NAVO valt hoofdkwartier
Serviërs aan

Deze speciale troepen zijn een belangrijke ondersteuning van de Joegoslavische militairen en paramilitaire eenheden in Kosovo, zo lichtte de woordvoerder van het Pentagon, Kenneth Bacon, toe.

Gevechtsvliegtuigen van de NAVO hebben bij de bombardementen in Joegoslavië vliegvelden en kazernes, alsmede de hoofdkwartieren van de luchtmacht en de militaire politie getroffen. Dit heeft luchtmachtgeneraal Wilby gisteren in het NAVO-hoofdkwartier in Brussel bekendgemaakt.

Volgens Wilby hebben NAVO-vliegtuigen en raketten, ondanks de ongunstige weersomstandigheden, een uitgebreid scala aan doelen getroffen. Hij noemde met name een heliport en opslagplaats voor voertuigen bij Novi Sad, een militair vliegveld bij Nis in het zuiden van Servië, een politiekazerne bij Kula en een legerkazerne in de hoofdstad van Kosovo, Pristina.

Bij de bombardementen zijn verder ongeveer dertig vliegtuigen geraakt. Die toestellen zijn daarbij vernietigd of ernstig beschadigd, aldus Wilby.

Burgerslachtoffers
Intussen heeft NAVO-opperbevelhebber generaal Wesley Clark gisteren bevestigd dat de alliantie hem toestemming heeft gegeven meer doelen in Joegoslavië te bombarderen. „Ik heb uitgebreidere bevoegdheden”, zei Clark tegen de Amerikaanse televisiezender ABC op de vraag of de NAVO ook gebouwen in Belgrado mag aanvallen.

Clark weigerde in te gaan op de vraag welke doelen hij zou mogen aanvallen. Wel zei hij dat de NAVO-vliegtuigen nog steeds voorzichtig te werk zullen gaan om burgerslachtoffers te vermijden. „Maar er zijn geen garanties in zaken als dit. De piloten lopen risico en de mensen op de grond lopen risico.”

Hij verwees daarbij naar de gebeurtenissen in Kosovo. „Men moet ook kijken naar de tragedie die zich afspeelt op de grond in Kosovo om deze kwestie van 'bijkomstige schade' (burgerslachtoffers) in perspectief te plaatsen.”

De Britse minister van Defensie Robertson zei in Londen dat de NAVO haar bombardementen gaat uitbreiden naar Servische tanks en troepenconcentraties. „Wij weten dat Milosevic ze heeft verspreid. Wij weten waar hij ze heeft verborgen.”

Dinsdag meldde de Amerikaanse krant Washington Post dat de NAVO heeft besloten de bombardementen uit te breiden tot het centrum van Belgrado om zo de Joegoslavische president directer te confronteren met de gevolgen van zijn beleid. Ook in Kosovo zijn nieuwe doelwitten geselecteerd.

Geen grondtroepen
Onze correspondent in de VS bericht dat, naarmate het steeds duidelijker wordt dat president Milosevic niet van plan is te zwichten onder de druk van de NAVO-luchtoperaties, de roep om grondtroepen te sturen steeds luider wordt. Ook in Washington. Maar president Clinton verklaarde gisteren tegenover Dan Rather van CBS-News dat hij „grote reserves” heeft om grondtroepen naar Kosovo te sturen „omdat je in zo'n vijandig klimaat als in Kosovo wel troepen kunt sturen maar dat je daarna nooit weet wanneer die troepen ooit weer kunnen vertrekken.” De president voelt overigens weinig voor de oproep van de paus voor een tijdelijk staakt-het-vuren met Pasen. „Dat geeft Milosevic maar extra tijd om nog meer burgers te verjagen en te vermoorden”, aldus Clinton. In het weekblad Time wordt het Amerikaanse Balkanbeleid overigens scherp onder vuur genomen. In het laatste nummer vraagt Charles Krauthammer zich af waarom de Verenigde Staten zich nu zo druk maken over de etnische zuivering in Kosovo, terwijl Washington 4 jaar geleden geen woord van protest liet horen toen 150.000 Serviërs op ten minste even beestachtige manier uit Kroatië werden verjaagd.

In Macedonië worden drie Amerikaanse militairen vermist. De drie maakten deel uit van de NAVO-vredesmacht in Macedonië. Het verkenningsteam voerde patrouilles uit aan de grens met Joegoslavië. Een functionaris van het Amerikaanse ministerie van Defensie heeft gezegd dat de NAVO-troepen en de Macedonische politie op zoek zijn naar het driekoppige team, dat sinds gistermiddag wordt vermist. Vlak voordat het contact met de drie militairen werd verbroken, hadden zij gemeld dat zij waren omsingeld en beschoten. Zij bevonden zich op dat moment in de buurt van de plaats Kumanovo, vlak bij de grens tussen Macedonië en de Joegoslavische provincie Kosovo. Er werd onmiddellijk een reddingsoperatie ingesteld, waarbij gebruik werd gemaakt van grond- en helikopterteams, aldus Amerikaanse functionarissen.