Albanië en Macedonië krijgen voldoende
EU houdt Kroatië en Bosnië op afstandBRUSSEL Kroatië en Bosnië zijn nog niet rijp voor nauwere banden met de Europese Unie. De terugkeer van vluchtelingen naar huis verloopt te moeizaam. Ook is er onvoldoende vooruitgang in de democratisering en economische hervormingen, oordeelt de Europese Commissie. Albanië en Macedonië hebben een goed najaarsrapport gekregen. Alle vormen van financiële hulp aan en samenwerking met deze landen blijven wat de Commissie betreft overeind. Maar de twee ex-Joegoslavische republieken Kroatië en Bosnië hebben te veel onvoldoendes. Servië komt al helemaal niet in aanmerking voor nauwere banden zolang het conflict in Kosovo doorwoedt. Vooral Kroatië had gehoopt op een samenwerkingsakkoord met de Europese Unie. De Commissie constateert echter dat er weinig of geen vooruitgang is in de democratisering en het mensenrechtenbeleid. Ze kritiseert de persbreidel en het uitblijven van hervormingen in het kiesstelsel. Weliswaar zijn er positieve ontwikkelingen in de voorbereidingen van de terugkeer van vluchtelingen, maar Brussel wil naast woorden ook daden zien. Zagreb houdt zich niet aan de beloftes in het Dayton-vredesakkoord, zoals respect voor de rechten van de Servische minderheid in Oost-Slavonië. Wel signaleert de Commissie aanzienlijke vooruitgang in de economische hervormingen. Alleen het toezicht op de particuliere banksector is nog niet geregeld zoals het moet. Bosnië Voor Bosnië blijft er op het gebied van democratisering en mensenrechten veel werk aan de winkel. Door het gebrek aan samenwerking tussen de Bosnische autoriteiten in beide deelrepublieken wordt de terugkeer van vluchtelingen bemoeilijkt. Het onderwijs, de rechten van de burgers en de strijd tegen fraude zijn nog steeds niet op het gewenste peil. Bosnië heeft weliswaar bepaalde stappen gezet op weg naar een markteconomie, maar de ontwikkelingen in de belastingen, buitenlandse investeringen, het monetaire systeem en het banksysteem laten nog veel te wensen over. De Commissie weigert daarom de speciale hulpfondsen voor Midden- en Oost-Europa volledig open te stellen voor Bosnië. Voor onderhandelingen over een samenwerkingsakkord met de EU is het veel te vroeg, concludeert ze. De ministers van buitenlandse zaken zullen echter het laatste woord hebben over de relaties met de Balkanlanden. Ze zullen binnenkort oordelen op basis van het commissierapport. |