Buitenland

Albanees prijst samenleving van volksgenoten in Kosovo

„Wij zijn echt rijp
voor een eigen staat”

Van onze buitenlandredactie
SOLINGEN – „Ze hebben mijn neef een waar trauma bezorgd. Dat gebeurde op weg naar school. Alweer zo'n zeven jaar geleden. Stel je voor: Servische politiemannen die op kinderen jagen, dwars door weilanden heen, om ze vervolgens af te drogen. Sindsdien durfde de jongen nooit meer naar school. Nu is het een boom van een kerel. Hij werkt op de boerderij van mijn vader. In zijn vrije tijd doet hij aan krachttraining. Zijn uur van wraak op de Serviërs komt nog, vertelde die neef me onlangs”.

De acute crisissituatie in Kosovo, het zuidelijk deel van Servië, houdt onze zegsman, een Albanese zakenman in West-Europa, constant bezig. Hij behoort tot het grote contingent Albanezen uit Kosovo dat elders de kost verdient en het thuisfront daarin rijkelijk laat delen. „Ik maak me grote zorgen om zijn ouders, om mijn hele familie”. Onder het voorbehoud van anonimiteit wil hij wel op een rijtje sleutelwoorden van het Kosovo-probleem reageren.

Over Slobodan Milosevic, tegenwoordig president van Joegoslavië, de man die in 1989 de Albanezen in Kosovo hun zelfbestuur ontnam en een politieregime instelde: „Milosevic is het bekende probleem van heel Europa, trouwens evengoed van Amerika en de rest van de wereld. Hij is dé aanstichter van de oorlog in het voormalige Joegoslavië. Een zeer bloedige oorlog. Denk ook aan het Srebrenica-syndroom in Nederland”.

„En toch speelt Milosevic met nog meer levens. Een nieuw bloedbad in Kosovo schrikt hem blijkbaar niet af. Dat is onze les van de afgelopen dagen. Vanwaar anders een gigantische troepenconcentratie aan Servische zijde in mijn geboorteland? Ik spreek over leger én politie. Milosevic steunt, kortom, onveranderd, dat wil zeggen blindelings op dit machtsapparaat. De toekomst zal leren hoelang hij die strategie van permanente terreur tegen de Albanezen weet te financieren. Een keer zal zijn oorlogskas leeg zijn”.

Beschermers
Over Ibrahim Rugova, de grote politieke voorman van de geweldloze, Albanese onafhankelijkheidsbeweging in Kosovo: „Het is niet toevallig dat Rugova en het Albanese volk in Kosovo serieus kandidaat staan voor de Nobelprijs voor de vrede. De hele wereld volgt de situatie, erkent onze strijd voor onafhankelijkheid. Dankzij de niet aflatende inspanningen van een man als Rugova bestaat er al een Republiek Kosova (de Albanese naam voor Kosovo, red.). Het wordt hoog tijd dat onze republiek brede internationale erkenning vindt”.

„Aan interne kritiek op Rugova's zogenoemde eigenmachtige functioneren hebben we op dit cruciale moment geen behoefte. Alle Albanezen in Kosovo hebben immers een gezamenlijk urgent probleem: Servië. Pas als dat achter de rug is, kunnen we een volwaardig democratisch stelstel ontwikkelen. De gezonde orde. Nogmaals, de bevrijding van de Republiek Kosova geniet vandaag de hoogste prioriteit”.

Precies die doelstelling heeft het Bevrijdingsleger van Kosovo (UCK), sinds voorjaar 1996 actief, hoog in zijn vaandel geheven: „Uit strategische overwegingen bewaart het UCK het stilzwijgen over zijn militaire potentieel. Volkomen logisch. De Serviërs schilderen het UCK consequent als terroristen af. Eén kanttekening: het woord terroristen stamt af van het woord terreur. Welnu, Milosevic terroriseert al jarenlang de hele Balkan en met name de Albanezen in Kosovo. Tot op heden weigert het Westen dit gegeven eerlijk bij de naam te noemen. Milosevic is de grootste terrorist in de regio. Alle gewapende acties in Kosovo vloeien uit deze realiteit voort”.

„Ik beschouw de leden van het UCK absoluut niet als terroristen. Zij zijn de beschermers, de bevrijders van ons volk. Let eens op de positie van de inwoners van de streek Drenica, waar eind vorige week zoveel onschuldige slachtoffers onder Servische handen vielen. Als het UCK hen niet verdedigde tegen Milosevic' leger- en politie-eenheden, inclusief de nodige paramilitaire troepen, zou het dodental snel stijgen. Een regelrechte etnische zuivering zou het resultaat zijn. Juist de aanwezigheid van het UCK in Drenica verijdelt dat. Het hele Albanese volk in Kosovo is solidair met de dodelijk bedreigde burgers van Drenica en daarmee evenzeer met hun beschermers”.

Buitenlandse druk
Over de „enige supermacht”, de VS: „Kosovo is niet direct van strategisch belang voor Amerika. Het punt is evenwel dat de kwestie Kosovo niet slechts Joegoslavië raakt, maar de hele Balkan. En dan zijn Amerikaanse belangen wel degelijk in het geding. Washington heeft derhalve de ontwikkelingen in Kosovo op de voet gevolgd. Persoonlijk ben ik ervan overtuigd dat de Amerikanen niet zullen aarzelen op het juiste moment de juiste middelen te gebruiken om Milosevic à la Saddam Hoessein op de knieën te krijgen”.

En wat te zeggen over de rol van Europa, preciezer de Europese Unie (EU)? „De EU is zeker een unie in de zin van economische samenwerking. Op politiek vlak, en dan vooral het buitenlandse beleid, acht ik de EU allesbehalve een unie. Ik zou graag de EU als bemiddelaar in het Kosovo-vraagstuk mijn vertrouwen geven. Op grond van haar benadering van de dramatische gebeurtenissen in Kroatië en Bosnië-Herzegovina voorzie ik echter geen rol voor de EU als vredesstichter in Kosovo. Bedenk daarenboven dat Frankrijk en Groot-Brittannië tot op het laatste moment in de laatste Balkanoorlog de kant van Milosevic kozen. Ik zie dat echt als collaboratie –ik gebruik dit belaste woord opzettelijk– met Milosevic”.

Over de politieke toekomst van Kosovo: de VS en EU opteren klip en klaar voor herstel van Kosovo's autonomie bínnen Servië. Veel en veel te weinig voor de zwaar getergde Albanezen. Die hebben maar één doel voor ogen: los van Belgrado. „Kijk, wij zijn ons het standpunt van Amerika en de EU heus wel bewust. Maar ja, politiek bedrijven vergt nu eenmaal een grote mate van flexibiliteit. De Albanezen weten wat ze willen: een onafhankelijke staat, de Republiek Kosova”.

Prachtige prestatie
„Persoonlijk ga ik een stap verder: vereniging met Albanië. Daarover moeten we later samen praten. Voor mij mag die grens in elk geval vervallen. Per slot van rekening zijn mijn voorouders afkomstig uit Albanië. En veel Albanezen uit Kosovo zijn om zo te zeggen over de grens getrouwd. De huidige grens tussen Albanië en Kosovo is kunstmatig. Zij dateert uit de tijd na de Tweede Wereldoorlog en was als tijdelijk bedoeld”.

„Thans dringen Amerika en Europa sterk aan op een dialoog tussen Belgrado en Pristina. Een dialoog, terwijl mijn ouders en mijn volk dagelijks blootstaan aan het fysieke geweld van de Servische bezetting! Oudere mensen en niet te vergeten zelfs schoolkinderen. Dat doet me nog het meeste pijn. Let wel, kinderen van twaalf, dertien jaar worden in elkaar geslagen. Want volgens de Serviërs mogen zij niet de eigen, zogenoemde parallelle scholen bezoeken”.

„Die oprichting van eigen scholen, naast de Servische, vormt trouwens een ijzersterk bewijs dat de Albanezen van Kosovo rijp zijn voor een eigen staat. Wanneer je er onder een sterk repressief bezettingsregime desalniettemin in slaagt om economische, sociale en politieke staatsstructuren in te stellen, dan moet je over uitstekende regeerders beschikken. Zelfs alle internationale economische oorlogssancties contra Belgrado en daarmee ook contra Pristina ten spijt... Een compliment waard voor Rugova én het hele Albanese volk. Dit ongelooflijke doorzettingsvermogen is toch prachtig!”