Leider Kosovaren staat onder zware druk
Rugova spreekt met Russische ambassadeurBELGRADO De Servische staatstelevisie heeft gisteren beelden uitgezonden van een ontmoeting tussen de etnisch Albanese leider Ibrahim Rugova en Nikola Sainovic, vice-premier van Joegoslavië en naaste medewerker van de Joegoslavische president Slobodan Milosevic. Gezegd werd dat de twee hadden beloofd te werken aan de terugkeer van de honderdduizenden etnische Albanezen die uit Kosovo zijn gevlucht. Ook hadden zij gesproken over mogelijke politieke oplossingen voor de Kosovo-crisis, aldus de staatstelevisie, die de twee in beeld bracht, zittend op een bank in het huis van Rugova in de Kosovaarse hoofdstad Pristina. Eerder gisteren toonde de televisie beelden van een ontmoeting tussen Rugova en de Russische ambassadeur in Joegoslavië, Joery Kotov. Rugova riep gisteren op tot het einde van de NAVO-bombardementen. Hij eiste voorts dat de Servische autoriteiten hem laten reizen. Rugova wil zijn zwaarbewaakte woning in Pristina en Kosovo uit om voor een politieke oplossing te werken. Rugova sprak met journalisten in zijn woning in Pristina. De bombardementen moeten stoppen en er moet een vorm van internationale bewaking komen van de toestand in Kosovo. Ik ben hier zonder mijn volk, en zonder mijn medewerkers, zei Rugova. Hij wil daarom snel weg en allereerst naar Macedonië. Hij bevestigde dat hij de Russische ambassadeur in Joegoslavië, Joery Kotov, gisteren had ontvangen. Servische media meldden dat eerder op de dag, maar aan de juistheid van hun berichten werd getwijfeld. Rugova zou volgens die media ook met de Joegoslavische vice-premier Nikola Sainovic willen samenwerken voor een politieke oplossing voor het conflict in Kosovo. Sympathisanten van Rugova's Democratische Liga voor Kosovo (LDK) hebben gisteren in Duitsland gezegd dat Rugova wordt gegijzeld door de Servische autoriteiten. Hij staat onder grote druk en mag geen contact hebben met partijgenoten. Zij meenden dat de meldingen over Rugova's initiatieven daarom vals waren. Wij hebben vernomen (van een van de NAVO-bondgenoten die in contact staat met de etnisch Albanese leider) dat zijn huis voortdurend bezet wordt gehouden door Servische veiligheidstroepen en dat hij zich verscheidene malen per dag moet melden bij de plaatselijke politie, aldus NAVO-woordvoerder Jamie Shea zondag. De woordvoerder wilde niet zeggen welk NAVO-land de contacten met Rugova en diens naaste medewerkers onderhoudt. Vorige week donderdag zond de Servische televisie beelden uit van een onderhoud tussen Rugova en Milosevic. Shea zei daar zondag over dat de NAVO over bewijzen beschikte dat deze beelden mogelijk ruim twee jaar oud zijn. Shea zei zondag ook dat de NAVO ervanuit gaat dat Rugova door de Serviërs onder huisarrest is geplaatst. In de donderdag uitgezonden televisiebeelden werd Rugova getoond terwijl hij opriep tot beeindiging van de NAVO-aanvallen op Joegoslavië. Shea zei dat de betreffende beelden vermoedelijk ruim twee jaar oud zijn en dateren van de tijd dat Rugova en Milosevic hun handtekening zetten onder een akkoord dat voorzag in onderwijs in het Albanees op de scholen in Kosovo. Rugova deed toen een oproep tot beeindiging van het geweld in Kosovo. Met die oproep moet, zo verklaarde Shea, 'gedokterd' zijn ten behoeve van de uitzending van donderdag. Gisteren wilde Shea slechts kwijt dat pas echte duidelijkheid over deze ontmoetingen zal ontstaan als de Kosovo-crisis eenmaal achter de rug is en waagde hij zich niet meer aan commentaar op wat door de Servische televisie was getoond. Ik denk dat we zullen moeten wachten tot het einde van dit conflict in Kosovo om alle feiten over Rugova boven tafel te krijgen en daarom is het beter dat ik nu geen oordeel uitspreek, aldus Shea. Dronken Zes vooraanstaande Kosovo-Albanezen, onder wie de eerder doodgewaande krantenredacteur Baton Haxhui, zijn gisteren in Duitsland opgedoken en hebben daar verhaald over de terreur en de massadeportaties die van de Kosovaarse hoofdstad Pristina een spookstad hebben gemaakt. De zichtbaar vermoeide mannen werden gisteren door het Duitse leger van de Macedonische hoofdstad Skopje naar Bonn overgevlogen. Na 7 dagen was Pristina leeg, zegt Migjen Kelmendi, een populaire zanger en schrijver. De enigen die over zijn, zijn dronken Servische politiemannen. De zes zeggen dat de Serviërs twaalf dagen geleden begonnen met de systematische deportaties van Albanezen, dezelfde dag dat de NAVO met haar luchtaanvallen begon. Servische politiemannen en militairen plunderden Albanese winkels, namen bezittingen van Albanezen in beslag en lieten hun eigen gezinnen of andere familieleden hun intrek nemen in appartementen die door de Albanezen waren verlaten. De NAVO heeft dit niet in gang gezet, zegt Blerim Shala, uitgever van het weekblad Zeri. Shala noemt de deportaties een bijbelse tragedie. Hij heeft weinig hoop op een spoedige ommekeer van de situatie. De Albanezen zullen niet teruggaan zolang de Servische politie daar nog is en zolang de NAVO daar nog niet is, zegt hij. Onder het zestal bevond zich ook Baton Haxhui, over wie westerse bronnen vorige week hadden gemeld dat hij was geexecuteerd. Haxhui, hoofdredacteur van de grootste Albaneestalige krant van Kosovo, Koha Ditore, zegt dat hij ondergedoken zat. De politie hield hem tegen toen hij twaalf dagen geleden zijn kantoor wilde binnengaan. De agenten namen het geld af dat hij bij zich had en gaven hem te verstaan dat hij moest maken dat hij weg kwam. Haxhui zegt dat hijzelf en anderen wisten te overleven door steeds een andere schuilplek te zoeken en van huis naar huis te trekken. Hij ontsnapte door met een groep mensen mee te rijden naar de Macedonische grens in een 28 kilometer lang konvooi van auto's en andere voertuigen, georganiseerd door de Servische autoriteiten. De Serviërs verzamelden duizenden etnische Albanezen en dwongen hen midden in de nacht in treinen te stappen die hen naar Macedonische grens brachten, zeiden de zes. Kelmendi behoorde tot de 30.000 mensen die op een middag op een plein in het centrum bijeen werden gedreven. De middag en de avond verstreken zonder dat de mensen op het plein wisten wat er met hen zou gebeuren. Om EEn uur 's nachts werd de menigte echter naar het station gedreven. Daar kregen de Albanezen het bevel aan boord van een trein te stappen. In de verwarring en de duisternis werden gezinnen gescheiden en braken ruzies uit. Zwaarbewapende Servische politiemannen schoten af en toe in de lucht. Na uren zonder water, voedsel en frisse lucht in de langzaam rijdende, overbeladen trein te hebben gereisd, kwamen Kelmendi en de andere gedeporteerden aan bij de grens. Ook op de persconferentie in Bonn aanwezig zijn: Shkelzen Maliqi, een intellectueel die voor Zeri schreef en die een afdeling van de George Soros Foundation in Kosovo leidde; Bukurije Gjobalaj, een tolk op het vredesoverleg in Rambouillet en Gjeraqina Tuhina, een verslaggever van Radio Free Europe. De mannen worden later maandag weer teruggevlogen naar Skopje. Geen van hen zegt wat hun verdere plannen zijn. Vrede is alleen mogelijk door NAVO-aanwezigheid, zegt Shala. Het is niet langer mogelijk dat Albanezen en Serviërs samenleven. |