Buitenland

„Joegoslavische president doet niets aan spanning in regio”

Serviërs Kosovo boos op Milosevic

Door Ismet Hajdari (AP)
PRISTINA – Serviërs in de vooral door Albanezen bewoonde provincie Kosovo hebben gisteren kritiek geuit op de Joegoslavische president Slobodan Milosevic omdat hij niets doet aan het verminderen van de spanningen in de regio. Ook riepen de Serviërs beide bevolkingsgroepen op de macht te delen.

De Pan-Servische Conventie, die gisteren eindigde, sprak duidelijk niet voor Serviërs in Kosovo die nog loyaal zijn aan Milosevic. Maar de bijeenkomst van zo'n vierhonderd historici, schrijvers, oppositionele politici en priesters van de Orthodoxe Kerk illustreert de groeiende onvrede over Milosevic, die in 1987 aan de macht kwam met de belofte de rechten van de Serviërs in Kosovo te verdedigen.

Alhoewel Milosevic vorig jaar gekozen is tot president van Joegoslavië en niet langer leider van Servië is, heeft hij daar feitelijk nog steeds de touwtjes in handen. Joegoslavië wordt gevormd door Montenegro en Servië, dat in het land de boventoon voert.

„Het leiderschap van Servië... is niet in staat het land te leiden of welk probleem dan ook op te lossen, met name Kosovo”, zei oppositieleider Momcilo Trajkovic tijdens de bijeenkomst in de provinciehoofdstad Pristina. „Het regime is verantwoordelijk voor het verdoen van de laatste mogelijkheid voor het vinden van een vreedzame oplossing voor het Kosovo-probleem”.

Verdere radicalisering
Milosevic stuurde in 1989 een enorme politiemacht en militairen naar de provincie in een poging het onafhankelijkheidsstreven onder de 1,9 miljoen etnische Albanezen de kop in te drukken en de exodus van Serviërs tegen te gaan. Het optreden van politie en leger heeft echter alleen geleid tot een verdere radicalisering van de Albanezen. Sindsdien zijn meer dan tweehonderd mensen omgekomen bij gevechten en tienduizenden Serviërs zijn vertrokken.

Westerse leiders hebben herhaaldelijk aangedrongen op een oplossing en zij waarschuwen voor een oorlog waar ook andere landen in de regio, met name Albanië, bij betrokken zouden kunnen raken.

Deze week zijn bij gevechten tussen Albanezen en Serviërs opnieuw twee doden gevallen. Gisteren meldde het officiele Joegoslavische persbureau Tanjug een aanval op de politie in het dorp Malisevo, 30 kilometer ten westen van Pristina, waarbij twee agenten gewond raakten. Volgens Albanese bronnen vielen de agenten huizen in het dorp binnen op zoek naar wapens. In de huizen werden vernielingen aangericht en enkele Albanezen raakten gewond.

Ten westen van Pristina heeft het Kosovo Bevrijdingsleger naar verluidt zo'n 60 vierkante kilometer gebied in handen. De schimmige terreurorganisatie vecht voor onafhankelijkheid.

Veeg uit de pan
„Dankzij het regime begint de Albanese politieke beweging haar belangrijkste nationale doelen te bereiken en verlaten Serviërs Kosovo en masse”, zei Trajkovic, die ook de Albanezen verwijten maakte vanwege hun radicale eisen en het gebruik van geweld.

Servische functionarissen lieten zich niet zien op de conventie, die mede werd georganiseerd door de Orthodoxe Kerk. Patriarch Pavle heeft recent zowel de overheid als de Albanezen een veeg uit de pan gegeven omdat er niets wordt gedaan om een oplossing te vinden. Orthodox bisschop Artemije noemde gisteren als enige manier om de huidige patstelling te doorbreken „een democratische oplossing voor Kosovo, geen geweld of oorlog”.

In een verklaring veroordeelde de conventie alle gebruik van geweld en werd opgeroepen tot een dialoog met de Albanezen. Ook werd voorgesteld Kosovo te verdelen in twee administratieve eenheden, om Serviërs en Albanezen zo een gelijke macht te geven. Naar verwachting zal Milosevic een dergelijk voorstel als te ver gaand afwijzen, terwijl de Albanezen het waarschijnlijk een te tam plan vinden.