Buitenland | 25 maart 1999 |
Italiaanse ex-premier zette zijn land op Europese treinProdi, linkse olijf met schone handenVan onze correspondent De verdiensten van de onafhankelijke 59-jarige professor in de economie zijn niet gering. Eerst slaagde hij erin Italiës grootste onderneming vlot te trekken: de staatsgigant IRI, die het toonbeeld was van lethargie en verspilling. En onder zijn leiding wist de Italiaanse regering vorig jaar tegen alle verwachting in het land klaar te stomen voor de euro. Dit waren huzarenstukjes, die Prodi groot respect hebben opgeleverd in binnen- en buitenland. De Italiaanse ex-premier is van rooms-katholieken huize en geldt als een exponent van zakelijk links, een sociaal-democraat. Hij is een pragmaticus, die altijd streeft naar efficiëntie en geloofwaardigheid binnen de Italiaanse politiek en economie. Prodi is geboren in een plaatsje bij Reggio Emilia, een stad in de welvarende Noord-Italiaanse regio Emilio Romagna. Hij studeerde af in de economie aan de Katholieke Universiteit van Milaan. Verder studeerde hij ook aan de London School of Economics. Hij was professor aan de Universiteit van Bologna. Hij spreekt redelijk Engels en Frans. Hij raakte nationaal bekend toen hij, na een kort ministerschap, in 1982 werd benoemd tot hoofd van IRI. Deze staatsholding was de eigenaar van talloze bedrijven die allemaal zwaar te lijden hadden gehad van de economische crisis eind jaren zeventig. Hij zette meteen het mes in IRI en begon grote bedrijfsonderdelen af te stoten. Daarmee haalde hij zich de woede op de hals van het economisch establishment. Gianni Agnelli, baas van Fiat, en topbankier Enrico Cuccia vonden dat Prodi te veel buiten hen om deed. Met de grootst mogelijk moeite en politieke druk wisten zij te voorkomen dat IRI in 1987 Alfa Romeo aan Ford verkocht. De Milanese autofabrikant viel uiteindelijk in handen van Fiat. Maar Prodi had duidelijk gemaakt dat hij niet aan de leiband liep van de mannen die jarenlang alles in het Italiaans bedrijfsleven bekokstoofden. Smeergeldcultuur De voormalige hoogleraar in de economie gelooft dat de Italiaanse smeergeldcultuur het best bestreden kan worden met grotere openheid en meer concurrentie. Prodi is dan ook een groot voorstander van privatisering en volkskapitalisme woorden die hier tot voor kort nagenoeg taboe waren. Prodi bracht daarin verandering door onder enorme belangstelling twee staatsbanken naar de beurs te brengen. Daarna verliet hij IRI en maakte hij in 1995 definitief de overstap naar de politiek. Hier stond alles nog op zijn kop na de eerdere corruptieschandalen. Oude partijen waren verdwenen, nieuwe opgekomen en iedereen lag met elkaar overhoop. In deze chaos begon Prodi met het opbouwen van een alliantie, die de meeste linkse partijen bij elkaar bracht. Na de verkiezingsoverwinning in 1996 werd Prodi premier. Prodi had nauwelijks politieke ervaring toen hij in 1996 aantrad aan het hoofd van de centrum-linkse Olijfboom-coalitie, die hem als katholiek had aangetrokken om eventuele koudwatervrees voor links bij de kiezers weg te nemen. Hij had ooit alleen een paar maanden als minister van industrie gediend onder de christen-democratische premier Giulio Andreotti. Gedurende zijn verkiezingscampagne toerde Prodi door het land om direct contact te krijgen met de bevolking en liet hij zich regelmatig fotograferen op de fiets een van zijn grote hobby's. Hoewel zijn regering haar ambtstermijn niet volmaakte, hield hij het als 53e Italiaanse premier sinds de oorlog langer uit dan de meeste van zijn voorgangers. Aan de slag Als premier deed Prodi regelmatig vergaande compromissen. Zo aanvaardde hij een omstreden voorstel van links om de werkweek te bekorten tot 35 uur. Maar er kwam gemor over de hoge werkloosheid en de lage economische groei, beide gevolg van 2 jaar bezuinigen. Nog geen halfjaar geleden lieten de communisten Prodi vallen omdat zij vonden dat hij de hand te veel op de knip hield. Na wat heen-en-weergeschuif met coalitiepartners werd een nieuw centrum-links kabinet geformeerd, ditmaal onder leiding van ex-communist Massimo D'Alema. Prodi moest het veld ruimen, maar bleef desondanks volop in de politieke schijnwerpers staan. Romano Prodi lanceerde vorige maand zijn oude, losse Olijfboom-alliantie als een hechte, nieuwe politieke partij. Prodi hoopt dat oudere partijen hierin op zullen gaan, zodat er een sterk links machtsblok ontstaat. Als dat gebeurt, zou er in de toekomst geen behoefte meer zijn aan fragiele coalities, die alleen maar leiden tot zwakke regeringen, redeneert Prodi. Maar voorlopig heeft zijn nieuwe partij de verdeeldheid binnen het linkse kamp alleen maar aangewakkerd. Het heeft de vriendschap tussen D'Alema en Prodi in ieder geval geen goed gedaan. De huidige premier ziet zijn voorganger daarom liever vandaag dan morgen naar Brussel vertrekken, zeggen politieke commentatoren hier. |