Buitenland8 april 1999

Communisten eisen diplomatieke oplossing

'Bestand' Milosevic
verdeelt coalitie Italië

Van onze buitenlandredactie
ROME – De Joegoslavische president Slobodan Milosevic is met zijn eenzijdig, niet nageleefd bestand erin geslaagd de verdeeldheid binnen de Italiaanse regeringscoalitie te vergroten.

De leider van de Partij van de Italiaanse Communisten (PDCI), Armando Cossutta, is gisteren vertrokken voor een „diplomatieke rondreis” naar Parijs, Moskou en Belgrado. De PDCI had zaterdag na een marathonvergadering afgezien van haar dreigement uit het kabinet-D'Alema te stappen. Verdere samenwerking werd echter afhankelijk gemaakt van voldoende inspanningen van de premier om tot een diplomatieke oplossing van het conflict te komen.

Aan de andere kant van het politieke spectrum van de coalitie riep oud-president Francesco Cossiga D'Alema ertoe op zijn „ogen te openen” en in te zien dat de inzet van grondtroepen in Joegoslavië noodzakelijk is. Cossiga riep D'Alema ertoe op „de kleding van Churchill” aan te trekken. Cossiga's UDR bracht D'Alema afgelopen najaar aan de macht, nadat de centrumrechtse partij haar steun aan diens voorganger Romano Prodi had geweigerd.

De ex-communist D'Alema ziet ook bij de linkervleugel van zijn eigen Democraten van Links (DS) de steun voor de NAVO-acties afbrokkelen. Terwijl de Amerikaanse president Bill Clinton Milosevic' aanbod dinsdag binnen een halfuur afwees, was D'Alema, na urenlang overleg, een van de laatste belangrijke westerse leiders die zich aansloten bij de officiële NAVO-lijn.

Alle fracties in het Italiaanse parlement hebben D'Alema om een debat gevraagd over de Kosovo-crisis. De oppositiepartijen Partij van Communistische Herstichting (PRC) en Lega Nord zijn gistermiddag weggelopen uit de Kamer van Afgevaardigden en willen niet terugkeren voordat een datum voor een debat is vastgesteld. De regeringsfracties zullen daar naar verwachting niet mee instemmen voor het beraad van de NAVO-ministers van Buitenlandse Zaken in Brussel aanstaande maandag.

Vluchtelingenstroom
Intussen is uit de Joegoslavische deelrepubliek Montenegro de lang gevreesde vluchtelingenstroom op gang gekomen naar het Zuid-Italiaanse Noord-Apulië, waar in Amendola het Nederlands-Belgische luchtmachtdetachement is gelegerd.

In de badplaats Mattinata, zo'n 40 kilometer ten noordoosten van Amendola, arriveerde dinsdag voor het eerst een groep van tientallen Kosovaren die vanuit Montenegro de oversteek over de Adriatische Zee heeft gemaakt.

„De aderlating komt op gang”, kopt de regionale krant Il Quotidiano di Foggia gisteren. De boten van de Fiscale Recherche hebben hun patrouilles versterkt voor de kust van de streek van Amendola.

Opvallend is het grote aantal kinderen onder de vluchtelingen: 26 van de in totaal 48 ontheemden. Onder de kinderen zijn elf baby's. De Kosovaren moesten naar eigen zeggen 2000 mark per volwassene betalen aan de mensensmokkelaars.

Heel Italië is begaan met het lot van de kleine Kosovo-Albanees Artan Vessa, die maar 7 maanden oud is geworden. Zijn ouders hadden de oversteek gewaagd naar Zuid-Apulië. Onderweg merkten de ouders dat hun zoontje niet meer ademde. Zij hadden hem ter bescherming tegen kou en water in een plastic zakje gehuld. Toen zij de mensensmokkelaars vroegen met hun mobiele telefoons hulp te roepen, dreigden deze alle vluchtelingen in zee te gooien.

Vervolgens werd de groep van zeventien Kosovaren uitgezet op een rots voor de kust van Apulië, waar zij uiteindelijk door een boot van de Fiscale Recherche werden ontdekt en gered. Artan werd met spoed naar een ziekenhuis gebracht, maar de hulp mocht niet meer baten.