Buitenland

Confrontatie met Westen niet van de baan

Joegoslavië „bevriest”
uitwijzing OVSE-chef

Van onze buitenlandredactie
BELGRADO – De chef van de OVSE-missie in Kosovo, William Walker, kan voorlopig in de Servische provincie blijven. De regering van Joegoslavië heeft het bevel om het land te verlaten gisteravond „bevroren.” Een confrontatie met het Westen is daarmee echter niet van de baan. De NAVO gaat door met voorbereidingen voor militaire actie tegen Joegoslavië.

De Joegoslavische regering merkte op dat „hoge vertegenwoordigers” van verschillende regeringen en internationale organisaties er op aan hadden gedrongen om het uitwijzingsbevel te herroepen. De regering zei „in het bijzonder rekening te hebben gehouden” met oproepen van de Russische president Boris Jeltsin en VN-chef Kofi Annan.

De maatregel blijft echter van kracht, maar wordt voorlopig niet uitgevoerd, zolang volgens de regering in Belgrado „de consequenties van zijn gedrag niet helemaal verduidelijkt zijn.”

Walker heeft steeds geweigerd gehoor te geven aan het uitzettingsbevel. Hij had uiterlijk gistermiddag het land moeten verlaten. De Joegoslavische autoriteiten zijn er verbolgen over dat Walker zaterdag, meteen na de ontdekking van het bloedbad van Racak, de Servische veiligheidstroepen verantwoordelijk stelde voor de dood van de 45 Albanezen.

OVSE-voorzitter Vollebaek was gisteren naar Belgrado gegaan om het bewind op andere gedachten te brengen. De Amerikanen stuurden hun gezanten James Pardew en Chris Hill naar de Joegoslavische hoofdstad. Zij spraken 4 uur met president Milosevic. Pardew zei na afloop dat het overleg niets had opgeleverd.

Militaire actie
De opschorting van de uitwijzing van Walker betekent overigens niet dat de confrontatie tussen Milosevic en het Westen van de baan is. De NAVO gaat door met voorbereidingen voor eventuele militaire actie tegen Joegoslavië. Het bondgenootschap heeft tweehonderd voornamelijk Amerikaanse gevechtsvliegtuigen in gereedheid gebracht, die vooral op bases in Italië zijn gestationeerd. Ook Nederland, België, Denemarken, Portugal en Duitsland hebben toestellen naar Italië gestuurd.

Rusland sprak zich gisteren opnieuw uit tegen het gebruik van geweld tegen Joegoslavië. Voor Moskou is alleen een politieke oplossing aanvaardbaar. De Amerikaanse minister van buitenlandse zaken, Madeleine Albright, benadrukte daarentegen dat de VS bereid zijn desnoods geweld te gebruiken, „de enige taal die Milosevic schijnt te begrijpen.”

Volgens NAVO-secretaris-generaal Solana is een militaire interventie tegen Belgrado echter onmogelijk, zolang de negenhonderd OVSE-waarnemers nog in Kosovo zijn. „Maar zij hebben al een evacuatieplan en kunnen rekenen op de steun van de strijdkrachten van het bondgenootschap in Macedonië”, aldus de Spanjaard.

De Contactgroep (VS, Rusland, Groot-Brittannië, Frankrijk, Duitsland en Italië) zoekt vandaag tijdens een vergadering in Parijs opnieuw naar wegen om Serviërs en Albanezen weer om de tafel te krijgen. Volgens de Franse minister van buitenlandse zaken, Hubert Védrine, gaat het om een diplomatiek initiatief van de laatste kans.

Twijfels
In de Franse pers zijn inmiddels twijfels geuit over de eerste interpretatie van de gebeurtenissen rond het bloedbad van vorige week in Racak. Zo zouden bijna alle burgers Racak al vorig jaar hebben verlaten en het dorp een bolwerk zijn geweest van strijders van het UCK, het Kosovo Bevrijdingsleger dat vecht voor afscheiding van Joegoslavië.

Een groep Finse lijkschouwers is gisteren in Pristina gearriveerd om sectie te verrichten op de lichamen die bij Racak zijn gevonden. De onafhankelijke groep Finnen moet staven of ze inderdaad in een executiestijl om het leven zijn gebracht. De autoriteiten zeggen dat het om UCK-strijders gaat die in gevecht zijn omgekomen.

Hoofdaanklaagster Louise Arbour van het Joegoslavië-tribunaal juicht het Finse onderzoek toe. Tevens hoopt zij dat ook haar eigen onderzoekers zo spoedig mogelijk ter plekke onderzoek kunnen doen, aldus de Canadese gisteren in Den Haag.

Belgrado weigert het tribunaal tot Kosovo toe te laten omdat het de bevoegdheid van het VN-hof voor de opstandige Servische provincie niet erkent. Arbour heeft Belgrado dinsdag voorgesteld een besluit over die juridische principekwestie uit te stellen en nu met voorrang de sporen veilig te stellen. Op dat voorstel is nog geen antwoord binnen, aldus Arbour gisteren.

In Kosovo werd gisteren nog sporadisch gevochten. De Servische politie kamde het dorp Vaganica, op 40 kilometer ten noordwesten van Pristina, uit en arresteerde vier Kosovaren die verdacht werden van banden met het UCK. Het Joegoslavische leger meldde dat een soldaat gewond was geraakt bij gevechten in de omgeving van Racak.