„Humanitaire ramp
dreigt in Kosovo”

NEW YORK – De Veiligheidsraad van de Verenigde Naties heeft gisteren een dringende oproep gedaan voor een staakt-het-vuren in de Joegoslavische provincie Kosovo, waar de strijd zich lijkt te verplaatsen in de richting van de hoofdstad Pristina.

De raad waarschuwt ervoor dat, gezien het grote aantal vluchtelingen en de naderende winter, Kosovo het toneel kan worden van een humanitaire ramp.

De raad bevestigde de territoriale integriteit van Joegoslavië en riep de Servische leiders op onderhandelingen met de etnisch Albanezen te beginnen. De etnisch Albanese gemeenschap omvat ongeveer 90 procent van de bevolking van Kosovo en het grootste deel ervan streeft onafhankelijkheid na.

De raad benadrukte dat de federale regering en de Kosovo-Albanezen een politieke oplossing voor de kwestie Kosovo moeten vinden. Het geweld en daden van terreur van welke zijde dan ook worden onaanvaardbaar genoemd.

Pristina is tot dusver gespaard gebleven voor het geweld, dat aan honderden het leven heeft gekost en naar schatting 230.000 mensen van huis en haard heeft verdreven. Vluchtelingen zeiden echter gisteren dat Servische granaten waren neergekomen in een gebied op 15 tot 35 kilometer ten zuidwesten van Pristina.

Servische regeringstroepen leverden gisteren in de omgeving van Pristina zwaar slag met troepen van het Kosovo Bevrijdingsleger UCK. De Servische soldaten bestookten dorpen in de buurt van de luchthaven van Pristina met zwaar artillerievuur. Volgens het Kosovo-Albanese Informatiecentrum zijn daardoor veel huizen beschadigd of verwoest.

De mensenrechtenorganisatie Amnesty International veroordeelde vandaag de wantoestanden in de Joegoslavische provincie Kosovo. De organisatie meldt onder meer dat vooral vrouwen het slachtoffer zijn van de gevechtshandelingen en vervolgingen in de aan Servië ondergeschikt gemaakte provincie. De Joegoslavische strijdkrachten bevechten er met grof geschut guerrillastrijders die de etnisch gezien in meerderheid Albanese provincie willen afscheiden.

In een onderdeel van de rapporten van Amnesty beschuldigt de organisatie de regeringstroepen ervan standrechtelijk mensen te hebben geëxecuteerd. Dat zou zijn gebeurd in juli in Orahovac, vlak nadat de strijdkrachten het plaatsje hadden ingenomen.

Nieuwe sancties
Intussen dringt de Duitse regering aan op nieuwe sancties tegen Joegoslavië wegens het bloedvergieten in Kosovo. Dit maakte regeringswoordvoerder Hauser gisteren na het kabinetsberaad bekend. Bonn wil alle rekeningen van Joegoslavische banken en bedrijven in de Europese Unie bevriezen. Ook wil de Duitse regering verdere beperkingen in de visaverstrekking en een start- en landingsverbod voor Joegoslavische luchtvaartmaatschappijen op alle vliegvelden in de EU.

De regering heeft besloten samen met de Duitse justitie een commissie te vormen die al het bewijsmateriaal over „misdadige handelingen” in Kosovo verzamelt en doorgeeft aan het Joegoslavië-tribunaal in Den Haag. Bonn wil dat ook de overige veertien EU-staten zich daartoe verplichten.