Servië legt buitenlandse pers aan bandenNAVO gaat oefeningen bij Kosovo houdenVan onze correspondent BRUSSEL De NAVO en Europese troepen zullen vanaf volgende week oefeningen houden in Albanië en volgende maand in Macedonië om Servië duidelijk te maken dat het moet stoppen met zijn militaire offensief in Kosovo. Dat heeft het Amerikaanse ministerie van defensie gisteren meegedeeld. Als het offensief en het geweld tegen burgers in Kosovo niet worden beëindigd, zal de NAVO binnen zeven tot tien dagen beperkte luchtaanvallen kunnen uitvoeren. Die waarschuwing had president Milosevic van Joegoslavië (Servië en Montenegro) al eerder op de dag gekregen via een persoonlijke boodschap van de Amerikaanse minister van buitenlandse zaken, Albright. Maar Servië zet ondanks alle dreigementen zijn offensief tegen het separatistische UCK in Kosovo door. Dat heeft de bondsregering van Joegoslavië gisteren besloten, zo deelde de staatstelevisie mee. Dit besluit werd reeds verwacht. Eerdere dreigementen door de NAVO zijn niet uitgevoerd. Milosevic is al een eind gevorderd met de ernstige slag die hij de separatisten in Kosovo wil toebrengen. De Duitse minister van buitenlandse zaken, Kinkel, zei gisteren in Den Haag dat dreigen weinig uithaalt zolang er geen VN-mandaat voor ingrijpen is. Kinkel riep Rusland, permanent lid van de Veiligheidsraad, maar tevens trouw bondgenoot van Servië, opnieuw op in te stemmen met een mandaat dat ingrijpen mogelijk maakt. Het verbod op landingen door Joegoslavische vliegtuigen in de EU is nog niet van kracht, omdat Groot-Brittannië, Spanje en Portugal er juridische problemen mee hebben. Zij kunnen hun luchthavens niet zonder meer sluiten voor Joegoslavische toestellen, omdat zij samenwerkingsovereenkomsten hebben. Journalisten De Servische autoriteiten grijpen de berichtgeving over massagraven in Kosovo aan om de buitenlandse pers aan banden te leggen. De Joegoslavische ambassadeur in Wenen schreef gisteren een brief op poten aan de hoofdredactie van Die Presse, het blad dat eerder met de onthulling over massagraven in de plaats Orahovac kwam. Bij de Berlijnse krant Tageszeitung kwam een soortgelijke brief binnen. Volgens de Servische media stelde Belgrado de beide kranten een proces wegens smaad in het vooruitzicht. Enkele journalisten is vriendelijk doch dringend verzocht om Joegoslavië onmiddellijk te verlaten. Onder hen zou de Nederlander Harald Doornbos zijn, journalist van Radio 1 en de Geassocieerde Persdiensten (GPD). De betrokken nieuwsdiensten zeggen niets van moeilijkheden tussen Doornbos en de Servische autoriteiten te weten. Volgens de GPD bevindt Doornbos zich sinds woensdag weer in zijn standplaats Sarajevo, de hoofdstad van Bosnië. Hij was gisteravond niet op de hoogte van eventuele maatregelen tegen hem. De journalist ontkende de aantijging dat hij illegaal via Montenegro naar de Servische provincie Kosovo zou zijn gereisd. Doornbos beschikt over een permanente verblijfsvergunning voor de Joegoslavische deelrepubliek Montenegro, die volgens hem ook recht geeft op de inreis in de deelrepubliek Servië. In een verklaring voor de Servische televisie noemde minister van informatie Goran Matic Doornbos in één adem met Erich Rathfelder, de omstreden correspondent van Die Presse en Tageszeitung. Beiden zouden een sleutelrol hebben gespeeld bij het produceren van leugens over massagraven in Kosovo. Erich Rathfelder, die dinsdag het bestaan van een massagraf bij Orahovac in de Servische provincie Kosovo meldde, heeft het graf zelf niet gezien. Hij baseerde zich op een informant uit een Servische familie die hem had verzekerd dat hij 567 lijken had zien wegdragen, zo is gebleken. De Oostenrijkse krant Die Presse meldde woensdag dat Rathfelder het graf zelf had gezien. Maar in de krant van gisteren schreef hij dat hij vanaf een hoogte aan de rand van de stad bij een begraafplaats en een stortplaats drie graven heeft gezien. Een ervan, ongeveer 10 bij 10 meter, had 33 grafschriften. Teruggekomen in de stad trof de journalist de informant aan. Rouw De Kosovaarse leider Rugova heeft vandaag uitgeroepen tot dag van rouw wegens de moorden, bloedbaden en massagraven in Orahovac. Alle etnische Albanezen in de opstandige Joegoslavische provincie zijn opgeroepen de doden te herdenken. De EU heeft Joegoslavië (Servië en Montenegro) intussen gevraagd sporenexperts toe te laten tot Kosovo, als onderdeel van het EU-onderzoek naar berichten over massagraven. De Europese Commissie heeft 11 miljoen gulden extra uitgetrokken voor humanitaire hulp aan de slachtoffers van de crisis in Kosovo. |