Buitenland7 april 1999

Ook militaire mogelijkheden van Washington zijn beperkt

Een onderbemand vliegdekschip

Van onze correspondent
NEW YORK – Enkele maanden geleden begon het nieuwe Amerikaanse vliegdekschip ”Harry S. Truman” zijn eerste oefenvaarten. Het ministerie van Defensie betaalde niet minder dan 4,5 miljard dollar (9 miljard gulden) voor dit supertechnologische vaartuig, dat is voorzien van de allermodernste snufjes op het gebied van communicatie, navigatie en wapentechnieken.

Maar zelfs zulke moderne schepen moeten bemand worden en dat blijkt een probleem voor de Amerikaanse marine. Met 448 manschappen aan boord is de Harry S. Truman onderbemand. Het schip komt een kwart van de vereiste 600 manschappen tekort. „Dat betekent dat minder mensen hetzelfde werk moeten doen, dus is de stress groter”, erkent commandant John Otterbein.

De situatie is niet dramatisch want de Truman behoort voorlopig tot de strijdmacht die tot taak heeft de Verenigde Staten te verdedigen. Een nieuwe missie is mogelijk want Washington stuurt het vliegdekschip Kitty Hawk van de Koreaanse wateren naar het Midden-Oosten omdat de Theodore Roosevelt daarvandaan op weg is naar de Adriatische Zee in verband met de NAVO-operaties tegen Servië.

Dienstplicht
Amerika heeft al jaren een beroepsleger en het blijkt de laatste tijd niet eenvoudig om dat leger op sterkte te houden nu de hoogconjunctuur zoveel werkgelegenheid creëert. De limiet voor de Amerikaanse strijdmacht ligt bij 480.000 manschappen. Maar dat aantal haalt het Pentagon bij lange na niet. Niet alleen de marine heeft problemen om nieuwe mensen te rekruteren. Dat geldt ook voor de landmacht en voor de luchtmacht. Die voorziet zelfs een tekort van 2000 piloten tegen het jaar 2002 als de huidige leegloop doorzet.

Alleen de mariniers slagen erin om hun rangen aan te vullen met gekwalificeerde mensen. Het vinden van goed opgeleid personeel voor de andere legeronderdelen blijkt zo moeilijk dat men onlangs zelfs besloot om genoegen te nemen met lagere kwalificaties. „Het leger is er niet van overtuigd dat schooldiploma's het enige criterium zijn om de geschiktheid van kandidaten te beoordelen”, aldus een Pentagon-memorandum dat enkele weken geleden werd gepubliceerd in de Washington Times. „Dat is een gevaarlijke ontwikkeling, zeker in een tijd waarin steeds meer hightechwapens worden gebruikt”, zo meent Michael O'Hanlon van het Brookings Instituut in Washington.

Het gaat overigens niet alleen om schooldiploma's in een tijd van hoogconjunctuur. Het gaat ook om het feit dat het militaire beroep weinig jongeren aanspreekt. Dat blijkt uit de antwoorden die rekruteringsofficieren krijgen wanneer zij jongeren aanspreken op middelbare scholen en universiteiten. Een van hen kreeg onlangs te horen: „Het leger? Ah, ja, mijn grootvader heeft nog in het leger gezeten.”

Grootvader nog wel, maar vader niet meer. Nog geen 6 procent van alle Amerikaanse mannen onder de 65 jaar heeft dienst gedaan in het leger. In het Congres in Washington (waar veel grootvaders te vinden zijn…) is het aantal ”veteranen” gedaald tot eenderde. De militairen zijn in de afgelopen 10 jaar dus een belangrijke actieve en passieve lobby kwijtgeraakt. Nu heeft het Congres begin vorige maand wel besloten om alle militaire salarissen met 4,5 procent te verhogen, maar in de burgermaatschappij stijgen de lonen veel sneller.

De rangen aanvullen met vrouwen helpt ook al niet want die blijken sneller genoeg te hebben van de militaire machocultuur dan hun mannelijke collega's. Sommige politici proberen voorzichtig de dienstplicht weer ter sprake te brengen. Maar dat is aan de vooravond van een belangrijk verkiezingsjaar bijna hetzelfde als politieke zelfmoord.

Technische knelpunten
Het Pentagon wordt niet alleen geconfronteerd met personele problemen, maar ook met technische knelpunten. Gepensioneerd luchtmachtgeneraal Tom McInerney, die nu adviseur is van het Centrum voor Strategische en Internationale Studies (CSIS) in Washington, meent dat er de afgelopen jaren na de ineenstorting van het Sovjetimperium te snel en te drastisch is gekort op de militaire uitgaven. „Kijk maar eens naar onze gevechtsvliegtuigen; een aantal daarvan wordt momenteel gekanibaliseerd om de andere toestellen vliegende te houden”, aldus McInerney.

Gekanibaliseerd? „Ja. Wat ik bedoel is dat het Pentagon tegenwoordig wel vliegtuigen bestelt, maar onvoldoende reserveonderdelen. Nu veel vliegtuigen boven Irak en nu ook bij de NAVO-operaties tegen Servië voortdurend in actie zijn, voelt men dat tekort heel sterk. En de enige oplossing is om dan enkele van die toestellen te gebruiken als reservoir voor reserveonderdelen, zoals dat indertijd gebeurde bij de Sovjetluchtmacht”, aldus McInerney.

Verder raken marine en luchtmacht door hun kruisraketten heen. Nieuwe worden niet aangemaakt, dus men kan alleen nucleaire kruisraketten ombouwen. Daarvoor is ten minste 164 miljoen dollar nodig en dat geld komt alleen beschikbaar als het Congres akkoord gaat. Dat kan even duren want de parlementariërs zijn nog steeds met paasreces.

Twee fronten
In een taakstudie van het Pentagon over de Amerikaanse militaire rol in de moderne tijd kwam het ministerie 2 jaar geleden tot de conclusie dat Amerika in staat moet zijn om ten minste in twee oorlogen tegelijk te vechten. „Wat wij nu zien is dat de beperkte operatie rond Kosovo al leidt tot een beperking van de activiteiten boven Irak; wij zijn dus niet eens in staat om twee beperkte conflicten militair uit te vechten, laat staan twee oorlogen”, aldus O'Hanlon.

Hij wijst erop dat de Amerikaanse controle van het vliegverbod boven Noord-Irak momenteel volledig is stopgezet. De controlevluchten boven Zuid-Irak zijn drastisch beperkt. De druk op de militaire capaciteit wordt nog verhoogd door de humanitaire hulpoperaties waarbij NAVO-troepen worden ingeschakeld. Er is desalniettemin sprake van het sturen van grondtroepen als de huidige luchtoperaties tegen de Serviërs niet het gewenste resultaat opleveren. Kunnen de Verenigde Staten wel voldoende grondtroepen leveren? „Amerika heeft enkele elite-eenheden in Duitsland; die zullen het speerpunt van zo'n inzet vormen. Wat daarachteraan komt is van beduidend minder kwaliteit. Dat zal consequenties hebben voor het verloop van zo'n operatie, om over de zwakke logistiek nog maar niet te praten”, aldus militair analist John Hillen van het CSIS.