Buitenland30 maart 1999

„Ontheemden gedood door NAVO-acties”

Kilometerslange files
met vluchtelingen

Van onze buitenlandredactie
SKOPJE – Voor de grens met Macedonië staat een file van zeker 10 kilometer van etnisch Albanese vluchtelingen. Het gaat om duizenden mannen, vrouwen en kinderen die in hun auto wachten om Kosovo te verlaten.

Mensen die geen geldige papieren hebben, wordt de toegang tot Macedonië geweigerd. Volgens een Kosovaarse vluchteling heeft de Servische politie hen die papieren afgepakt.

Deze vluchtelingen verblijven nu in een stuk niemandsland tussen Kosovo en Macedonië. Volgens de VN-vluchtelingenorganisatie UNHCR gaat het om minimaal 1500 mensen. De UNHCR is bezig hen te voorzien van voedsel.

De grens met Macedonië is gisteren enkele uren gesloten geweest voor de vluchtelingen, maar is inmiddels weer opengesteld. Het duurt uren voordat de etnische Albanezen die in de file staan, de grens bereiken.

Eerder gisteren kwamen al 3800 vluchtelingen Macedonië binnen. In de plaatsen Jezince en Jankovic komen twee vluchtelingenkampen, zo kondigde de minister van Binnenlandse Zaken Pavle Trajanov gisteren aan op de nationale tv-zender MTV van Macedonië. Ook is bekendgemaakt dat de afgelopen dagen 150 kinderen zijn geboren onder de nieuwe vluchtelingen in Macedonië. Zij krijgen de Macedonische nationaliteit.

Een Australische hulporganisatie zegt dat negen Bosnisch-Servische vluchtelingen in Servië zijn gedood bij de NAVO-bombardementen. Onder de slachtoffers zijn vrouwen en kinderen, die tijdens de Bosnische oorlog waren gevlucht. Zij zouden zijn gedood toen NAVO-bommen bij de stad Nis twee kazernes troffen, die als opvanghuizen werden gebruikt. Mogelijk zijn er meer slachtoffers, meldt de Australische organisatie CARE.

Humanitaire ramp
In Albanië zijn de afgelopen dagen in totaal tussen de 80.000 en 100.000 vluchtelingen uit Kosovo aangekomen. Dit zei Emma Bonino, de Europese commissaris voor de vluchtelingen, gisteren in Brussel. Zij besprak de crisis rond de vluchtelingen met NAVO-secretaris-generaal Javier Solana.

Bonino zei dat hulp aan de vluchtelingen nu de hoogste prioriteit moet krijgen. Ieder uur melden zich zo'n vierduizend nieuwe vluchtelingen bij de grens met Albanië. In totaal zijn al een half miljoen etnische Albanezen uit de Servische provincie Kosovo op de vlucht geslagen, een kwart van de bevolking. Ze zijn door plunderende Servische troepen uit hun huizen verdreven. De exodus draait uit op een humanitaire ramp.

Ook Montenegro kampt met een toevloed aan gevluchte Kosovaren. Sinds zaterdag zijn daar 30.000 vluchtelingen gearriveerd, terwijl er naar verwachting nog 40.000 in aantocht zijn. Richting Macedonië zijn er tussen de 15.000 en 20.000 onderweg.

Joegoslavië sloot gisterochtend gedurende een aantal uren de grensovergangen van Kosovo naar Albanië. De grensbewaking kon de grote stroom Kosovaarse vluchtelingen niet meer aan. Aan het begin van de middag meldde de Organisatie voor Veiligheid en Samenwerking in Europa (OVSE) dat de belangrijkste grenspost bij Morina weer open was. Hier ontstonden eerder op de dag opstoppingen omdat veel mensen aan de Albanese kant van de grens niet weten waar ze naartoe moeten.

Chaotisch
Het Rode Kruis en andere hulporganisaties meldden dat de situatie aan de grens chaotisch is. De ontheemden komen te voet, met tractoren of vrachtwagens. De rij vluchtelingen bereikt lengtes van 16 kilometer. Het gaat voornamelijk om vrouwen, kinderen en ouderen.

In Tirana is het Albanese parlement bijeengekomen voor crisisberaad over de vluchtelingenstroom. Het Albanese ministerie van Transport heeft ondernemingen opdracht gegeven vervoermiddelen beschikbaar te stellen om de vluchtelingen uit het grensgebied naar andere delen van het land te brengen. De regering had zondag al driehonderd bussen naar de grensplaats Kukes gestuurd.

Intussen hebben de laatste internationale hulporganisaties gisteren besloten Kosovo te verlaten. Het Rode Kruis maakte bekend dat het de laatste negentien medewerkers heeft opgedragen de Kosovaarse hoofdstad Pristina te verlaten, „uit angst voor hun leven.”

Ook Artsen Zonder Grenzen heeft zijn laatste drie medewerkers teruggeroepen uit Kosovo.