren huizen, maar honderden anderen zaten opeengepakt in het plaatselijke sportpark, zonder matrassen of stromend water. De mannen stonden gisteren in de rij om zich te scheren, de vrouwen wasten hun haar met wasmiddel en koud water uit flessen. „We wisten niet waar de Macedoniërs ons heen brachten”, zei de 40-jarige Mustaf Beka. „We werden bang omdat er geruchten gingen dat we zouden worden teruggebracht naar Kosovo.” De rit had ongeveer 10 uur geduurd, zei hij, en verzoeken van de vluchtelingen om te stoppen werden door de Macedonische chauffeurs genegeerd.

Andere vluchtelingen werden naar kampen gebracht die NAVO-militairen hebben opgezet. In Brazda in Macedonië bijvoorbeeld zitten 20.000 tot 25.000 vluchtelingen in tweeduizend tenten die op een oude landingsbaan zijn neergezet. Ook hier zijn de omstandigheden minimaal. Gisteren moesten mensen uren in de rij staan voor een halfje brood.

De NAVO benadrukte dat de coördinatie van de hulpverlening in handen blijft van de VN-organisatie. De alliantie is niet van plan een zelfstandige rol te vervullen bij de opvang. Zodra de omstandigheden enigszins zijn genormaliseerd, wil het bondgenootschap zijn verantwoordelijkheden ook overdragen aan particuliere hulporganisaties.