Buitenland26 maart 1999

Servische analist kritiseert westers blunderen op de Balkan

„Wij zijn bereid ons
land te verdedigen”

Door drs. B. Belder
BELGRADO – „Ja, ik heb de rook van de eerste inslagen gezien. Angst? Nee, mijn vrouw Sana heeft daar evenmin last van. Heel vreemd, maar we leven al jaren in een klimaat van dreiging. De kleine Hana huilde wel verschrikkelijk. Ze loopt nu echter weer vrolijk te wandelen met de hond. Sana's broer houdt een oogje in het zeil. Het is vandaag in Belgrado schitterend weer!”


Met een vermoeide, kennelijk zeer verkouden stem stond dr. Ognjen Pribicevic ons gisteren telefonisch te woord. De Servische politieke analist is allesbehalve een aanhanger van het regime-Milosevic. Opvallend is daarom zijn uitgesproken veroordeling van de NAVO-strafexpeditie contra de Joegoslavische president, de onbarmhartige onderdrukker toch van de Albanese meerderheid op het Merelveld (Kosovo polje).

Verwachtte je die luchtaanvallen?
„Jazeker! Al dagen geleden kreeg ik deze informatie doorgespeeld. Met haar aanvallen op Servië maakt de NAVO een hele grote fout! De westerse landen hebben Milosevic in feite te veel onder druk gezet. Die pressie maakte het hem eigenlijk onmogelijk ook maar enig compromis te sluiten.

Wat wil ik daarmee zeggen? Wel, zij verlangden van hem het onmogelijke: de ondertekening van een volstrekt onaanvaardbaar document. Dat geldt trouwens niet slechts voor hem, maar voor élke politicus in Servië. Dat concept verleende immers aan Kosovo een hogere status dan die van een staat. Absoluut onaanvaardbaar voor ons! Milosevic kon zijn handtekening gewoonweg niet zetten. De eerste fout van de internationale gemeenschap.

De tweede fout is dat deze luchtaanvallen Milosevic en het volk zullen stijven in hun besluit het voorlegde document te verwerpen. Een derde misrekening van het Westen is dat deze oorlog in Servië wel eens zeer grote gevaren in zich kan bergen. Op de Balkan én in heel Europa.

Nou ja, we zullen de uitkomst van dit NAVO-optreden moeten afwachten. Voor mij staat echter één ding vast: wat er nu gebeurt, betekent een enorme nederlaag voor de westerse diplomatie. Tussen haakjes: Een paar maanden geleden heb ik je al op de totaal verkeerde opstelling van westerse landen tegenover Milosevic, Servië en het Kosovo-vraagstuk gewezen.”

Geen paniek
Hoe is de publieke stemming ná het begin van de NAVO-bombardementen?
„Voorzover ik weet, staat het volk meer dan ooit achter het nationale leiderschap. Voor de burgers is het onderhandelingsdocument even onbespreekbaar, idem de aan Kosovo toegekende status.

Ik ben overigens bang dat de westerse staten een ander doel najagen. Hun reële oogmerk is het steunen van de intenties van de Albanezen. Logisch dat de laatsten nu het gevecht met onze strijdkrachten in Kosovo durven aan te gaan. De Albanezen weten dat zij het Westen tegenwoordig meehebben. Daarin zonnen zij zich graag.”

Soms reden voor enige paniek in Belgrado?
„O nee! Totaal niet. De mensen gaan gewoon uit. Wat wil je ook met dit fraaie weer. Ondanks alle officiële oproepen binnen te blijven of in elk geval de auto te laten staan... Dikke rookpluimen in de lucht verraden opnieuw een voltreffer in de buurt van Belgrado, bij het stadje Pancevo. Van enige paniek valt sowieso niets te bespeuren. De mensen gaan al met al hun normale gang.”

Een bijzonder schrijnend onderscheid met de ronduit catastrofale humanitaire situatie in Kosovo. Stromen Albanese vluchtelingen die brandende, geplunderde dorpen achter dienen te laten om huns levenswil. Hun belagers? Servische speciale politie-eenheden en manschappen van het Joegoslavische leger. Zulke beelden en verhalen gaan de wereld over.
„Ik besef heel goed dat zich in het zuiden van Servië een ware humanitaire ramp voltrekt. Punt is dat deze catastrofe met dit NAVO-offensief zelfs nog zal groeien. Ik zie echt niet hoe deze ontwikkeling valt te stoppen. De essentiële opdracht voor het Westen is Serviërs en Albanezen rond de onderhandelingstafel te scharen. Met dit beleid van luchtaanvallen creëren de westerse landen daarentegen juist nieuwe humanitaire rampen. Zij zouden, kortom, hoognodig moeten bedenken dat de uitkomst van hun daden haaks zal staan op de eigen doelstelling.”

Wellicht zelf een politieke oplossing voor het Kosovo-vraagstuk in het achterhoofd?
„Nee, de enige manier om eruit te komen is, zoals ik reeds aanduidde, de Serviërs en Albanezen tot overleg te dwingen. Kijk, in Rambouillet spraken beide partijen wel, maar de Albanezen waren al op voorhand gekant tegen autonomie bínnen Servië.

En het papier dat ze nu hebben getekend, gaat niet uit van die autonomie, maar schept eventjes een staat Kosovo bínnen de Servische staat. Aan Servische kant piekert niemand er dus over dit voorstel te accepteren. In het andere geval tekenen we simpel voor het verlies van Kosovo over 3 jaar. Helderder kunnen wij ons antwoord aan de internationale gemeenschap niet formuleren.”
Ondiplomatieke brief

Ondertussen neemt president Milosevic de westerse publieke opinie bepaald niet voor zich in. Zie zijn schriftelijke schoffering van de ministers van Buitenlandse Zaken van Frankrijk en Groot-Brittannië, de covoorzitters van de overlegrondes in Rambouillet en Parijs. Daarenboven verlaagt hij zich door de Albanezen voor „ratten” uit te maken. Lieden zonder „enige menselijke waardigheid en geschiedenis.”
„Ik heb die brief van Milosevic gezien. Dat schrijven was buitengewoon ondiplomatiek, onwijs. Waarschijnlijk bijzonder schadelijk voor de Servische belangen. Anderzijds moeten wij niet vergeten dat deze brief het antwoord was op het gebeuren van 7 dagen geleden. Toen kreeg de Servische delegatie als het ware het mes op de keel gezet: de gedwongen ondertekening van een onmogelijk interim-akkoord.

Milosevic reageerde niet rationeel. En daarmee raken we de kern van het probleem: alles hier is irrationeel! Het Westen overstelpt ons met rationele zaken. Het gevolg is één lange reeks van misrekeningen aan westerse zijde. Dat vertel ik je vandaag niet voor het eerst, maar al maanden, ja naar ik weet vanaf 1997. Let wel, de Serviërs en Albanezen blunderden evengoed keer op keer. Alledrie partijen dragen schuld.”

Wat vind je van de pogingen van Belgrado om de laatste onafhankelijke Servische én Albanese media monddood te maken?
„Daar ben ik mordicus op tegen. Toch ben ik erg verrast over al deze westerse bezorgdheid voor onze pers. Waarom? Twee, drie maanden eerder legde het regime al veel andere kranten een verschijningsverbod op. Daarnaast werden veel radiostations van hogerhand uit de lucht gehaald. Twee, drie maanden geleden... Geen kik, geen protest uit het Westen. Niks geen tegenactie.

Logisch, want de VS meenden toentertijd nog dat Milosevic wel hun zin zou doen. Zonder meer een cynische houding van het Westen. Een ander bewijs van een grove inschattingsfout. Moeten wij Serviërs ons nú soms vreselijk druk maken over de onafhankelijke media? Ik protesteerde een paar maanden geleden en ik keer me er nog tegen. Vergelijk dat eens met het zeer zwakke, lauwe tegengeluid van de westerse staten. Het effect was nul. Nee, vandaag de dag hebben we echt andere zaken dan de vrijheid van de media aan ons hoofd.”

Vrijwilligers
Hoe kijk jij persoonlijk tegen het UCK, het Albanese Bevrijdingsleger van Kosova, aan? Belgrado noemt zijn strijders consequent terroristen.
„Dat laatste kun je natuurlijk niet doen. Daarvoor zijn er simpel veel te veel. Ik beschouw hen als míjn vijanden. Niet meer en niet minder. Want zij doden mijn volk, onze politiemensen en onze soldaten. Oké. Zij zien mij als hún vijand. Het ligt dus eenvoudig: Wij zijn elkaars vijanden.”

Wat is er waar van de berichten van westerse correspondenten uit Belgrado dat tal van weerbare Servische mannen tegenwoordig onderduiken. Op die wijze willen zij zich aan een eventuele mobilisering respectievelijk rekrutering onttrekken.
„Ja, daar zijn inderdaad wat voorbeelden van. Het tegendeel is echter even waar. Mensen melden zich vrijwillig bij kazernes om dienst te doen. Voorzover mij bekend onttrekken zich maar heel weinig burgers aan militaire inschakeling. De situatie is er dan ook naar: wij worden rechtstreeks aangevallen.

Eerlijk gezegd ben ik op dit ogenblik nergens anders in geïnteresseerd. Wij zijn bereid ons land te verdedigen. Ongeacht van welke kant de aanval komt. Bommen zullen ons niet naar de onderhandelingstafel drijven. Bommen veroorzaken slechts catastrofes. Veel grotere rampen dan we ons momenteel kunnen voorstellen.”