Buitenland30 maart 1999

Aanvallen gaan nu dag en nacht door

VS verdeeld over
inzet grondtroepen

Van onze buitenlandredactie
WASHINGTON – Amerikanen kunnen zich met een verhouding van 2 tegen 1 vinden in de luchtaanvallen op Servische doelen, maar blijven sterk verdeeld over de vraag of de Verenigde Staten een eind moeten maken aan de strijd tussen de etnische groepen in Kosovo. Ook over de vraag of Amerikaanse troepen op een eventuele vredesregeling moeten toezien, zijn de Amerikanen verdeeld. De bombardementen gaan nu dag en nacht door, heeft de NAVO verklaard.

Uit een peiling van het onderzoekscentrum Pew die gisteren werd gepubliceerd blijkt 49 procent tegen de inzet van Amerikaanse vredestroepen te zijn en 44 procent voor. Op de vraag of de NAVO moet optreden in Kosovo, antwoordde 60 procent instemmend. Wanneer de NAVO niet genoemd wordt, vinden ongeveer evenveel mensen wel als niet dat de Verenigde Staten alleen de verantwoordelijkheid hebben om een eind te maken aan de etnische strijd. Bij een soortgelijke peiling in 1995 over Bosnië vonden bijna twee keer zo veel Amerikanen dat hun land geen verantwoordelijkheid droeg als wel.

Bij de peiling tussen 24 en 28 maart werden 1488 mensen telefonisch ondervraagd.

Een op de drie ondervraagden vond Kosovo een ernstig probleem voor de VS, ongeveer zes op de tien vonden Irak het grootste probleem. Het voorkomen van de dood van onschuldige mensen is voor zeven van de tien ondervraagden een zeer belangrijke reden om in Kosovo militair in te grijpen. Meer dan de helft maakte zich ernstig ongerust dat onder Amerikaanse troepen in Kosovo slachtoffers zullen vallen; voor een op de vijf vormden de kosten van de inzet van Amerikaanse troepen een ernstige zorg.

De publieke belangstelling voor Kosovo is sinds het begin van de luchtaanvallen bijna verviervoudigd; 40 procent zei het nieuws nauwlettend te volgen. Op een afzonderlijke vraag wist 57 procent Kosovo niet te noemen als provincie waar het om ging.

Opvallend verschil
In Duitsland bleek bij een peiling van het Forsa-instituut voor het tijdschrift Woche 62 procent van de ondervraagden achter de deelname van de Bundeswehr aan de NAVO-acties in Joegoslavië te staan; 31 procent was tegen.

Er bleek een opvallend verschil te bestaan tussen West- en Oost-Duitsers: waar in het westen maar een op de vier mensen de deelname afwijst, is in het oosten 55 procent tegen.

Van alle Duitsers is 61 procent tegen een grondoffensief in Kosovo en 28 procent voor. Niettemin vindt 47 procent dat de Bundeswehr zich niet aan deelname kan onttrekken als de NAVO toch grondtroepen inzet. Eenenveertig procent wijst deelname in dat geval van de hand.

Race tegen de klok
Nu de Kosovaren massaal over de grenzen met de buurlanden worden gedreven, is de NAVO verwikkeld in een race tegen de klok waarbij het bondgenootschap zo snel mogelijk de Servische militaire eenheden probeert uit te schakelen die verantwoordelijk zijn voor de exodus. De luchtaanvallen gaan dag en nacht door, heeft de NAVO gisteren aangekondigd.

NAVO-gevechtsvliegtuigen bombardeerden gisteren opnieuw mobiele Servische eenheden in Kosovo. Ook werden van Amerikaanse schepen in de Adriatische Zee weer kruisraketten afgevuurd. De Servische staatstelevisie toonde herhaaldelijk beelden van een uitslaande brand in het centrum van de Kosovaarse hoofdstad Pristina die door NAVO-raketten op een politiekazerne zou zijn veroorzaakt.

In de Joegoslavische hoofdstad Belgrado klonk gisteravond opnieuw het luchtalarm, ten teken dat een zesde achtereenvolgende nacht van NAVO-aanvallen naderde. Kort daarna werden twee explosies gehoord bij Pancevo, 10 kilometer ten noorden van Belgrado.

Onze correspondent in de VS meldt intussen dat het Amerikaanse ministerie van Defensie (Pentagon) momenteel toch plannen opstelt voor de inzet van grondtroepen in Kosovo. Maar chef-staf generaal Henry Shelton benadrukt dat het om „provisorische” plannen gaat. „Wij hebben daartoe geen formele opdracht en er is voorlopig ook geen sprake van dat de NAVO grondtroepen stuurt; maar als de politici daartoe besluiten dan moeten wij onze plannen rond hebben”, aldus Shelton.

Hij wilde zich niet wagen aan schattingen over de omvang van een troepenmacht, maar in Washington circuleren getallen van tussen de 75.000 en 150.000 man troepen. President Clinton ontkende gisteren echter categorisch dat de Verenigde Staten overwegen grondtroepen te sturen.

Politiek dilemma
Voormalig Witte-Huismedewerker Ivo Daalder wees op het politieke dilemma voor president Clinton. „De steun voor de NAVO-operaties is matig. De waardering voor zijn functioneren is al gezakt van 63 tot 57 procent. Clinton zal dus niet snel grondtroepen sturen, maar de vraag is of er over enkele weken nog iets te redden is als heel Kosovo door de handlangers van Milosevic is 'gezuiverd' van Albanezen. Er is bovendien nog een ander probleem. Mannen als Saddam Hussein en Gaddafi zien nu dat zij de Verenigde Staten makkelijk kunnen provoceren en uitdagen. Dat haalt niet alleen ons prestige maar ook onze geloofwaardigheid voor de toekomst dramatisch onderuit”, aldus Daalder.

Zijn betoog wordt gesteund door Vietnam-veteraan senator John McCain. Deze ex-krijgsgevangene kritiseert president Clinton vooral omdat hij geen duidelijk beleid heeft uitgestippeld. „Er is niet over nagedacht wat er moet gebeuren als de huidige operaties niet het gewenste resultaat opleveren; ik ben niet voor het sturen van Amerikaanse troepen maar één ding staat voor mij wel vast, namelijk dat je nooit aan zo'n operatie mag beginnen als je niet van tevoren besluit dat je het desbetreffende conflict koste wat het kost wilt winnen.”

Hetzelfde standpunt verdedigt oud-minister van buitenlandse zaken Henry Kissinger in Newsweek. „Als Belgrado ondanks de luchtoperaties blijft dwarsliggen is er geen ander alternatief dan de oorlog te intensiveren”, aldus Kissinger.

Sommige deskundigen kritiseren het feit dat er niet openlijk wordt gesproken over oorlog. „Dit is het ernstigste militaire conflict in Europa sinds de Tweede Wereldoorlog; het is misleidend om het te omschrijven als een „humanitaire operatie” want het is niets anders dan een „oorlog”, zo meent directeur Richard Haass van het Brookings Instituut in Washington.

Hij verwijt de politici de Amerikaanse bevolking onvoldoende duidelijk te maken dat men niet tegen figuren als president Milosevic kan strijden zonder militaire risico's te lopen. „De vraag is ook achterhaald of onze deelname wel vereist is omdat onze veiligheid wordt bedreigd door de situatie in Kosovo; wij hebben samen met onze bondgenoten tot deze operatie besloten en we kunnen ons daarom nu niet meer halverwege omdraaien”, aldus Haass.