Buitenland

Nieuwe leiding moet de Mossad adelaarsblik hergeven

Over het onscherpe “oog van David”

Door drs. B. Belder
BONN – Misslagen hebben het oogstrelende blazoen van de Israëlische geheime dienst, de Mossad, doen verbleken. Een mislukte moordaanslag in Amman plus enige voortijdig ontdekte afluisteroperaties in Europa, tastten de wereldwijde reputatie van de Mossad aan. En dat imago hield perfecte planning en absolute professionaliteit in. De Duitse insider Rolf Tophoven legt de vinger op de zere plekken en komt met een paar tips voor remedie.

De naam Mossad is het Hebreeuwse woord voor “instituut”. De precieze aanduiding luidt “Instituut voor informatie en speciale opdrachten in het buitenland”. Officieel kreeg de Israëlische geheime dienst zijn naam in 1951. Een ontlening overigens aan de in 1937 gestichte “Organisatie voor ongeoorloofde immigratie” naar Palestina, de Mossad Aliyah Beth.

„Binnen de context van de internationale inlichtingendiensten draaide de Mossad makkelijk mee met de Amerikaanse CIA en de vroegere KGB”, stelt Tophoven. „De CIA is weliswaar groter, maar de Mossad werkt effectiever. Gold de oude KGB als geroutineerder dan de Mossad, dan boezemde zijn Israëlische evenknie tegenstanders meer vrees in”.

Een verklaarbare ontwikkeling, vindt de terreurspecialist. „De Mossad staat te boek als een wezenlijke garant voor Israëls staatkundige bestaan”. Zie de talloze successen die de Mossad behaalde in een strijd op leven en dood tegen Arabische staten, Palestijnse terreurcommando's. Zie zijn spectaculaire wapenfeiten op het glibberige terrein van de spionage.

Vakmanschap
Tophoven roept „slechts” drie vakkundig uitgevoerde operaties van de Mossad in herinnering. Zo wist „het oog van David”, de Israëlische volksnaam voor de Mossad, in 1960 de nazi-moordenaar Adolf Eichmann op te sporen in Buenos Aires en hem naar de joodse staat over te brengen. Daar wachtte Eichmann het doodvonnis en de terechtstelling.

Onze zegsman memoreert een tweede volbrachte missie: „Herfst 1968 transporteerde de “Scheerberg A”, een door de Mossad gecharterd schip, 200 ton hoogwaardig uraniumerts. De geheime dienst had het uranium op illegale wijze in Europa verkregen. Sindsdien is Israël atoommacht”.

Het derde voorbeeld toont de lange, wrekende arm van de Mossad aan. Na de massamoord op Israëlische sportlieden bij de Olympische Spelen van 1972 in München, stelde de Mossad een “hitlist” op. Op dat lijstje prijkten de namen van de twaalf Palestijnen die dit weerzinwekkende bloedbad op hun geweten hadden. In de volgende jaren werkten Mossad-commando's de “hitlist” systematisch af. Alle Palestijnse moordenaars boetten voor hun misdaad met liquidatie.

Tóen was „Israëls scherpste zwaard in de strijd om te overleven” allerminst stomp, luidt de boodschap van onze bron. Wat een contrast met vandaag! De serie van recente tegenslagen die de Mossad moest incasseren, komt trouwens voor hem noch voor andere kenners uit de lucht vallen... De uitkomst is bekend. Mossad-chef Danny Yatom trad terug.

Verzet veteranen
Tophoven legt een rechtstreeks verband tussen de hedendaagse crisis binnen de Mossad en de benoeming van Yatom in 1996 tot Israëls geheim agent nummer één. Die promotie dankte Yatom, voormalig militair adviseur van Rabin, aan de toenmalige premier Sjimon Peres.

Kritische kanttekening van de Duitse deskundige: „Yatom was evenwel een buitenstaander, geen prof op het gevoelige terrein van een inlichtingendienst. Ook werd gelijktijdig met zijn aantreden voor de eerste keer in de geschiedenis van de Mossad de naam van 's lands hoogste veiligheidschef openbaar gemaakt. De Mossad kreeg zogezegd een 'gezicht'. Die nieuwe aanpak vloeide zeker voort uit het nagestreefde vredesproces”.

Oudgedienden binnen de Mossad konden zich in deze koerswijziging maar moeilijk vinden. „Transparantie”, doorzichtigheid, past nu eenmaal niet bij een geheime dienst, oordeelden de veteranen. En met nieuwkomer Yatom hadden ze evenmin veel op. Een ware loopgravenoorlog was het onvermijdelijke gevolg. Hooggeplaatste Mossad-leden, onder wie Yatoms plaatsvervanger, dreigden zelfs met opstappen. Uiteindelijk escaleerde de interne crisis met de opeenstapeling van mislukte operaties buitenslands. „Om verdere beschadiging van de legendarische organisatie te voorkomen, moest Yatom vertrekken”, vat Tophoven samen.

Oostelijke talenimpuls
Als opvolger van Yatom is Ephraïm Halevy, tot voor kort Israëls ambassadeur bij de Europese Unie (EU), aangewezen. Hij wordt daarbij terzijde gestaan door generaal Amiran Levine, de vroegere bevelhebber van het noordelijke commando van de Israëlische strijdkrachten.

In deze „tweehoofdige leiding” heeft Tophoven stellig vertrouwen. „Halevy kent de geheime dienst door en door. Van 1992 tot 1995 fungeerde hij immers als de tweede man van de Mossad. In de nabije toekomst dient hij de verrotte infrastructuur van de Mossad radicaal te vernieuwen. De reorganisatie van de Mossad vergt een grondige herbezinning”.

In welke richting? „Vandaag de dag is de strijd tegen het militante islamisme belangrijker dan spionage in traditionele zin. Ook moet de Mossad beter rekening houden met de revolutionaire trends in de mediawereld. Censuurbepalingen van het militaire en geheime apparaat doen tegenwoordig vrij anachronistisch aan. Zij liggen in Israël evenzeer onder een spervuur van kritiek. CNN en de BBC zijn telkens sneller dan de door censuurbepalingen lamgelegde Israëlische media. Een rigide informatiepolitiek is echt uit de tijd”.

Een nuttig advies verstrekt Tophoven op het gebied van de personeelswerving. Het tijdperk van de wereldwijze, veeltalige Mossad-agenten is min of meer voorgoed voorbij, constateert hij. We spreken dan over de jaren zestig en zeventig. „Zeker de 'veldofficieren' van de dienst zijn nog altijd goed. Zij beheersen echter doorgaans slechts twee talen, Hebreeuws en Engels. De rekrutering van een nieuwe generatie geheime agenten heeft prioriteit. Dé kans om ook de kennis en de talentalenten van joodse immigranten uit de landen van het voormalige Oostblok maatschappelijk sterker te integreren”.

Voorts adviseert de specialist de Mossad voortaan af te schermen van politieke beïnvloeding. Een parlementaire controle-instantie is hiertoe via wetgeving in de maak. Ondertussen zal de minister-president de exclusieve verantwoordelijkheid voor de activiteiten van de Mossad blijven dragen.

Uitzicht van Tophoven: „De Mossad bevindt zich op een tweesprong. De eerste opgave van diens nieuwe topman is herstel van motivatie en professionaliteit binnen deze eens mondiaal bewonderde veiligheidsinstantie. Ephraïm Halevy en zijn dienst hebben al met al een lange weg te gaan”.