Buitenland

Zie ook: „Geen onafhankelijkheid Basken”

Vredesproces in Baskenland lijkt moeilijk te worden

ETA kent spelregels
democratie nog niet

Van onze correspondent
BILBAO – Twee maanden geleden ruilde de Baskische terreurorganisatie ETA haar bommen en pistolen in voor de democratische kracht van het Baskisch nationalisme. In ruil voor de belofte van alle Baskische nationalistische partijen dat zij zich zullen inzetten voor de zelfbeschikking van Baskenland, kondigde de ETA een eenzijdig bestand voor onbepaalde tijd af.

De verkiezingsoverwinning van de Baskische nationalistische partijen in Baskenland, eind oktober, hebben de Spaanse president Aznar met de rug tegen de muur gezet. Een democratische meerderheid in Baskenland eist nu een referendum over de vraag of Baskenland de 21e eeuw ingaat als onafhankelijk staat of als provincie van Spanje.

Het zijn moeilijke dagen voor de Spaanse president José Maria Aznar, die vier jaar geleden zelf op het nippertje aan de dood ontsnapte doordat een door de ETA geplaatste bom één seconde te vroeg afging. De afgelopen jaren bestreed zijn regering met groot succes de Baskische terreurbeweging. De Spaanse politie ontmantelde een aantal belangrijke commando's van de ETA en een groot aantal kopstukken van de terreurorganisatie werd gearresteerd. De voltallige leiding van de politieke arm van de ETA, Herri Batasuna (HB), verdween achter de tralies als leden van een criminele organisatie. Ondertussen brokkelde het sociale draagvlak voor de gruweldaden van de ETA in Baskenland gestaag af. De koelbloedige liquidatie van het PP-gemeenteraadslid Miquel Angel Blanco, ruim een jaar geleden, was voor veel Basken de druppel die de emmer deed overlopen. Met honderdduizenden tegelijk gingen zij de straat op om uiting te geven aan hun woede en afkeuring.

Volharden
In het nauw gedreven besloot de ETA tot een radicale koerswijziging. Voorheen bestempelde de terreurorganisatie de gematigde nationalistische partijen als „verraders” omdat zij het geweld van de ETA afkeurden als middel om het recht op zelfbeschikking af te dwingen. Nu besloot de ETA tot een gezamenlijke Baskisch-nationalistische strategie. Een en ander kreeg gestalte in de Verklaring van Lizarra. Hierin verklaren alle Baskisch nationalistische partijen dat het conflict in Baskenland alleen kan worden opgelost door middel van een referendum waarbij de Basken zich kunnen uitspreken of, en zo ja hoe zij deel willen uitmaken van de Spaanse staat. In ruil hiervoor kwam de ETA tegemoet aan de belangrijkste eis van de gematigd nationalistische partijen: een eenzijdig bestand voor onbepaalde tijd, zodat er begonnen kon worden met een vredesproces naar Noord-Iers voorbeeld.

Na de overwinning van de Baskische nationalistische partijen in de provinciale verkiezingen in Baskenland eind oktober –tezamen wisten zij ruim 54 procent van de stemmen te veroveren–, zijn alle blikken gericht op de Spaanse regering. Schoorvoetend heeft zij voor het eerst toegegeven dat er „een politiek probleem” ten grondslag ligt aan het geweld van de ETA en besloten gesprekken te gaan voeren met de terreurorganisatie. Bij deze gesprekken staan geen politieke zaken op de agenda. Het gaat erom een oplossing te zoeken voor de ruim vijfhonderd ETA-gevangenen. Over het algemeen wordt verwacht dat de Spaanse regering zal aanbieden de ETA-gevangenen die driekwart van hun straf hebben uitgezeten of ernstig ziek zijn vrij te laten, terwijl er voor de andere gevangenen gezocht wordt naar een manier om hen geleidelijk te herintegreren in de samenleving. In ruil daarvoor eist de Spaanse regering dat de ETA ondubbelzinnig verklaart dat zij haar gewapende strijd definitief beëindigt. Een dergelijke verklaring is voor de Spaanse regering een absolute voorwaarde voor een tweede fase van het vredesproces, waarin zal worden onderhandeld over de politieke eisen van de Baskische nationalistische partijen. Aan deze tweede en beslissende fase van het vredesproces zullen alle politieke partijen in Baskenland deelnemen, inclusief Herri Batasuna.

Over de uitkomst van deze onderhandelingen wordt dezer dagen in Spanje druk gespeculeerd.

De Baskische nationalistische partijen zullen naar alle waarschijnlijkheid volharden in hun standpunt dat het Baskische volk zich moet kunnen uitspreken over zijn toekomst. Al was het maar omdat het tegendeel het einde van de zo kostbare vrede zal betekenen. In haar laatste communiqué van vorige week heeft de ETA ondubbelzinnig duidelijk gemaakt de organisatie elk compromis waar het gaat om het recht op zelfbeschikking ziet als verraad aan de Verklaring van Lizarra en automatisch tot gevolg heeft dat haar bestand wordt opgeheven. Kortom: de ETA heeft het aan de politieke partijen overgelaten om een oplossing te zoeken voor het conflict in Baskenland, maar mocht de uitkomst van dit democratische proces haar niet bevallen dan deinst ze er niet voor terug de wapens weer op te pakken.

Was buiten
Ondertussen leren de Basken langzaam maar zeker wat het is om te leven in vrede. Het PP-gemeenteraadslid Alvaro Morago gaat sinds vorige week naar de film en de supermarkt zonder de schaduw van zijn lijfwachten. „Heerlijk”, zo vertelt hij, „al kijk ik nog steeds constant om me heen, zoiets maak je je eigen in de loop der tijd, en dat verdwijnt niet van de ene dag op de andere”. Leire Idoyaga zag vorige week voor het eerst sinds ruim een jaar haar broer buiten de gevangenismuren. „Mijn broer heeft ruim een jaar vastgezeten op verdenking van collaboratie met de ETA”, vertelt ze. „Vorige week kreeg hij plotseling te horen dat alle beschuldigingen tegen hem waren geseponeerd, omdat er geen sluitende bewijsvoering bestond voor de beschuldigingen. Dat is het rechtstreekse gevolg van het huidige situatie. Het was vanaf het begin duidelijk dat deze bewijsvoering ontbrak, maar in de Spaanse antiterrorismewetgeving kun je een verdachte een jaar vasthouden zonder dat een proces uitsluitsel geeft of de beschuldigingen ook gegrond zijn”.

Voor Jon Ruiz Sagarna, agent bij de Ertzaina (de Baskische politie), was het van speciale betekenis dat hij zijn gewassen uniform onlangs voor het eerst buiten aan de waslijn heeft gehangen. „In de vijftien jaar dat ik werk voor de Ertzaina heb ik dat nog nooit gedaan. Voor ETA-sympathisanten waren wij handlangers van de Spaanse staat, omdat wij samen werken met de antiterroristische eenheden van de Guardia Civil. Kwamen zij erachter dat je werkte voor de Ertzainza, dan bekladden zij je huis, deden zij dreigbrieven in de brievenbus en was je je leven niet meer zeker”. Het zijn slechts drie van de vele mogelijke voorbeelden van hoe de vrede nu al helpt bij het overwinnen van wederzijdse haat en de totstandkoming van een vreedzame samenleving in Baskenland. Het is te hopen dat alle betrokkenen bij het vredesproces daar de komende maanden zo nu en dan bij stilstaan.