„Video bevestigt
barbarij Serviërs”

KUKES – Op de videobeelden die de naar Albanië gevluchte Kosovaar Melaim Bellanica zegt te hebben opgenomen in zijn dorp Velike Krusa, zijn de lijken te zien van enkele tientallen Kosovaarse mannen in burgerkleding. De meeste slachtoffers lijken met een nekschot te zijn omgebracht.

Sommige lichamen zijn verbrand. De videobeelden tonen volgens Bellanica aan dat de Serviërs in Kosovo dood en verderf zaaien onder onschuldige burgers.

Bellanica zegt dat de Servische paramilitaire politie vlak na het begin van de NAVO-bombardementen op Joegoslavië zijn dorp binnentrok en de bewoners voor de keuze stelde: wegwezen uit Kosovo of gedood worden. „De meeste dorpelingen namen de benen toen het dorp werd omsingeld en degenen die bleven werden doodgeschoten. Ze geloofden gewoon niet dat de politie hen echt zou doodschieten.”

Bellanica heeft naast de videoband ook een lijst bij zich waarop hij de namen heeft opgeschreven van 26 mededorpelingen die door de Servische politie zijn geëxecuteerd.

Bellanica zegt het bloedbad in zijn dorp overleefd te hebben doordat hij zich 5 dagen lang in de kelder van zijn huis heeft verstopt en pas tevoorschijn kwam nadat de Serviërs afgelopen donderdag weer verdwenen waren. Zijn vrouw en drie kinderen had hij eerder al naar Albanië gestuurd; zelf was hij achtergebleven om zijn eigendommen te beschermen. Toen hem duidelijk werd dat dat niet veel zin had, was hij, samen met een neef van hem, in de kelder van zijn huis gekropen. Hij zegt dat ze eerst de Servische politie tekeer hoorden gaan. Daarna zouden Servische burgers in Velike Krusa hebben huisgehouden, plunderend en brandschattend.

Samen met zijn neef vertrok Bellanica donderdag op een tractor richting de Albanese grens. Hij zegt maar zes van de slachtoffers in zijn dorp te hebben kunnen begraven, omdat de Servische politie plotseling weer terugkwam.

„Ik heb dit allemaal gedaan omdat zelfs als de hele bevolking wordt uitgemoord er altijd wel een overlevende is. En die overlevende kan de film laten zien en tonen wat het Servische volk de Albanezen heeft aangedaan. Daarom heb ik het gedaan.”