Pronk: geen harde afspraken in Buenos Aires

Amerika ondertekent
klimaatakkoord Kyoto

Met de ondertekening van het akkoord van Kyoto verklaart de Amerikaanse regering zich te zullen inzetten voor een beperking van de uitstoot van broeikasgassen met 6 procent in het jaar 2010 ten opzichte van 1990. Ondertekening van het protocol is nog geen ratificatie, onderstreepte Eizenstat. En pas als de afspraken van Kyoto door 55 landen, die samen verantwoordelijk zijn voor minstens 55 procent van de uitgestoten broeikasgassen, is geratificeerd, krijgt het verdrag een wettelijke status.

De Nederlandse milieuminister Pronk sprak in een reactie van een eerste stap in de goede richting en „gezien de binnenlandse situatie een moedig gebaar”. Tegenstanders in de Amerikaanse Senaat vrezen dat de VS nooit aan de doelstellingen van Kyoto kunnen voldoen zonder al te rigoureuze maatregelen op het gebied van energiebesparing te treffen.

De Amerikaanse volksvertegenwoordiging kan de ratificatie nog blokkeren en Eizenstat heeft deze week in Buenos Aires al een aantal keren uitdrukkelijk verklaard dat de VS het verdrag niet zullen ratificeren als de ontwikkelingslanden niet ook zullen zorgen voor een belangrijke reductie in de uitstoot van broeikasgassen. Die verplichting is hen in Kyoto vorig jaar niet opgelegd. Met de verklaring van Argentinië, gisteren op de klimaattop in Buenos Aires, om zich daar toch vrijwillig voor in te zetten, is voor Eizenstat echter het ijs gebroken, zoals hij zei.

De Amerikaan kreeg in de plenaire vergadering van ongeveer 180 delegaties een matig applaus. Europa en de ontwikkelingslanden vinden dat de VS te veel nadruk leggen op de mogelijkheid om door middel van bijvoorbeeld relatief goedkope projecten in ontwikkelingslanden aan de verplichtingen te voldoen. Eizenstat verklaarde echter dat hij ook de maatregelen in eigen huis, zoals energiebesparing, het belangrijkst vindt. Daarnaast zei hij echter dat alle mogelijkheden om elders projecten te realiseren, open moeten blijven. „Wij accepteren ook niet dat hiervoor percentages zouden worden vastgesteld”, aldus Eizenstat. De Europese Unie staat op het standpunt dat landen binnen de Unie minimaal 50 procent van de beperking van de uitstoot van de broeikasgassen in eigen land moeten realiseren.

Actie
„Nederland verplicht zichzelf tot zowel binnenlandse actie als participatie in internationale projecten”, zei minister Pronk gisteren in zijn toespraak tot de plenaire vergadering. Volgens het protocol van Kyoto moet de uitstoot van broeikasgassen in Nederland in 2010 met 6 procent zijn afgenomen ten opzichte van 1990. Op dit moment ligt de uitstoot nog 7 procent boven die van 1990. Ook de economische groei, die een stijgend energieverbruik met zich meebrengt, bemoeilijkt het halen van de doelstellingen.

Verwijzend naar de gevolgen van dreigende klimaatverandering zei Pronk: „Er zijn al te veel slachtoffers van extreme weersomstandigheden en aan het klimaat gerelateerde natuurrampen. Het aantal kwetsbare mensen neemt toe. Veel landen kunnen de situatie nog steeds het hoofd bieden, ofschoon enkel met behulp van kostbare investeringen, zoals in mijn land wanneer we onze dijken versterken”.

„De meeste kwetsbare mensen zijn echter arm; slachtoffers van droogte, modderstromen, overstromingen, orkanen en erosie. Hun armoede dwingt hen te leven in de minst productieve gebieden en de meest kwetsbare plaatsen op aarde. Hun manier van leven kan hun natuurlijke omgeving verder verzwakken, wat hen nog kwetsbaarder maakt. En als ze getroffen worden, hebben ze niets meer om een nieuw bestaan te beginnen. Daarom moeten we meer hulp bieden aan kwetsbare mensen en landen die zich proberen aan te passen aan de veranderende weers- en klimaatomstandigheden”, aldus Pronk.

Harde afspraken
Voor zijn vertrek naar Buenos Aires zei de minister dat daar harde afspraken gemaakt moesten worden over hoe verschillende delen van de wereld hun beperking in de uitstoot van broeikasgassen mogen realiseren. Op die uitspraak kwam hij gisteravond terug. Buenos Aires zal niet meer opleveren dan een agenda voor een „werkprogramma”. Dat wil zeggen dat de conferentie waarschijnlijk de komende nacht wordt afgerond met als resultaat zo'n agenda voor een periode van ongeveer anderhalf jaar. Veel eerder zal er geen nieuwe klimaattop belegd worden, verwacht Pronk.