Buitenland

Geweld jegens “broeders” verijdelt politieke explosie in Tirana

Kosovo zorgt voor eenheid in Albanië

Door drs. B. Belder
TIRANA – Het Servische bloedvergieten in Kosovo leidde tot een bijzonder merkwaardige reactie in de pers van buurland Albanië: „Kosovo bedankt”. Met de Nederlandse projectleider/planoloog Sef Slootweg, weer werkzaam in Tirana sinds april vorig jaar, spraken we gisteren over de Albanese reacties op het lijden van de “broeders” aan de overkant van de grens.

„De dramatische toestand in Kosovo heeft min of meer een helend effect op de messcherpe politieke tegenstellingen in Albanië”, verduidelijkt onze zegsman. „De onderlinge geschillen doen nu even niet zozeer terzake. De kranten alhier juichen over de „nieuwe eenheid”. Het geweld in Kosovo heeft al met al de hoge spanningen in Albanië behoorlijk doen afnemen”.

Leeft de kwestie Kosovo zo sterk in Albanië? „Ja én nee. Kijk, een heleboel mensen halen opgelucht adem nu de onmiddellijke dreiging van een burgeroorlog is geweken. Zij gaan gewoon verder met overleven. Een ander gedeelte van de Albanese bevolking houdt zich erg met Kosovo bezig. Vooral de lieden die blijkbaar niets anders om handen hebben”.

Balanceerde Albanië dan tot voor kort andermaal op de rand van grootscheepse binnenlandse onlusten? „Daar zag het twee weken geleden wel naar uit. Die sfeer is thans verdwenen”.

In feite dus door de escalatie van dit externe conflict? „Hoe wrang het ook klinkt, maar dankzij het Servische wapengeweld in Kosovo heeft de Democratische Partij van ex-president Berisha haar systematische boycot van het parlement opgegeven. Die politieke doorbraak schept een platform waar de regerende socialisten weer in gesprek zijn met de oppositie. Beide groeperingen proberen elkaar vandaag de loef af te steken in het roeren van de nationale trom over Kosovo”.

Benijde “broeders”
Die aandacht voor Kosovo is trouwens van zeer recente datum, attendeert Slootweg in zijn laatste schriftelijke rapportage van begin deze week. „De laatste maanden, bij het stijgen van de spanning in Kosovo, was er hier eigenlijk nooit een reactie”. Pas luttele weken zijn de Kosovaren weer als “broeders” aanvaard.

Aanvaard? Zeker, gelet op de allesbehalve familiale verhoudingen tussen de burgers van Tirana en de in de hoofdstad bivakkerende Albanezen uit Kosovo. De eersten beschouwden, aldus het schrijven van Slootweg, de laatsten als „ongewenste vreemdelingen”, die met hun geld de „schatten van de Albanezen” opkochten en er nog rijker mee werden”. In de Albanese volksmond gingen de Kosovaren zelfs ronduit voor „woekeraars en criminelen” door.

En tussen de Albanese jongeren aan weerszijden van de grens boterde het evenmin. „Ook het grote aantal Kosovaarse studenten dat hier de plaatsen van inheemse studenten inneemt aan de universiteit „zonder mee te hoeven doen aan toelatingsexamens”, heeft veel kwaad bloed gezet onder de jongeren die niet kunnen studeren”. Eigen falen –zakken voor de toelatingstoets– of eigen onmacht –geen geld om een studieplaats te kopen!– leiden tot wrok jegens de gelukkigen, respectievelijk kapitaalkrachtigen uit Kosovo.

Maar ziedaar, opeens is de stemming in de land van de zonen van de adelaar omgeslagen, meldt onze informant. „Het gaat nog niet zover dat iedereen roept om directe Albanese interventie, maar algemeen wordt schande gesproken van de Servische aanval”.

Een duidelijke blijk van nationaal meeleven, meevoelen met de “broeders” in Kosovo. „Ook weer ja én nee”, relativeert Slootweg mondeling. „Die sentimenten vloeien veeleer voort uit opluchting over het wijken van het acute gevaar van het interne machtsconflict. Op grond daarvan omarmen de Albanezen het externe conflict”, concludeert hij nuchter.

„Niemand zat te wachten op een gewelddadige uitbarsting van het binnenlandse machtsconflict tussen de democraten en socialisten. Het gechicaneer van de politieke partijen dreef de bevolking schijnbaar onvermijdelijk in die ongewenste richting. En nu is die interne strijd afgewend door de bloedige gebeurtenissen in Kosovo. Kortom, alle aanleiding om de nationale trom in alle hevigheid te roeren. Links en rechts vangen elkaar vliegen af als het erom gaat wie het hardst op die trom slaat”.

Wapenhandel
Over nog een ander essentieel punt zijn de inwoners van Albanië het evenzeer eens: de internationale gemeenschap dient de kwestie Kosovo onverwijld op te lossen. Voor internationale gemeenschap staan dan Europa, Amerika, NAVO.

„Naar ik heb begrepen, wil Tirana opvangkampen aan de grens inrichten voor vluchtelingen uit Kosovo”, vult onze bron aan. „Welnu, de Albanese overheid is daartoe natuurlijk helemaal niet in staat. Wat moet daarvan terechtkomen? Ik heb overigens de idee dat de internationale gemeenschap een Albanees verzoek in die richting grif zal inwilligen”.

En passant klinkt in Albanië de roep om „wapens”. Commentaar van Slootweg: „Dat is meer om inlevering van circulerend wapentuig te voorkomen dan een oproep om metterdaad deel te nemen aan de gevechten in Kosovo”.

Particulier wapenbezit in Albanië valt vooralsnog absoluut niet te verklaren als een niet ongevaarlijke privé-hobby. Falen van het overheidsgezag in de bescherming van de Albanese burgerbevolking –het onmachtige politieapparaat– is daarvoor rechtstreeks verantwoordelijk. Logisch dat de Democratische Partij de regerende socialistische aartsvijanden uitgerekend op dit punt constant zwaar hekelt: „Lever je wapens niet in, want de politie is niet in staat je te beschermen”.

De Democratische Partij geeft zelf het 'goede' voorbeeld, zet de ontwikkelingsdeskundige uiteen: „De kliek rond Haidari staat bekend als de centrale spil in de illegale wapenhandel met Montenegro en Kosovo. Reken maar dat de democraten daar veel geld aan verdienen! Mogen we bovendien de verhalen geloven, dan waren de aanhangers van ex-president Berisha evengoed betrokken bij de Albanese wapenhandel met het voormalige Joegoslavië. En ja, momenteel is er vraag naar wapens in Kosovo en daar weten de Albanezen hier wel in te voorzien”.

Bestaan daarvoor ook concrete aanwijzingen? „Een kennis van me zegt van wel. Hij heeft bewijsmateriaal verzameld in Noord-Albanië”. Wapensmokkel? „Dat gebeurt sowieso. Wapens en Kosovo zijn echt niet te scheiden woorden. Simpel handel”.

Prooi
Over de toestand in Albanië zelf is Slootweg vrij pessimistisch gestemd: „Afgelopen vrijdag ontplofte weer eens bommetje. Dit soort incidenten is nog steeds aan de orde van de dag. Ze trekken op dit ogenblik even niet de aandacht omdat alle kranten bol staan met nieuws over Kosovo”.

Heb je geen spijt van de terugkeer van je gezin naar Tirana, gelet op de voortwoekerende criminaliteit? „Nee, hoewel het met die criminaliteit alleen maar van kwaad tot erger gaat. Je zit hier echt niet relaxed. Je kunt tal van dingen niet doen die je zo'n anderhalf jaar geleden gemakkelijk ondernam. Je reist bijvoorbeeld niet zo gemakkelijk meer naar andere steden toe, noch laat je je auto zomaar ergens staan. De politie heeft weinig tot niets in te brengen tegen de misdaad. Buitenlandse hulpverleners vormen eerder het doelwit van criminelen. Bij hen valt tenslotte wat te halen...”.