Buitenland6 april 1999

Ex-Sovjetrepublieken zwijgen

Primakov roept
op tot stopzetten
luchtaanvallen

MOSKOU – De Russische premier Jevgeny Primakov heeft gisteren nogmaals opgeroepen tot beëindiging van de inmiddels scherp opgevoerde NAVO-luchtaanvallen op Joegoslavië. Rusland heeft maar één oorlogsbodem naar de Middellandse Zee gedirigeerd om vandaar de NAVO-operatie tegen Joegoslavië in de gaten te houden, hoewel het van de Turkse autoriteiten toestemming heeft om nog zes schepen door de Bosporus koers te laten zetten naar de Middellandse Zee, heeft woordvoerder Igor Dygalo van de Russische marine gisteren gezegd.

„Ik wil nogmaals zeggen dat de barbaarse NAVO-bombardementen een tragische vergissing zijn”, zei Primakov tegen het persbureau Itar-Tass. „Ze destabiliseren niet alleen de situatie in Kosovo, maar leiden ook tot het tegengestelde resultaat van wat wordt beoogd in de regio, in de Balkan, en in Europa als geheel.”

Rusland heeft zich fel gekeerd tegen de NAVO-campagne tegen Joegoslavië. Ook heeft het, nadat de luchtaanvallen waren begonnen, gepoogd de Joegoslavische president Slobodan Milosevic alsnog te bewegen tot acceptatie van althans het politieke deel van het akkoord van Rambouillet. Het land kreeg daarbij echter nul op zijn rekest. De jongste poging van Moskou om de crisis tussen Joegoslavië en de NAVO een halt toe te roepen betreft het voorstel van president Boris Jeltsin om een vergadering van de G-7 (met Rusland G-8) aan de kwestie te wijden. Tot dusverre hebben alleen Frankrijk en Italië hun steun aan dit voorstel uitgesproken.

Russische persbureaus meldden dat de etnisch Albanese leider Ibrahim Rugova naar Rusland zal komen, maar het ministerie van Buitenlandse Zaken sprak dit tegen.

De Georgische president Edoeard Sjevardnadze zei dat de meeste ex-Sovjetrepublieken niet bereid zijn de NAVO-campagne tegen Joegoslavië te veroordelen. Vrijdag waren vertegenwoordigers van twaalf van de vroegere Sovjetrepublieken op verzoek van Jeltsin in Moskou bijeen om over de Kosovo-crisis te praten, maar na afloop werd geen gezamenlijke verklaring uitgebracht. Volgens Sjevardnadze bleef die verklaring uit omdat „ieder land (...) zijn eigen standpunt over het onderwerp” heeft.

Marinewoordvoerder Dygalo zei dat Rusland een verkenningsschip, de Liman, naar de Middellandse Zee heeft gedirigeerd en dat de zes andere schepen die van NAVO-lidstaat Turkije toestemming hebben de Bosporus door te varen, nog steeds stand-by liggen in de Zwarte-Zeehaven Sebastopol. De NAVO heeft te kennen gegeven dat zij niet zit te wachten op een Russisch vlooteskader in de Middellandse Zee, hoewel Jeltsin nadrukkelijk heeft verklaard niet uit te zijn op een militaire confrontatie met het bondgenootschap.

Ondertussen liet een Russische groepering, het Patriottisch Volksfront, weten dat zij inmiddels ruim achthonderd vrijwilligers heeft geregistreerd die staan te popelen om met de Joegoslaven mee te vechten.

Hulp
Het Russische ministerie van Noodsituaties maakte bekend dat deze week humanitaire hulp zal worden gestuurd naar Joegoslavië en naar de buurlanden. Minister Sergej Sjojgoe zei dat de hulp bedoeld is voor iedereen die haar nodig heeft, maar het is duidelijk dat ten minste een deel van het voedsel, de medicijnen en de kleding bestemd is voor Serviërs. Een konvooi van 120 vrachtwagens zal vandaag met ongeveer 900 ton goederen afreizen. De eerste bestemming is Belgrado, maar ook Montenegro staat op het Russische programma. Volgens Sjojgoe vertegenwoordigt de hulp een waarde van ongeveer een miljoen dollar en bestaat zij voornamelijk uit goederen van Russische makelij.

De communist Gennady Seleznjov, voorzitter van de Staatsdoema, is van plan vandaag met een delegatie naar Belgrado af te reizen om te praten met Milosevic, meldde het persbureau Interfax, zonder verdere details te onthullen.