Buitenland31 maart 1999

Parlement vastberaden ondanks zorgen over NAVO-acties

Kamer orkestreert eensgezindheid

Door B. J. Spruyt
DEN HAAG – De Tweede Kamer is bezorgd en heeft zo haar twijfels over de acties van de NAVO in het voormalig Joegoslavië, maar beseft dat het er nu meer dan ooit op aankomt eensgezindheid te tonen en de ingeslagen weg te vervolgen. Alleen GroenLinks dreigde even uit de boot van eendracht te vallen, maar werd snel weer aan boord getrokken, op twee fractieleden na.

D66-leider Th. de Graaf had aan de vooravond van het debat nog de publiciteit gezocht met een pleidooi voor een verklaring die premier Kok in de Kamer voor het volk zou afleggen. Zover kwam het gistermiddag niet. Bijtijds zag De Graaf in dat zo'n verklaring of een interpellatiedebat zou kunnen suggereren dat er onenigheid bestaat tussen het kabinet en de coalitiepartner. Dat mag onder normale omstandigheden best, maar niet in crisistijd. En zo werden de fracties het aan het begin van de middag eens over een gewoon, kort debat tussen de fractieleiders enerzijds en premier Kok en de ministers De Grave (Defensie) en Van Aartsen (Buitenlandse Zaken) anderzijds.

Daarbij bleek dat alle fracties, met uitzondering van de Socialistische Partij, het beleid van het kabinet nog altijd steunen, net als vorige week. Bij GroenLinks was het debat 's morgens echter voorafgegaan door geëmotioneerd overleg, wat ertoe had geleid dat twee leden van de fractie –Karimi en Van Gent– waren afgehaakt. Fractieleider Rosenmöller kwam dat zelf verklaren en schaamde zich er niks voor. „In deze discussie staan zwart en wit niet tegenover elkaar. Er is ruimte voor discussie en eigen afwegingen.”

Die ruimte eiste hij nadrukkelijk voor zijn hele fractie op, toen hij het kabinet aanzegde dat GroenLinks het beleid niet langer zou steunen wanneer niet aan twee voorwaarden zou worden voldaan. Ten eerste wilde GroenLinks dat de acties tegen de Servische grondtroepen in Kosovo „geïntensiveerd” zouden worden. Bovendien moest er worden nagedacht over de mogelijkheid om de al aanwezige NAVO-grondtroepen in Macedonië in te zetten als „bruggenhoofd bij de evacuatie van vluchtelingen uit Kosovo.”

Vluchten
Over het eerste punt bestond al snel overeenstemming. Iedereen was doordrongen van de „humanitaire ramp” die zich in Kosovo aan het voltrekken is en wilde daarom dat de NAVO de luchtacties tegen het militaire materieel van Milosevic' grondtroepen in Kosovo zou intensiveren.

En ook op het tweede punt kon De Grave uitkomst geven. Hij verzekerde dat de 12.000 NAVO-militairen (onder wie ruim 200 Nederlanders) „als signaal naar Milosevic” in Macedonië waren gebleven, ook al was hun eigenlijke taak (de evacuatie van OVSE-waarnemers) inmiddels achterhaald. Hij voegde daaraan toe dat „de politieke wil zeker aanwezig is” om deze soldaten ook in te zetten ter verdediging van Macedonië tegen Servische agressie en als bruggenhoofd om vluchtelingen met helikopters te evacueren. „Maar dat moet militair wel kunnen, want heli's zijn kwetsbaar.”

De GroenLinks-fractie –althans negen van de elf leden– was zo weer in het kamp van de consensus getrokken. Maar dat betekende niet dat er binnen de andere fracties geen zorgen en twijfels leefden. Die werden ook geuit, openlijk of meer bedekt. Het meest uitgesproken was Van Middelkoop (RPF/GPV) en hij vertolkte waarschijnlijk de gevoelens van de meeste aanwezigen toen hij zei: „Ik zal niet de enige zijn die diep in zichzelf de aandrang voelt te vluchten voor de afschuwelijke werkelijkheid van dit moment. Die de twijfels naar boven voelt komen.”

Bitter
Twijfel was er vooral omdat de acties van de NAVO, die toch ook de beëindiging van de Servische agressie tegenover etnische Albanzen in Kosovo ten doel hadden, slechts het averechtse effect lijken te hebben. Maar ook daarover bereikten de woordvoerders snel overeenstemming: de etnische zuivering was niet door de acties veroorzaakt, Milosevic voerde slechts de plannen uit die hij maanden eerder al had beraamd.

Maar de beeldvorming was wel heel negatief en bedreigend voor het draagvlak. Dat ze daar zo weinig aan konden doen, stemde de kamerleden bitter: „Reken maar dat het ons zou worden verweten als we passief hadden toegekeken bij het geweld in Kosovo. En nu wordt hier en daar de indruk gewekt dat het geweld door ons is uitgelokt. Dat is echt de omgekeerde wereld,” vond VVD-kamerlid Blaauw vlak voor het debat.

Krachtdadig was ook de eensgezinde houding tegenover Milosevic zelf. Toen het debat werd gevoerd, was er nog niets bekend over het resultaat van de missie van Primakov, maar allen waren het erover eens dat met halve en vage toezeggingen geen genoegen kon worden genomen. „We laten ons niet weer in de luren leggen”, zei premier Kok. En Van Aartsen zei 's avonds, toen de Duitse bondskanselier Schröder de uitkomst van de gesprekken inmiddels bekend had gemaakt: „Het is onvoldoende. We moeten niet naïef zijn en de fouten maken waarvan we spoedig spijt zullen krijgen.”

Capitulatie
En dan was er nog het probleem van de vluchtelingen. Iedereen vond dat opvang door de UNHCR in de regio voorop moest staan. „Opvang elders kan het beeld oproepen dat wij de zaak van de vluchtelingen nu al als een verloren zaak beschouwen. Dat zou een capitulatie voor de etnische schoonmaak betekenen”, zei Van Middelkoop. Nederland steunt de UNHCR financieel en is bereid om samen met de andere EU-lidstaten een evenredig deel van de ontheemden op te vangen. Pas op dit punt bleek enige verdeeldheid. VVD'er Dijkstal vond dat vluchtelingen die zich hier melden, moeten worden teruggestuurd als de opvang in Albanië en Macedonië „goed geregeld” is. Kok kapte de discussie af en verwees deze door naar het overleg dat de Kamer vandaag met staatssecretaris Cohen van Justitie voert.