Buitenland8 april 1999

NAVO voert luchtaanvallen op

Hoofdkwartier
Joegoslavische
leger getroffen

Van onze buitenlandredactie
BELGRADO – De NAVO heeft de luchtaanvallen op Joegoslavische en Servische doelen ook gisteren weer opgevoerd. In het centrum van de hoofdstad Belgrado klonken rond 23.30 uur twee zware explosies, waarna rook opsteeg vanuit het hoofdkwartier van het Joegoslavische leger.

Het hoofdkwartier ligt te midden van flatgebouwen in een dichtbevolkte wijk. Een omwonende verklaarde telefonisch dat een gebouw van het leger nabij het hoofdkwartier was geraakt. De televisiezender Studio B maakte gisteravond ook melding van zes raketinslagen in Cuprija ten zuiden van Belgrado en enkele zware explosies in Pancevo, een industriestad ten noorden van de hoofdstad.

Voor de tweede keer sinds het begin van de luchtoorlog tegen Joegoslavië heeft de NAVO in Belgrado de wijk met regeringsgebouwen aangevallen. In de nacht van woensdag op donderdag werd een gebouw in brand geschoten dat vroeger door het leger en nu door Justitie wordt gebruikt.

Vanmorgen half acht gaf het luchtalarm in Belgrado het sein veilig. Ook andere steden waren het doelwit van luchtacties van de NAVO. Het ging onder meer om Pancevo, 30 kilometer ten noordoosten van Belgrado, en Novi Sad, de hoofdstad van de provincie Vojvodina, die al diverse keren is bestookt. Opnieuw werden enkele opslagtanks met brandstof aan flarden geschoten. Dat gebeurde bij Sombor, ongeveer 200 kilometer ten noordwesten van Belgrado, en Kraljevo.

In Belgrado verzamelden zich gisteravond ongeveer 3000 mensen op de Brankovbrug over de rivier de Sava, waar de autoriteiten een concert hadden georganiseerd om een menselijk schild tegen eventuele NAVO-aanvallen te vormen. Verscheidene prominente figuren van de neocommunistische partij van de vrouw van president Slobodan Milosevic woonden het concert bij, dat rechtstreeks werd uitgezonden op de televisie.

Ook in Novi Sad in het noorden kwamen burgers samen om de enig overgebleven brug in de stad over de Donau te beschermen. Twee andere bruggen werden door de NAVO kapotgeschoten. Eerder op de dag vlogen NAVO-toestellen tot diep in Joegoslavië en troffen tientallen militaire doelen en wat werden genoemd „veldtroepen in en rond Kosovo” met „chirurgische precisie.” NAVO-woordvoerder luchtmachtcommodore David Wilby zei dat alle toestellen veilig waren teruggekeerd.

Wilby zei ook dat de NAVO „een eerste belangrijke slag” had toegebracht aan „strijdkrachten te velde.” Hij verklaarde dat in Kosovo verscheidene eenheden waren gelokaliseerd en aangevallen. Bij één zo'n aanval zouden geallieerde toestellen een colonne van zeven tot twaalf voertuigen hebben geraakt.

In Londen zei luchtmaarschalk Sir John Day dat de luchtaanvallen steeds intensiever worden. Hij verklaarde verder dat tien Harrier-straaljagers aanvallen hadden uitgevoerd op vier groepen van Servische militaire doelen in Kosovo, waaronder tanks en konvooien, die waren bestookt met clusterbommen. De Britse minister van Buitenlandse Zaken, Robin Cook, zei dat in de loop van 15 dagen ongeveer 190 aanvallen waren uitgevoerd, waarvan 80 in de afgelopen 4 dagen.

Neergestort
In kringen van het Amerikaanse ministerie van Defensie werd vernomen dat een onbemand verkenningsvliegtuigje tijdens een missie in Kosovo is neergestort. Het tweemotorige toestel, een Hunter, is voorzien van een videocamera en een zender. Het is kleiner en minder geavanceerd dan de Predator, het andere onbemande verkenningsvliegtuigje dat de Amerikanen boven Joegoslavië inzetten.

De Hunter, met een waarde tussen de 300.000 en 350.000 dollar, werd volgens een zegsman vermoedelijk neergeschoten. Van de Hunter werden maar acht complete systemen gebouwd voordat het Pentagon in 1996 een streep zette onder het miljardenproject, ten gunste van de Predator en andere spionagevliegtuigen. Een compleet systeem kostte inclusief acht onbemande vliegtuigen, grondstations en ontwikkeling ongeveer 30 miljoen dollar.

Tijdens de luchtacties van de NAVO is nog maar één ander toestel verloren gegaan, een F-117A stealth jachtbommenwerper, die op 27 maart in de omgeving van Belgrado neerstortte. De piloot kon worden gered. Hoewel het officieel niet wordt bevestigd, zeggen defensiefunctionarissen dat de F-117 door de Servische luchtafweer werd neergehaald.

Grondtroepen
De Amerikaanse minister van Defensie Cohen liet gisteren op het NAVO-hoofdkwartier in Brussel weten dat de NAVO haar luchtaanvallen meer gaat richten op de Joegoslavische grondtroepen in Kosovo. Dergelijke gerichte aanvallen zijn mogelijk nu het weer op de Balkan aanzienlijk is opgeklaard. Zo namen NAVO-toestellen gisteren voor het eerst een Joegoslavische tankkolonne onder vuur die bezig zou zijn met het verdrijven van etnische Albanezen. „Wij gaan ons nu ook richten op de individuele eenheden. De luchtacties worden de komende dagen en weken verder opgevoerd”, verklaarde Cohen, die sprak over een „agressievere” luchtcampagne.

Het bestandsvoorstel van de Joegoslavische president Milosevic is voor de NAVO geen reden om de vliegtuigen aan de grond te houden. „Het is nu niet het moment om een rustpauze in te lassen”, vindt Cohen. De Amerikaanse minister benadrukte nogmaals dat het sturen van NAVO-grondtroepen niet aan de orde is. Volgens hem heeft zo'n inzet weinig zin in een „onverdraagzame omgeving.”

Eisenpakket
Een dag na Milosevic' aanbod maakte het bondgenootschap in ferme taal duidelijk dat het niet zal wijken. Belgrado kreeg nogmaals de vijf eisen voorgeschoteld waaraan Joegoslavië moet voldoen voor beëindiging van de luchtaanvallen. Terugtrekking van alle troepen, garanties voor een veilige terugkeer van de honderdduizenden vluchtelingen en de stationering van een NAVO-macht in Kosovo zijn de belangrijkste eisen van het pakket.

NAVO-diplomaten in Brussel ontkennen met kracht dat het bondgenootschap „haarscheurtjes” vertoont, zoals Moskou gisteren veronderstelde. Dat met name Italië en Griekenland zich kritisch uitlaten over de luchtaanvallen, is vooral bestemd voor binnenlands-politieke consumptie, aldus een van hen.