Aanwijzingen voor deportaties sterkerAlbanezen uit Pristina weggejaagdVan onze buitenlandredactie NEW YORK Er komen steeds meer aanwijzingen dat de Serviërs een etnische zuivering doorvoeren in de provincie Kosovo. Ongeveer een half miljoen Kosovaren is inmiddels voor het geweld van de Serviërs in hun provincie op de vlucht geslagen. Dat is meer dan een kwart van de totale bevolking van de provincie. De mensenrechtenorganisatie Human Rights Watch meldde op gezag van ooggetuigen dat Servische veiligheidstroepen Albanezen uit Pristina verdrijven. Mensen zouden er met de bus vanuit het stadscentrum worden weggehaald. Dit bericht wordt ondersteund door meldingen van de Democratische Liga van Kosova LDK, de gematigde beweging van Kosovaarse Albanezen onder leiding van Ibrahim Rugova. Pristina heeft een bevolking van 200.000 mensen, het merendeel van hen is etnisch Albanees. De Amerikaanse organisatie baseert zich op verslagen van twee ooggetuigen, een uit de wijk Dragovan en een uit Kosovopolje, nabij Pristina. Bovendien ontving de organisatie een melding dat mensen per bus vanuit het stadscentrum worden weggehaald. De bewering van Human Rights Watch wordt ondersteund door berichten van de Democratische Liga van Kosova LDK. Volgens vice-voorzitter Naim Jerliu worden al sinds maandagavond de etnische Albanezen in de stad bijeengedreven. Mannen en vrouwen zouden hierbij van elkaar worden gescheiden. De LDK zegt van de Servische autoriteiten te hebben vernomen dat zij binnenkort in bussen naar de grenzen met Macedonië en Albanië worden gebracht. Als zij niet meewerken worden zij gedood, aldus de LDK. Secretaris-generaal van de Verenigde Naties Kofi Annan heeft gisteren gezegd woedend te zijn over de berichten dat Servische eenheden Kosovo zuiveren van zijn etnisch-Albanese meerderheid. Annan sprak meldingen te hebben gehoord van een gewelddadige en systematische campagne van etnische zuivering. In het scherpst geformuleerde commentaar dat hij tot nu toe gaf over de crisis in Kosovo drong Annan er bij de buurlanden van Joegoslavië op aan de grenzen open te houden zodat degenen die op de vlucht zijn voor het Servische offensief elders een dak en veiligheid kunnen vinden. Bovendien deed hij een beroep op de rest van de wereld om financiële, materiële en logistieke steun te bieden aan Albanië, Macedonië en Montenegro, om hen te helpen bij de opvang van de naar schatting 100.000 ontheemden die daar de afgelopen dagen hun heil hebben gezocht. Annan stelde dat de burgerbevolking ook in Kosovo de prijs betaalt voor een onopgelost politiek probleem. De secretaris-generaal wees erop dat het VN-Hoge Commissariaat voor de Vluchtelingen coördinatie biedt bij de pogingen de vluchtelingen te bereiken. Annan benadrukte dat een uiteindelijke politieke oplossing van het conflict de burgers de mogelijkheid moet bieden veilig en waardig naar hun huizen terug te keren. Annan kan weinig meer doen dan zijn persoonlijke woede tonen omdat de politieke besluitvorming elders plaatsvindt, zei VN-woordvoerder Fred Eckhard desgevraagd. Eckhard benadrukte dat Annan geen plannen heeft om naar Belgrado te gaan. Hashim Thaci, een van de leiders van het Bevrijdingsleger van Kosova (UCK), heeft gisteravond in een telefonisch interview met de Duitse televisiezender ZDF verklaard dat de Serviërs drie concentratiekampen hebben opgericht in Kosovo. Zo zouden in het voetbalstadion van Pristina 100.000 inwoners van de Kosovaarse hoofdstad zijn samengedreven door leden van de Servische strijdkrachten. In een ander kamp zouden 20.000 etnische Albanezen zijn ondergebracht, en in een oude school nog eens zo'n 5000, aldus de UCK-leider. Het Joegoslavische leger meldde gisteren militaire rechtbanken in het leven te hebben geroepen, bedoeld om misdaden te bestraffen die de slagvaardigheid van de Joegoslavische strijdmacht negatief beïnvloeden. Daaronder vallen onder meer het ontwijken van de dienstplicht, het niet opvolgen van bevelen en desertie, zo meldde de generale staf van de strijdkrachten, die aankondigde strenge straffen te zullen opleggen aan overtreders. In Albanië zijn sinds de luchtaanvallen begonnen zo'n 60.000 vluchtelingen aangekomen. Omdat het straatarme land de vluchtelingen niet kan verzorgen zet het UNHCR vanuit Kopenhagen een luchtbrug op de Albanese hoofdstad Tirana op om hulpgoederen aan te voeren, maakte woordvoerder Kris Janowski bekend. Omdat er geen hulpverleners meer in Kosovo zijn kunnen we deze mensen pas helpen als ze eruit komen, zei Janowski. Volgens hem hebben ongeveer 550.000 vluchtelingen een kwart van de oorspronkelijke bevolking Kosovo verlaten. Ook als de vluchtelingen blijven toestromen zullen het UNHCR en de andere hulporganisaties, zij het met grote moeite, in staat zijn voor hen te zorgen, zei Janowski, omdat zij de ramp lang van tevoren hebben zien aankomen en maatregelen hebben kunnen treffen. Macedonië liet weten de grens te hebben bereikt van het aantal vluchtelingen dat het zelf aankan en hulp van omringende landen en de Europese Unie nodig te hebben als er nog meer komen. Duizenden andere vluchtelingen stromen in westelijke richting Montenegro binnen. Een Montenegrijnse functionaris zei dat alleen al de afgelopen 3 dagen 25.000 nieuwe vluchtelingen in Montenegro zijn geregistreerd. De humanitaire situatie is verontrustend, zei Djordje Scepanovic, de vluchtelingencommissaris van de pro-westerse Montenegrijnse regering. Scepanovic zei dat het totaal aantal vluchtelingen in de Joegoslavische deelrepubliek nu 70.000 bedraagt. Montenegro heeft de VN-vluchtelingenorganisatie UNHCR in Genève om humanitaire hulp gevraagd. De Montenegrijnse regering heeft gezegd dat ze de grenzen van de republiek, die samen met Servië de Joegoslavische Federatie vormt, open zal houden voor de mensen die door de Serviërs uit Kosovo worden verdreven. In de Noord-Albanese plaats Kukes verzamelden zich maandag tientallen vluchtelingen bij het stadhuis, waar een functionaris de namen oplas van kinderen, ouderen, mannen en vrouwen die op zoek waren naar familieleden van wie zij tijdens de gevaarlijke vlucht uit Kosovo gescheiden waren geraakt. Kukes ligt 25 kilometer van de grens met Kosovo en is de eerste plaats die de vluchtelingen in Noord-Albanië aandoen. Maar de stad heeft nauwelijks voorzieningen voor de eigen 20.000 inwoners. Voordat in Kosovo de vlam in de pan sloeg voerde de stad handel met Prizren, de tweede stad van Kosovo. Die belangrijkste bron van inkomsten droogde op toen Joegoslavie vorig jaar de grens sloot. Zo'n 5000 vluchtelingen zijn door particulieren in Kukes opgenomen en nog eens 5000 zijn ondergebracht in leegstaande pakhuizen, waar ze van het Rode Kruis biscuitjes en water krijgen. De overgrote meerderheid moet zichzelf zien te redden. 's Nachts slapen ze in portieken en op trottoirs en overdag lopen ze doelloos rond. Van registratie van de vluchtelingen komt niets terecht. Een Albanese politieagent bij de grens had het wel geprobeerd, zei hij, maar omdat ze in drommen de grens over kwamen was er geen beginnen aan. Wie buitenlands geld heeft kunnen meenemen, kan een lift krijgen naar Kukes, waar soms meer dan honderd gulden voor wordt gevraagd. Wie geen geld heeft moet lopen. Maandagavond kwamen vijftien door de overheid gecharterde bussen in de stad aan om vluchtelingen naar Tirana, Vlora, Shkodra of andere plaatsen te brengen. Maar veel vluchtelingen weigerden aan boord te gaan omdat zij nog familieleden misten. Ik heb mijn familie nog niet gevonden, zei de 55-jarige Shefki Morina uit Pec. Zonder hen ga ik nergens heen. De Europese Commissie stelt 25 miljoen euro (55 miljoen gulden) beschikbaar voor de opvang van vluchtelingen uit Kosovo en voor economische noodhulp in de buurlanden. Daarvan is 10 miljoen euro bestemd voor directe opvangmaatregelen. De Poolse regering zegde gisteren voor een miljoen zloty, ongeveer een half miljoen gulden, aan voedsel en medicijnen toe voor de Kosovaarse vluchtelingen. Europees commissaris Bonino en de Duitse onderminister van Buitenlandse Zaken Verheugen zullen vandaag naar de regio vertrekken om te kijken op welke wijze de hulp het best kan worden gecoördineerd. Vooral het bestemmen van hulp aan Montenegro is opmerkelijk. Volgens de woordvoerder van de verantwoordelijke Nederlandse eurocommissaris Van den Broek zal de Europese Commissie er streng op toezien dat geen geld bij de Servische autoriteiten terechtkomt. Het geld wordt hooguit verstrekt op het niveau van de deelrepubliek. Vorig jaar gaf de commissie Montenegro al 8 miljoen euro (17,6 miljoen gulden) voor plaatselijke hulpprojecten in de sociale sfeer. Het was gisteren nog niet bekend hoe de 25 miljoen euro over de drie buurlanden wordt verdeeld. Eerder verstrekte de commissie al 2 miljoen euro voor directe noodhulp aan opvang van Albanese Kosovaren in Macedonië. Voor economische hulp aan de drie buurlanden is later dit jaar nog eens 15 miljoen euro beschikbaar. Voor verdere humanitaire hulp is nog 8 miljoen euro in kas. Van den Broek heeft gisteravond overleg gevoerd met de Macedonische minister van Buitenlandse Zaken Dimitrov. Volgens de woordvoerder van Van den Broek heeft de Macedonische minister gezegd dat zijn land aan de rand van de afgrond staat en dringend meer hulp nodig heeft. Daarbij wordt gedacht aan ondersteuning van de betalingsbalans. Een vliegtuig met Britse hulp voor de vluchtelingen uit Kosovo in Albanië steeg gisteren op van een vliegveld in Kent. Ook Duitsland heeft een eerste hulpvlucht gestuurd. Aan boord van het Britse vliegtuig bevindt zich 42 ton hulpgoederen, als onderdeel van de door premier Blair beloofde 10 miljoen pond (33 miljoen gulden) aan de vluchtelingen. Het vliegtuig vervoert onder meer 450 tenten en bijna 3000 dekens naar Tirana, waar de vluchtelingenorganisatie van de Verenigde Naties, de UNHCR, de goederen verder zal verdelen. De Britse minister voor Ontwikkelingssamenwerking Clare Short zegde bovendien ruim 1,5 miljoen gulden toe aan het Internationale Rode Kruis. Duitsland stuurt medische hulp voor ziekenhuizen in de Macedonische hoofdstad Skopje. Bovendien maakt Bonn ongeveer 30 miljoen gulden vrij voor noodhulp. De Duitse minister van Buitenlandse Zaken, Joschka Fischer, heeft acht buurlanden van Joegoslavië en de EU-trojka uitgenodigd voor een conferentie over de Kosovo-crisis. Daar komen behalve de hulpverlening aan de Kosovaarse vluchtelingen ook politieke maatregelen voor stabilisatie in de regio aan de orde. Fischer heeft de ministers van Buitenlandse Zaken van Albanië, Bosnië-Hercegowina, Bulgarije, Kroatië, Macedonië, Roemenië, Slovenië en Hongarije uitgenodigd. Namens de EU zijn behalve Fischer de ministers van Buitenlandse Zaken van Finland en Oostenrijk aanwezig. Aan de conferentie neemt ook de Hoge Commissaris van de VN voor de vluchtelingen, Sadako Ogata, deel, evenals de EU-commissarissen Bonino en Van den Broek en OVSE-voorzitter Knut Vollebæk. |