Buitenland29 maart 1999

Servische media noemen bemiddelaars verraders

Russische delegatie op
missie naar Belgrado

BELGRADO – Een Russische delegatie van drie voormalige bewindslieden is gisteren begonnen aan een vredesmissie naar Belgrado. Op persoonlijk initiatief proberen de drie als hervormingsgezind bekendstaande Russen te bemiddelen in de crisis rond Kosovo. Door de Servische media werden ze evenwel als „verraders” en „uitschot” verwelkomd.

De Russische delegatie bestaat uit ex-premier Jegor Gajdar en de voormalige vice-premiers Nemtsov en Fjodorov. Alledrie behoren zij tot de liberale stroming in de Russische politiek. Door Russische nationalisten worden zij er geregeld van beschuldigd Rusland te hebben „verkocht” aan het Westen. Gajdar benadrukte dat de missie de volledige instemming heeft van de Russische president Boris Jeltsin, die fel gekant is tegen de NAVO-acties.

Voordat de drie gisteren in Belgrado aankwamen, hadden zij in Boedapest een ontmoeting met de Amerikaanse diplomaat Holbrooke. „Wij willen met Milosevic graag praten over de mogelijkheden voor een oplossing van het conflict”, zei Gajdar tegen verslaggevers nadat zijn team op de luchthaven van Boedapest met Holbrooke had gesproken. „Een voortduren van de strijd in de Balkan is uiterst gevaarlijk en kan tot een volledige oorlog leiden.”

Holbrooke, die nog met Milosevic overlegd heeft vlak voordat de NAVO woensdag haar eerste aanvallen op Joegoslavië uitvoerde, zei dat de Russen op een eigen vredesmissie waren en niet als boodschapper van de Verenigde Staten naar Belgrado vertrekken. „Wij zullen uw reis met belangstelling volgen”, liet hij het drietal weten.

Gisteravond had de delegatie een gesprek met de Joegoslavische vice-premier Vuk Draskovic. Het is niet bekend of de drie ook worden ontvangen door president Milosevic. De drie willen verder nog overleg voeren met de paus in Vaticaanstad, met de Amerikaanse vice-president Al Gore en met de Amerikaanse minister van Buitenlandse Zaken Madeleine Albright in Washington.

Gajdar, Nemtsov en Fjodorov keerden zich zaterdag tegen de NAVO-acties, maar riepen de Russen tegelijkertijd op weerstand te bieden tegen de „hysterie jegens het Atlantisch bondgenootschap.”

Gajdar, Nemtsov en Fjodorov zijn de oprichters van de liberale Beweging voor de Goede Zaak en staan in binnen- en buitenland bekend als hervormingsgezind. De drie zeiden zaterdag dat de NAVO-bombardementen de Russische haviken in de kaart spelen en zo Ruslands kansen op democratische ontwikkeling ruïneren.

Doema
De drie politici begonnen aan hun vredesmissie een dag nadat het Russische Lagerhuis, de Staatsdoema, een resolutie had aangenomen waarin de onmiddellijke stopzetting van de NAVO-aanvallen op Joegoslavië werd geëist en tevens werd opgeroepen tot het in staat van paraatheid brengen van de Russische strijdkrachten en het bevriezen van het Start-II-verdrag over kernwapenvermindering.

Ondertussen zijn de Russische regering en president Jeltsin druk doende te bedenken hoe ze Joegoslavië kunnen bijstaan zonder lijnrecht in conflict te komen met het Westen. Hoewel minister van Buitenlandse Zaken Igor Ivanov en zijn collega van Defensie Igor Sergejev net als de Doema eisen dat de NAVO haar actie stopzet, zeiden zij ook dat Rusland zich geen militaire confrontatie met de NAVO kan veroorloven.

Ook de Oekraïnse minister van Buitenlandse Zaken, Borys Tarasioek, is samen met zijn collega van Defensie, Oleksandr Koezmoek, naar Belgrado gereisd, eveneens met het doel te bemiddelen in de crisis. Het Russische persbureau Interfax meldde dat het tweetal overleg had gevoerd met de Joegoslavische minister van Buitenlandse Zaken, Zivadin, Jovanovic en diens collega van Defensie, Pavle Bulatovic. Over de inhoud van het overleg werd niets bekendgemaakt.

Griekenland
Ten slotte zoekt ook Athene naar een regeling tussen de NAVO en Joegoslavië waarmee op korte termijn een einde kan komen aan de luchtaanvallen. Volgens de Griekse krant Vima van gisteren wil de Griekse regering Belgrado voorstellen akkoord te gaan met een vredesmacht in Kosovo van niet uit NAVO-landen afkomstige militairen.

Van deze internationale waarnemers zou in elk geval een Russisch contingent deel moeten uitmaken, alsmede troepen uit kleine Europese landen. Met dit voorstel denkt de Griekse regering het grootste struikelblok te hebben opgelost. De Joegoslavische president Milosevic weigert vooral het akkoord van Rambouillet te ondertekenen omdat dit voorziet in een NAVO-vredesmacht voor Kosovo.

Volgens Vima heeft Griekenland het idee al besproken met de Italiaanse regering en zouden de twee landen gezamenlijk dit „mediterrane compromis” presenteren. Functionarissen van het Griekse minister van Buitenlandse Zaken waren niet bereikbaar om het krantenbericht te bevestigen.