Buitenland

Contactgroep Joegoslavië klem tussen conflictpartijen Kosovo

Weinig kans op roem in Rambouillet

Door drs. B. Belder
BERLIJN – De Contactgroep voor Joegoslavië heeft de strijdende partijen in Kosovo voor eind deze week naar het Franse Rambouillet ontboden. Het regime-Milosevic en het Bevrijdingsleger van Kosovo (UCK) gunnen zich evenwel nog enige bedenktijd. Balkanspecialist prof. dr. Stefan Troebst (Universiteit Leipzig) toont zich geenszins verrast over deze vertragingstactiek.

„Vooral geldt dat voor de opstelling van het UCK. Zij vloeit voort uit het wel zeer merkwaardige dreigement van de Contactgroep. De laatste liet beide conflictpartijen via de NAVO weten dat niet-deelname aan de onderhandelingen in Rambouillet luchtaanvallen betekende. Precies de internationale reactie waar het UCK op vlast!”

Zo verkeert een internationaal dreigement voor de Kosovaars-Albanese vrijheidsstrijders in „een uitgesproken positieve ontwikkeling.” Natuurlijk doorziet de Contactgroep dit reële obstakel voor overleg in Rambouillet. Vandaar de toevoeging van een paragraaf in haar Kosovo-resolutie: voor het geval het UCK de uitnodiging afslaat, bezint de Contactgroep zich op maatregelen om de smokkel van militaire goederen uit Albanië naar Kosovo tegen te gaan.

„Met zulke formuleringen kun je geen tweede Dayton (het internationale vredesakkoord voor Bosnië-Herzegowina van 1995, red.) totstandbrengen”, oordeelt Troebst kort en bondig.

NAVO-secretaris Solana verwees zaterdag naar exact dezelfde maatregel contra het UCK-kamp. Is deze optie echter wel uitvoerbaar? „Theoretisch moet het mogelijk zijn de smokkel vanuit Albanië richting Kosovo aan banden te leggen. Die opzet impliceert de stationering van een forse troepenmacht ter plaatse.

Probleem is dat mogelijk slechts een deel van de smokkelwaar voor het Kosovaarse verzet uit Albanië afkomstig is. Veel schijnt over Joegoslavische binnenwegen het Mereldveld (Kosovo polje) te bereiken. En de NAVO kan deze sluiproutes nu eenmaal niet controleren.”

Andere minderheden
Zaterdag overhandigde de Britse minister van buitenlandse zaken, Robin Cook, de invitatie voor Rambouillet persoonlijk aan de Joegoslavische president Slobodan Milosevic. Het staatshoofd beloofde de voorstellen „zorgvuldig” te overwegen en „zo snel mogelijk” te antwoorden.

Het officiële Joegoslavische persagentschap Tanjug scherpte dit voorbehoud aan. Milosevic zou weinig voelen voor een Kosovo-conferentie in het buitenland. Waarom ook? „Joegoslavië en zijn deelrepubliek Servië zetten zich in de problemen van Kosovo als bestanddeel van Servië op vreedzame wijze bínnen Servië en mét deelneming van vertegenwoordigers van alle etnische groepen op te lossen.”

Het gebruikelijke afweermechanisme van Belgrado's zijde. „Deze weg is Milosevic reeds in november vorig jaar ingeslagen”, vult de Duitse historicus aan. „Op bijkans wiskundige, statistische wijze poogt hij het hele Kosovo-vraagstuk in een totaal ander daglicht te plaatsen. Milosevic beweert derhalve dat Kosovo vandaag de dag helemaal niet zoveel Albanezen meer telt. Tallozen zijn toch gevlucht respectievelijk uitgeweken naar het buitenland. Voeg daar enkele duizenden slachtoffers van het oorlogsgeweld bij. Nóg minder Albanezen.

Daarnaast benadrukt Milosevic de aanwezigheid van andere, niet-Albanese etnische groepen in Kosovo. Denk daarbij niet alleen aan de Serviërs, maar evengoed aan Turken, zigeuners enzovoort. Belgrado stelt hun aantal op ongeveer 50 procent”.

De Albanezen vormen al met al, althans volgens Milosevic' rekenmethode, momenteel slechts nog 50 procent van de gehele Kosovaarse bevolking. En passant heeft Milosevic de organisaties van de niet-Albanezen in het betwiste gebied onder druk op zíjn lijn gekregen.

De strategie van de Joegoslavische alleenheerser is evident: „Milosevic zal niet ontkennen dat er etno-politieke problemen spelen in Kosovo. Punt is evenwel dat de frictie tussen de Albanezen en de staatsmacht slechts één van diverse problemen is. De belangen van de andere minderheden in Kosovo dienen evengoed op de agenda van vredesbesprekingen te staan.”

Logisch genoeg wijzen de Albanezen Milosevic' benadering van hún probleem gladweg van de hand. „De bevolking van Kosovo bestaat voor 90 procent uit Albanezen. De Serviërs zijn 6 tot 7 procent. Voor de resterende 3 à 4 procent aan andere etnische groepen ruimen wij in een grondwet voor een onafhankelijk Kosovo gelijke rechten in. Zij kunnen echter niet als volwaardige gesprekspartners mee aan tafel zitten in Rambouillet.”

Hoogmoedig document
Inmiddels hebben twee prominente personen uit de Albanese gemeenschap in Kosovo hun medewerking aan de internationale conferentie toegezegd: 'president' Ibrahim Rugova en uitgever-commentator Veton Surroi.

„Rugova betoont zich weer eens op voorhand bijzonder gehoorzaam jegens de internationale gemeenschap”, verzucht de Berlijnse analist ietwat kritisch. „Hij denkt daarvoor wellicht pluspunten te krijgen in het Westen. Het tegendeel zal naar ik vrees waar zijn voor zijn eigen achterban. De Albanezen nemen hem deze politieke gretigheid allerminst in dank af.”

Lees de officiële Joegoslavische versie van de ontmoeting tussen Robin Cook en Slobodan Milosevic er maar eens op na, verduidelijkt Troebst zijn inschatting van de stemming binnen de Albanese gelederen.

„Dat is werkelijk een buitengewoon hoogmoedig document! Daarin staat letterlijk vermeld dat Robin Cook op eigen verzoek naar Belgrado is gereisd om Milosevic te ontmoeten. Milosevic heeft dit verzoek ingewilligd...

Beide staatslieden zijn vervolgens overeengekomen dat het Kosovo-vraagstuk een puur Servische aangelegenheid is. Een vreedzame oplossing kan derhalve uitsluitend worden gevonden bínnen de grenzen van de Republiek Servië.

Helemaal aan het eind van de officiële tekst komen min of meer terloops de voorstellen van Cook aan de orde. Milosevic zal ze bestuderen. De bevoegde Joegoslavische organen zullen diens bevindingen aan de heer Cook ter kennis stellen.”

Dat is wel even andere koek dan de televisiebeelden van de afgelopen dagen ons willen doen geloven, tekent de hoogleraar droogjes aan. „De Contactgroep en de NAVO doen het voorkomen alsof ze maar even op tafel hoeven te slaan om Milosevic werkelijk angst aan te jagen. Uit de officiële reactie van Belgrado kan ik dat effect in elk geval niet opmaken.

Ik verwacht, kortom, dat de komende dagen in het teken zullen staan van veel diplomatiek touwtrekken over wie straks uiteindelijk zullen aanschuiven in Rambouillet. Ik wil niet uitsluiten dat deze conferentie metterdaad van start gaat. Anderzijds zullen de gesprekken het conflict in Kosovo niet beïnvloeden, de gevechten zullen met andere woorden voortduren. Het UCK heeft nú zeker alle belang bij het teweegbrengen van een militaire actie van NAVO-zijde.”

In dat geval is de bijeenkomst van Rambouillet een volledig achterhaalde zaak. „De setting van deze conferentie belooft sowieso weinig kans op slagen. De Contactgroep heeft bij voorbaat de onafhankelijkheid van Kosovo taboe verklaard. Zelfs indien de onderhandelingen onder welhaast ideale omstandigheden zullen plaatshebben, zal juist deze opgelegde conditie zeer snel tot afbreking leiden.”

Het autonomievoorstel van het Westen voor Kosovo gaat Milosevic veel te ver. Voor het UCK, de doorslaggevende factor aan Albanese zijde, daarentegen gaat autonomie lang niet ver genoeg. „De kloof tussen beide voorstellingen van Kosovo's toekomst is in feite onoverbrugbaar”, concludeert prof. Troebst nuchter.