Buitenland

ARD-correspondent vluchtte uit Belgrado na klacht van minister

„Zo werkt dat in een totalitaire staat”

Van onze buitenlandredactie
BELGRADO – Precies een week geleden nam de radiocorrespondent van de Duitse zender ARD in Belgrado, Henryk Jarczyk, de wijk naar Wenen. Samen met zijn vrouw en twee kinderen van 3 en 5. Tegenover de Süddeutsche Zeitung (editie van vandaag) legt hij zijn motieven uit. „Ze mogen mij een lafaard noemen, maar helden tref je meestal op veilige plaatsen aan”.

„Zodra de NAVO had aangevallen, zou er een ongewisse situatie zijn ontstaan”, licht de 38-jarige journalist toe. Niemand weet toch hoe de bevolking in dat geval reageert. De beelden uit Bosnië-Herzegovina, waar blauwhelmen van de internationale vredesmacht aan elektriciteitsmasten waren geketend, dateren van nog niet zo lang geleden”.

Het besluit om standplaats Belgrado te verlaten betekende dat de familie Jarczyk letterlijk haar complete huishouding achterliet. „Ik woonde niet in een hotel, zat niet op gepakte koffers. De Duitse luchtmacht had mij niet eventjes kunnen evacueren”.

De reden voor het overhaaste vertrek van de radireporter was niet zozeer de angst „voor bommen op ons huis”. Nee, de Joegoslavische minister van informatie, Goran Matic, gaf persoonlijk het alarmsignaal. „Hij liet mijn naam in een televisie-interview vallen als een journalist die desinformatie verspreidde”.

Van deze ministeriële manoeuvre, klip en klaar hetze voeren tegen onwelgevallige media, kijkt de beschuldigde totaal niet op. „Zo ligt dat nu eenmaal in een totalitaire staat. De voorzitter van de ultranationalistische partij SRS, Vojislav Seselj, die ook vice-premier van Servië is, heeft al aangekondigd elke negatief ingestelde journalist ter verantwoording te willen roepen. Wat dat ook mag inhouden”.

Dergelijke dreigementen neemt de ARD-man heel serieus. „Aanhangers van Seselj zouden het als een oproep tot een volksgericht kunnen opvatten. Als diens sympathisanten zich willen laten gelden, heb je zo een knokploeg voor de deur”.

Voorwiel eraf
Waarom riep Jarczyk eigenlijk het ongenoegen van beide Servische bewindslieden op? „Het ging om een bijdrage waarin ik op voorzichtige wijze, dat wil zeggen onder aanhaling van een medewerker van de vluchtelingenorganisatie van de VN, meldde dat Servische politiemannen op een groep vluchtelingen zouden hebben geschoten”.

De opinie van de Servische minister van informatie is duidelijk: „Wie zoiets beweert, is verantwoordelijk voor eventuele vergeldingsaanvallen van de NAVO. Wij, journalisten, worden dus als de representanten beschouwd van degenen die een aanval voorbereiden. Belgrado hekelde trouwens alle westerse media als agitatoren. De Deutsche Welle, die bijdragen van mij overneemt, prijkt daarbij op de hoogste plaats. De regering zegt: De Deutsche Welle is een staatszender, die propaganda bedrijft voor Kinkel (de demissionaire Duitse minister van buitenlandse zaken, red.). Wie voor Kinkel werkt, is onze vijand”.

Met welke gevolgen? „Ik weet niet wie zulke nare streken uithaalt, maar de correspondent van de Financial Times en zijn vrouw bijvoorbeeld ontdekten op een dag dat de wielmoeren van hun auto loszaten. Bij de echtgenote van een BBC-collega viel op de snelweg eventjes een voorwiel eraf”.

Nog persoonlijke bedreigingen? Het afluisteren van de telefoon is normaal in het rijk van de Joegoslavische president, Slobodan Milosevic, repliceert Henryk Jarczyk. „Ik heb er aanwijzingen voor. Ik ben echter nooit direct fysiek aangevallen of bedreigd”.

Inmiddels is de termijn van de officiële accreditering van de radioredacteur verlopen. Keert hij soms nog naar Belgrado terug wanneer de plaatselijke autoriteiten zijn papieren wensen te verlengen? „Ik ben altijd bereid terug te gaan. Voorwaarde is vanzelfsprekend een accreditering. Daarnaast wil ik de garantie van de autoriteiten dat ik geen gevaar loop. Regeringsleden mogen niet tot enige vorm van geweld tegen ons journalisten oproepen. Ze mogen mij een lafaard noemen, maar helden tref je meestal op veilige plaatsen aan”.