Families spontaan bereid Kosovaren in huis op te nemen
Albanië laat zich van zijn goede kant zienDoor drs. B. Belder SARANDA Als Nederlander glip je niet zomaar de Albanese grens over. Een hele commissie rekent gezamenlijk het visumbedrag uit. Dat gebeurt in het vooronder van de veerboot die ons van het Griekse eiland Corfu naar de zuidelijke havenstad Saranda loodste. Weer in het bezit van ons paspoort en 74 dollar lichter voor twee personen stappen we aan land. André van Grol, de plaatselijke projectleider van de stichting Kom Over En Help (KOEH), wacht ons op de kade op. Onophoudelijk gaat zijn zaktelefoon. De stroom Kosovaarse vluchtelingen richting Albanië vergt evengoed zijn inzet. De dramatische ontwikkelingen op het Merelveld (Kosovo polje) hebben Van Grol ietwat overvallen. Pas sinds vorige week vrijdag tekende zich duidelijk de gewelddadige verdrijving van tienduizenden Albanezen uit Zuid-Servië naar de volksgenoten in het westen af. Eerst leek deze vluchtelingenstroom zich vooral naar Macedonië en Montenegro te bewegen. Dat veranderde dus volledig. Het lijkt erop dat de Serviërs de Kosovaren zo snel mogelijk naar Albanië willen afschuiven. Volgens onze informatie worden deze mensen met bussen naar de grens vervoerd, Daarbij scheiden de Serviërs vrouwen en kinderen van mannen. Wat er met de laatsten gebeurt, blijft vooralsnog onbekend. Beroofd van alle bezittingen moeten de vrouwen en kinderen ten slotte de grens over lopen. Langzamerhand komt hier de hulpverlening steeds meer op gang. Hoe reageert eigenlijk de Albanese bevolking? In het zuiden nemen de mensen een nogal afwachtende houding aan. In eerste instantie is het toch een beetje ver van hun bed. Op zo'n 350 tot 400 kilometer. Een tweede punt is de kloof tussen noord en zuid in Albanië. Overigens wil ik op dit verschil beslist niet te veel nadruk leggen, want momenteel heeft het er veel van weg dat de Albanezen behoorlijk de handen ineenslaan. Desalniettemin is dat onderscheid tussen noord en zuid wel voelbaar. De noorderlingen zijn veel sterker betrokken bij het Kosovo-vraagstuk dan de zuiderlingen. Brandweer van Tirana De Albanese president Mejdani maande regering (socialisten) en oppositie (Democratische Partij van ex-president Berisha) tot het tijdelijk begraven van de politieke strijdbijl. Het drama-Kosovo vraagt immers om een nationaal antwoord. Hoe zit dat met die solidariteit? Die manifesteert zich zeker, stelt de Nederlandse ontwikkelingswerker. Een niet-onaanzienlijk aantal families heeft zich reeds bereid verklaard vluchtelingen uit Kosovo op te nemen. Onder andere in Tirana, maar eveneens hier in Saranda. Ik heb zelf met zulke mensen gesproken. Vanmorgen nog met eentje. Kanttekening van Van Grol: Tot op heden hebben plusminus 65.000 Kosovaren het vege lijf in Albanië gered. Naar alle waarschijnlijkheid zal hun opvang de regering in Tirana sowieso voor enorme problemen stellen. Dat vrijwillig onderdak verlenen aan de ontheemde Kosovaren doet in elk geval bijzonder weldadig aan. De doorsnee Albanees heeft het daarenboven allesbehalve breed. Dat klopt helemaal! Het weinige wat ze hebben, wensen ze derhalve te delen met de vluchtelingen. De Albanezen laten, kortom, de hulpverlening absoluut niet louter over aan welvarende Westen. Zij staan klaar om daaraan daadwerkelijk bij te dragen. Zeer zeker! Oké, op kleine schaal, maar die spontane bereidheid is er tenminste. Daarnaast hebben trouwens ook zakenlui financiële middelen ter beschikking gesteld. Een ander concreet voorbeeld is de brandweer van de hoofdstad Tirana. Dat hoorde ik maandagavond. Zij schonk de vluchtelingen uit eigen zak 200.000 lek. Let wel, dat is in Amerikaanse valuta omgerekend maar eventjes circa 1500 dollar... Dat bedrag wordt ingehouden van salarissen en nú al uitgegeven aan voedselhulp. Bij dit mooie gebaar kan het rijke Nederland in feite niet achterblijven. Zonder meer een stimulans voor welgestelde westerlingen de beurs te trekken. Zonder buitenlandse hulp is een adequate aanpak van het Kosovaarse vluchtelingenprobleem gewoon niet doenlijk, onderstreept Van Grol. Kijk, wanneer per uur al bij één heel kleine grenspost, bij Kukës, 4000 vluchtelingen Albanië binnenkomen, is dat een aantal dat haast niemand aankan. Evenmin een groot tentenkampement van het Amerikaanse leger. Zes bussen Externe assistentie bij de verzorging van een schare Kosovaren zocht en vond het gemeentebestuur van Saranda bij het team van onze gastheer. Directe aanleiding tot dit verzoek om acute noodhulp vormde een fax van het crisiscentrum van de regering: Of het stadje van om en nabij de 30.000 inwoners maar zes bussen naar het noorden wilde sturen voor het ophalen van een contingent vluchtelingen. Een te zware last, vonden de plaatselijke gezagsdragers. En zo kwamen zij bij Van Grol en de zijnen terecht. We hebben vervolgens overleg gepleegd met de burgemeester over de invulling van onze hulpverlening. Welnu, in onze depots bevindt zich een groot aantal bedden. Die stellen wij ter beschikking, Hetzelfde geldt voor kleding. Afhankelijk van onze financiële mogelijkheden hopen we ook voedsel te verstrekken. Inmiddels heeft de gemeente Saranda een speciale commissie voor de vluchtelingenzorg ingesteld. Zij nodigde mij uit daarin zitting te nemen. Geen geringe belasting, die vloed van vluchtelingen voor een land dat de afgelopen jaren door zulke diepe politieke en economische crises ging. Albanië mag naar het schijnt niet op rust komen. Het is inderdaad heel zwaar. Sinds 1997 is het land er economisch stellig niet op vooruitgegaan. Toegegeven, na 1997 ontstond een zekere stabiliteit. Het politieapparaat ontbeert anderzijds nog altijd de kracht van voor die tijd. De verklaring is simpel: een grote mate van corruptie. In Saranda bijvoorbeeld zijn diverse maffiagroeperingen actief. Zo lang zij zich maar rustig houden, dat wil zeggen zich beperken tot drugs- en wapensmokkel, hebben ze van de politie niets te vrezen. Dilemma Deze zomer zal Van Grol met vrouw en kinderen terugkeren naar het vaderland. Na een vijfjarig verblijf in Albanië. Ongetwijfeld een turbulente periode. Denk aan de algemene maatschappelijke en politieke chaos na de ineenstorting van de frauduleuze piramidefondsen. Zie zo'n nationale ineenzinking boven op het trauma van een buitengemeen hardvochtige en paranoïde communistische dictatuur van decennia eens te boven te komen. En nu treft een nieuwe slag het armlastige balkanland: de massale komst van beroofde, berooide Kosovaren. Een laatste crisissituatie op de valreep van het vertrek van de Albanië-pionier. Kijkt hij soms terug op 'tropenjaren'? Het waren heel zware jaren. Juist in deze eindfase houdt het zelfstandig maken van de lokale Stichting Lydia ons druk bezig. Daar zijn we ook behoorlijk ver mee. In deze laatste maanden zouden wij ons daar voornamelijk op concentreren. Maar nu het Kosovaarse vluchtelingenprobleem deze catastrofale omving aanneemt, voelen wij ons moreel verplicht hier iets aan te doen. Ik kan en mag verschrikkelijk lijden in het noorden en straks in het zuiden niet negeren. We hebben de mogelijkheden, logistiek en in personeel, daadwerkelijk hulp te bieden en wie weet de financiën. De noodzakelijke afronding van het werk en de vluchtelingen plaatsen ons dus voor een dilemma. De keus van Van Grol laat zich raden. Wij rijden naar het centrum van Saranda. Zes bussen staan gereed voor vertrek naar het noorden. Een spandoek met de tekst Kosova geeft het reisdoel aan. Links en rechts schudden passanten onze landgenoot de hand. Is hij Albanees met de Albanezen geworden? Ja absoluut! Hier ligt mijn hart. Hier liggen 5 mooie jaren. We hebben op deze plaats fijn mogen werken. De Heere heeft ons willen zegenen. Zeker, mooie en moeilijke momenten wisselden elkaar af. Je hebt zo veel meegemaakt. Ik zal natuurlijk nooit echt Albanees worden. Aan de andere kant staan wij heel dicht bij hen. Mijn vrouw en ik spreken hun taal. De kinderen spelen in de buurt. Wij zijn hier helemaal opgenomen, inclusief de buurpraatjes en schaakpartijtjes 's avonds. Groot is Van Grols vreugde over de recente groei van de kerkelijke gemeente. En daar steekt geen baatzucht (hulp bij het opzetten van een eigen bedrijfje) achter. Die mensen komen puur voor het Woord. Prachtig! Wij rijden Saranda uit. Op weg naar het noorden, op weg naar de stromen vluchtelingen. Een kleine demonstratie kruist ons pad. Tientallen gymnasiasten marcheren vrolijk naar het stadscentrum. Zij staan achter Kosovo, achter de nieuwkomers... |