Buurlanden Balkan bezorgd over acties in Kosovo
Angstig fluitende kinderen in het bosDoor Wolf Oschliess BONN Boris Frlec, in het verleden de Sloveense ambassadeur in Bonn en nu minister van Buitenlandse Zaken in Slovenië, zegt het scherp. De NAVO-actie is een antwoord op de gewelddaden die voortkomen uit de nationalistische politiek van het regime in Belgrado. Dat repressieve beleid heeft de afgelopen 10 jaar in het voormalig Joegoslavië tot 400.000 doden en 300.000 vluchtelingen geleid. Andere politici drukken zich in dergelijke bewoordingen uit. En het klopt. Maar het is niet volledig. Dat moet men na de bomtapijten op Servië inzien: het regime in Belgrado heeft zijn nationalistische politiek niet versoepeld. Er zijn nieuwe doden, nieuwe vluchtelingen, nieuwe gevaren van een escalatie van het conflict en van een spill over op naburige gebieden. Wat betekent eigenlijk naburig met betrekking tot dit conflict? Geografische buurlanden van Kosovo zijn Montenegro, Albanië en Macedonië. Etnisch liggen door hun Albanese minderheden Griekenland en Italië dichtbij. Daar leven immers grote groepen Albanezen. Regionale buurstaten zijn alle balkanlanden. Militaire buurlanden zijn alle NAVO-lidstaten. En gezien de komende vluchtelingenstroom kan men heel Europa als buurland van Kosovo beschouwen. Wie momenteel de reacties uit Zuidoost-Europa op de NAVO-acties beluistert, krijgt de indruk naar het gefluit van een groep angstige kinderen in het donkere bos te luisteren: niemand voelt zich direct bedreigd, allemaal hebben ze een leger en zijn ze lid van het Partnerschap voor Vrede of direct NAVO-lid, verschillende landen hebben NAVO-troepen gestationeerd. Kortom, geen enkel land kan iets overkomen. En toch hebben ze allemaal een beetje angst voor deze onberekenbare Milosevic, die de nu vallende bommen als gevolg van 10 jaar repressie in Kosovo koelbloedig incalculeerde en (nog) niet onder de indruk is van de militaire alliantie. Zal hij op een dag wraakacties tegen buurlanden beginnen? Hongarije Concreet: het Hongaarse Boedapest ligt hemelsbreed 600 kilometer van Pristina. Maar het nieuwe NAVO-lid deelt wel een 174 kilometer lange grens met Servië. Tot dusver was dat een groene grens. Er was nauwelijks een scheiding. Maar sinds midden vorige week wordt ze streng bewaakt, onder andere door duizend soldaten die daarnaartoe werden gestuurd. Bij regeringsgebouwen en buitenlandse ambassades, vooral die van de NAVO-lidstaten, zijn extra veiligheidsmaatregelen getroffen. Dat geldt ook voor de luchthaven Taszar, die de SFOR-troepen in Bosnië gebruiken, en voor vijf andere vliegvelden waarvan de NAVO indien nodig gebruik mag maken. Is dat voldoende? Hongarije heeft geen conflict met de republiek Joegoslavië, zegt minister van Buitenlandse Zaken Martonyj, en onze grenzen blijven open. Ook voor vluchtelingen? Uit voorzorg werden in vier Zuid-Hongaarse steden opvangcentra en in twee steden vluchtelingenkampen ingericht. Om de Hongaren moed in te spreken kwam hoofdonderhandelaar Richard Holbrooke naar Boedapest. Hij wist de parlementaire commissie voor buitenlandse zaken in een besloten zitting uit de eerste hand te vertellen: De bombardementen gaan door zolang het nodig is. Slovenië Ook Slovenië schermt met veiligheidsmaatregelen, samenwerking met de NAVO plus persoonlijke garanties van westerse politici. Het land ligt op 700 kilometer van de brandhaard Kosovo. Bij een vraagonderzoek zei begin deze week 56,7 procent van de bevolking achter de NAVO-actie in Kosovo te staan, was 23,9 procent tegen en had 19,4 procent geen mening. De Sloveense regering stelde diverse keren de burgers gerust dat het land geen gevaar liep. Toch nam de regering maatregelen: verscherpte grensbewaking, Joegoslavische staatsburgers krijgen geen visum en extra bewaking van hoogspanningsleidingen en de kerncentrale Krsko. Alsof dat niet genoeg was, stelde de regering in Ljubljana ook een deel van het luchtruim ter beschikking aan de NAVO. Voor zo veel samenwerking werd de republiek aan de zuidkant van de Alpen beloond: NAVO-secretaris-generaal Solana en de Amerikaanse president Clinton verzekerden schriftelijk dat Slovenië tijdens de actie als bondgenoot zal worden beschouwd. Kroatië Dat wil Sloveniës zuidelijke buurstaat, de republiek Kroatië, ook graag. Maar het door ex-Tito-generaal Franjo Tudjman autoritair geleide land is in het Westen steeds minder geliefd. De NAVO-actie in Kosovo is ook een les voor Kroatië, dat met het Joegoslavië-tribunaal in Den Haag en andere internationale instellingen problemen heeft, zei Tudjmans meest uitgesproken politieke tegenstander, de liberaal Vlado Gotovac. Wie mensenrechten schendt, wordt vroeg of laat gestraft. Dat de NAVO Joegoslavië zou aanvallen, deelde president Clinton in een formele brief mee. Over de hartenwens van Kroatië, opname van het land in het Partnerschap voor Vrede, werd met geen woord gerept. Milosevic' generaals dreigden Kroatië met vergelding als het land zijn luchtruim ter beschikking aan de NAVO zou stellen. Die woorden deerden Kroatië niet. Zagreb laat NAVO-vliegtuigen boven het grondgebied vliegen. Tudjman herinnerde in het parlement eraan dat Milosevic met zijn misdadige agressie in Kroatië is begonnen. Minister-president Mate Granic mocht de afgevaardigden de economische schadepost voor Kroatië voorrekenen. Het in het verleden geliefde vakantieland hoopte dat de toeristen dit jaar massaal zouden terugkeren. En zeker met de Pasen werd op een groot bezoekersaantal gerekend. Maar dat gebeurt niet. Bijna alle toeristen blijven weg uit angst voor het Kosovo-conflict. En als er met het toerisme niets wordt verdiend, krijgt de schamele economie van Kroatië een flinke klap. Roemenië Beter ging het in Roemenië, dat de laatste 2 jaar moeite doet zich te bewijzen als stabiliteitsfactor op de Balkan en zo zijn internationale waarde wil verhogen. Premier Radu Vasile bood direct na het begin van de NAVO-aanval zijn rol als bemiddelaar aan, als daardoor sneller een oplossing voor Kosovo kon worden gevonden. Dat betekent voor Boekarest op 450 kilometer van Pristina niet dat het zich afzijdig houdt van de NAVO-acties. Integendeel, minister van Transport Traian Basescu zei: Op nadrukkelijk verzoek van de NAVO worden de bij de grens gelegen vliegvelden van Timisoara, Arad en Caransebes gesloten. Zo wordt langs de grens een veiligheidsluchtruim van 60 kilometer gevormd. Ook in het wegverkeer kwam Boekarest de NAVO tegemoet en zorgde in het grensgebied voor verschillende omleidingen. Dat allemaal in de hoop er op een dag beter van te worden. Montenegro Slecht eraan toe is het kleine, trotse Montenegro, dat samen met Servië de federale republiek Joegoslavië vormt. Zijn jonge president, Milo Djukanovic, beschuldigde vorige week op de televisie zijn gezworen vijand Milosevic ervan een zinloze confrontatiepolitiek met de hele wereld te voeren. Milosevic begaf zich in een heilloos avontuur dat niet alleen tot onschuldige slachtoffers zou leiden, maar ook het bestaan van de staat in gevaar bracht. Djukanovic is wel degelijk een persoonlijk en politiek alternatief voor Milosevic, maar Montenegro is ook belangrijk voor het Joegoslavische leger. In Ulcinje Bar, Hercegnovi, Podgorica en Danilovgrad hebben de Joegoslavische strijdkrachten vliegvelden, raketstellingen en radarstations. Bovendien is het 11e Joegoslavische leger in Montenegro gestationeerd. Zoals vice-premier Dragisa Burzam op de radio meedeelde, wierpen NAVO-vliegtuigen bommen op vier van deze doelen en ze waren allemaal raak. In de hoofdstad Podgorica, het vroegere Titograd, had men dit verwacht. Allerlei voorzorgsmaatregelen waren besproken: een neutraliteitsverklaring, afscheiding van Servië, blokkade van het Joegoslavische leger enz. Daar kwam allemaal niets van terecht. Het deed de NAVO blijkbaar pijn dit land te moeten bombarderen. Als pleister op de wond verklaarde de woordvoerder van het Witte Huis, James Rubin: Wij waarschuwen Milosevic dat iedere poging om de democratische regering van Montenegro ten val te brengen, zal leiden tot een reactie van de NAVO. Albanië Macedonië en Albanië werden tot dusver niet door bommen getroffen. Daarvoor in de plaats werden ze door vluchtelingen uit Kosovo overstroomd. Albanië heeft er duizenden opgenomen. In ieder geval veel meer dan het sinds 1997 praktisch uiteengevallen land kan verwerken: er is geen infrastructuur meer, het noorden van Albanië wordt door de regering in Tirana niet meer naar behoren bestuurd, gangsters voeren er de boventoon en als internationale organisaties hulpgoederen sturen, weten ze niet of die aankomen en of ze hun vrachtwagens ooit nog terug zullen zien. Albanië hoopt dat er snel een oplossing in Kosovo wordt gevonden, het liefst met NAVO-grondtroepen die definitief de Joegoslavische troepen uitschakelen. Macedonië Macedonië was tot dusver eveneens het doel van duizenden vluchtelingen. Het wil niemand meer opnemen als er 20.000 in het land zijn. Dat lijkt onmenselijk, maar komt ook voor uit zelfbehoud: in Macedonië leven 420.000 Albanezen, dat is 23 procent van de totale bevolking. Zij wonen bij elkaar in het westen, direct aan de grens met Kosovo. In de hoofdstad Skopje is men bang dat een massale toestroom van Albanezen de etnische balans zal verstoren en voor onrust zal zorgen. Toch werkt de crisis rond Kosovo ook positief uit voor Macedonië: oude conflicten zijn erdoor opgelost. Bijna 10 jaar streed Skopje met de Bulgaren om de erkenning van de Macedonische natie en haar taal. Eind februari werd het probleem onder de groeiende druk van het Kosovo-conflict met een declaratie begraven. Ook een andere conflict is verdwenen. Tien jaar lang vocht Griekenland tegen de naam Macedonië. Athene vreesde dat Skopje aanspraak wilde maken op de gelijknamige Noord-Griekse provincie. In Skopje heeft men onder andere de grondwet veranderd om het de Grieken naar de zin te maken. Het hielp allemaal niets. Pas de gemeenschappelijke angst voor een uitbreiding van het conflict brengt de landen dichter bij elkaar. De strijd om de naamgeving lieten ze voor wat die was. En nu willen beide landen zelfs een 220 kilometer lange oliepijpleiding aanleggen, die olie uit de haven van Thessaloniki naar Skopje moet brengen. Kortgeleden nog stelde Griekenland eenzijdig een embargo in tegen het kleine Macedonië. Nu echter hebben hardliners in Athene gemerkt hoe belangrijk een goede buur in het noorden is, als elders in de omgeving bommen vallen en mensen worden verdreven. |