Buitenland

Caraïbische eilanden bestrijden misdaad met doodstraf

Na elf jaar weer een executie

Van onze correspondent
KINGSTON – Wanneer een pardon uitblijft, wacht de 29-jarige Neville Lewis vandaag de galg om zo met zijn leven te boeten voor een roofmoord die hij samen met een kompaan zes jaar geleden pleegde. In een bijna-wanhoopspoging om de escalerende misdaad een halt toe te roepen, heeft het ministerie van justitie en openbare veiligheid van het Caraïbische eiland Jamaica besloten de doodstraf weer te laten voltrekken na een hiaat van ruim elf jaar waarin rechters de hoogste strafmaat wel konden opleggen, maar de uitvoer van het vonnis achterwege bleef.

„Jamaica kampt met ernstige criminaliteit. Er vond de laatste jaren een schrikbarende devaluatie plaats van de waarde van het menselijk leven. Misdadigers schieten voor het minste of geringste slachtoffers neer. Neville Lewis wurgde een zakenman om hem van ongeveer driehonderd dollar te beroven. Dat was helemaal niet nodig geweest”, zo vertelt woordvoerder Rolston Williams van de justitie in de eilandhoofdstad Kingston.

Hoewel Jamaica slechts een kleine 2,5 miljoen inwoners telt, registreerde de politie er vorig jaar 573 moorden, waarmee het eiland zich mag rekenen tot de meest gewelddadige plekjes op aarde. De tribunalen van Jamaica veroordeelden de afgelopen jaren 47 mensen tot de doodstraf, maar de rechters zagen hun hardere aanpak gedwarsboomd door de Privy Council in London, die voor de voormalige Britse Caraïbische gebiedsdelen als hoge raad fungeert.

Nieuw hof
„De rechtsgang naar de Privy Council is mede vanwege de afstanden buitengemeen traag. Een tot aan de raad in London uitgevochten hoger beroep kan soms wel zes of zeven jaar in beslag nemen”, aldus de Jamaicaanse advocaat Bart Miller, die erop wijst dat de Engelse rechters in 1993 feitelijk de doodstraf schrapten door te oordelen dat de executie van gevangenen die langer dan vijf jaar op de voltrekking van hun vonnis hebben moeten wachten, „inhumaan” is. De Privy Council zet sindsdien de doodstrafzaken die hem bereiken automatisch om in levenslang.

„De moeilijkheid is dat veroordeelden verschillende manieren hebben om in beroep te gaan tegen hun vonnis. Naast de Privy Council, die als laatste instantie geldt, kunnen de ter dood veroordeelden tevens hun zaak aanhangig maken bij de Verenigde Naties, onder het verdrag van Burger en Politieke Rechten, en bij de Interamerikaanse Commissie voor de Rechten van de Mens. Vanzelfsprekend neemt dit alles veel tijd in beslag en ondertussen blijft de samenleving achter met een gekneusd rechtsgevoel”, zo analyseert procureur-generaal Delano Bart van het eilandstaatje St.-Kitts en Nevis, waar twee weken geleden voor het eerst in dertien jaar weer een executie plaatsvond.

Samen met enkele andere voormalig Britse eilanden overweegt Jamaica zijn rechtssysteem grondig te reorganiseren, waarbij een nieuw te vormen Caraïbisch hof van justitie straks de functies gaat overnemen van de Privy Council in Londen. Barbados, Guyana, Trinidad en Tobago en enkele kleinere eilanden zijn bereid deel te nemen aan de plannen van Jamaica. Het is de bedoeling om het nieuwe hof van justitie reeds eind volgend jaar gereed te hebben.

„We houden ons hart vast”, zo verzucht Sarah DeCosse van de Amerikaanse mensenrechtenorganisatie Human Rights Watch. Volgens DeCosse zijn sinds 1990 in het Caraïbisch gebied 245 misdadigers ter dood veroordeeld. In verhouding tot het bevolkingsaantal is dat ruim vier maal zo veel als in de Verenigde Staten. „De Engelse Privy Council is tot dusver een rem geweest op de wraakzucht van de plaatselijke justitie. De vrees is gerechtvaardigd dat het vervangen van deze instantie van hoger beroep door een Caraïbisch gerechtshof zal resulteren in een ware golf van executies”, aldus Sarah DeCosse.

Kiezers
Door aan te dringen op een herinvoer van de doodstraf, benadrukken de voormalige Britse koloniën in en rond het Caraïbisch gebied hun uitzonderingspositie in de regio. Geen van de Spaanstalige landen in de regio kent de doodstraf. „De stille gedachte hierachter is altijd geweest dat onze rechtspraak niet helemaal volmaakt is en soms een steek laat vallen. Bij het toepassen van de doodstraf bestaat er dus een kans op grove fouten. Bovendien is er de vrees dat populistische bestuurders justitie onder druk zetten om zware criminelen te executeren in een poging een wit voetje te halen bij de kiezers. Om dat soort wantoestanden te voorkomen heeft geen van de Spaanstalige landen zijn rechters uitgerust met het wapen van de doodstraf”, zo vertelt aanklager Octavio Cabreras van het openbaar ministerie in Santo Domingo.

Volgens Amnesty International zijn de regeringen van de meeste Engelstalige eilandstaatjes in de regio niet helemaal blind voor de populariteit van de kiezers van de doodstraf. „De misdaadescalatie, die zijn oorsprong vindt in de gammele sociale verhoudingen en de voortschrijdende armoede, is voor menig politicus aanleiding om het opnieuw toepassen van de doodstraf aan te dragen als een wondermiddel. Dat is natuurlijk niet helemaal correct”, aldus Amnesty-adviseur Jeremy Peterson op Jamaica.

Geen tanden
Voorstanders van de doodstraf wijzen erop dat het ultieme vonnis juist op de kleine eilanden van het Caraïbisch gebied een groot, en dus misdaadontmoedigend, impact zal hebben. „Hier op St.-Kitts kennen we elkaar allemaal heel goed. Eigenlijk is niemand een vreemdeling. De dood van een notoire crimineel is dus niet iets waarover je alleen in de krant leest, het is een gebeurtenis waaraan vaak persoonlijke herinneringen als een gezicht, een stem, een gebaar of zelfs een angstig moment kleven. Wij zijn ervan overtuigd dat de doodstraf op ons eiland binnen de kortste keren een scherpe reductie van de misdaad tot gevolg zal hebben”, aldus premier Douglas Danzil in het hoofdstadje Basseterre.

De crimineel die eind vorige maand de strop kreeg, was een 28-jarige jongeman. David Wilson had in 1994 een bejaarde nachtwaker doodgeslagen om er met omgerekend ongeveer tweehonderd gulden vandoor te gaan. Net als op Jamaica steeds vaker voorkomt, weigerde de rechter in hoger beroep gehoor te geven aan het verzoek van de moordenaar om zijn proces voor te leggen aan de Interamerikaanse Commissie voor de Rechten van de Mens. Het tribunaal op St.-Kitts zag hierin slechts een vertragingsmanoeuvre en wees erop dat de bewijslast tegen Wilson verder weinig ruimte voor twijfels of vraagtekens overliet.

„Verder uitstel van Wilsons executie zou relletjes op het eiland hebben veroorzaakt. De gruwelijkheden die deze man beging, liggen vier jaar later nog vers in het geheugen. De meeste mensen vinden dat de wet tanden mist en schrijven hieraan de groeiende misdaad toe”, aldus landsadvocaat Bart.