Milutinovic gaat naar PristinaAanloop naar Kosovo-overleg vol hindernissenPRISTINA De Servische president Milan Milutinovic, opvolger en bondgenoot van de huidige Joegoslavische president Slobodan Milosevic, zal vandaag naar Pristina reizen, de hoofdstad van de Servische provincie Kosovo. Milutinovic neemt in Pristina deel aan het beoogde overleg met de Kosovo-Albanezen, vermoedelijk om aan te tonen dat het de Albanezen zijn die niet tot een dialoog bereid zijn. Albanese leiders stelden gisteren een onderhandelingsteam van vier personen samen, maar weigerden te onderhandelen met de Servische autoriteiten als daar geen internationale bemiddelaars bij aanwezig zijn. Fehmi Agani, een voorname Albanese onderhandelaar, weigerde met Milutinovic te praten en beschuldigde Servië van trucs. Niettemin werd het als een grote stap voorwaarts gezien dat het onderhandelingsteam van de vier Albanezen na wekenlange discussies eindelijk rond was. Maar of het ooit tot onderhandelingen met Servië zal komen, blijft onzeker. Blerim Shala, een woordvoerder van de Albanezen, verklaarde dat de Albanese vertegenwoordigers de Servische delegatie vandaag niet ontmoeten. Hij zei dat de uitnodiging van de Servische regering niet in overeenstemming is met de aanbevelingen van de Internationale Contactgroep voor ex-Joegoslavië. Referendum Het Servische parlement zal naar verwachting vandaag bepalen dat er op 23 april een referendum wordt gehouden over de vraag of buitenlandse bemoeienis met de kwestie Kosovo gewenst is. Het zal Milosevic, die de media in een ijzeren greep heeft, geen enkele moeite kosten om het door hem gewenste nee-antwoord van de kiezers los te krijgen. Het parlement moest gisteren wel de grondwettelijke regels voor een referendum veranderen. Vroeger moesten er minimaal dertig dagen liggen tussen het uitroepen en het houden van een referendum. Nu is dat minimaal vijftien dagen geworden, waardoor 23 april de mogelijke referendumdag wordt. Deze halvering van de termijn was nodig om het referendum te kunnen houden voor het verstrijken van een ultimatum van de Contactgroep, die Milosevic heeft gedreigd met sancties als hij geen serieuze dialoog met de Kosovo-Albanezen begint. Etnisch-Albanese bronnen meldden de vondst van zes lichamen langs een weg bij het dorp Orahovac, vijftig kilometer ten zuidwesten van de provinciehoofdstad Pristina. Alle doden waren mannen; vijf waren ouder dan vijftig. Volgens het etnisch-Albanese informatiecentrum waren de zes vermoedelijk twee of drie dagen eerder om het leven gekomen. De Servische televisie meldde dat het ging om loyale Kosovo-Albanezen, die waren gedood door Albanese terroristische bandieten. Er zou een intensieve speuractie op touw zijn gezet naar de daders. |