Buitenland24 juli 2001

Amerika grootste verliezer bij klimaatonderhandelingen

Protocol van Kyoto weer springlevend

Door J. Reijnoudt
BONN - De Amerikaanse president Bush zal het niet leuk vinden, maar het protocol van Kyoto is na het klimaatakkoord in Bonn gisteren weer springlevend. Bush wil er graag van af en verklaarde daarom in maart: „Kyoto is dood.” Dat blijkt nu een pijnlijke en mogelijk zelfs historische vergissing. Kyoto was hooguit in coma.

Pronk
In een euforische stemming accepteerden honderden delegatieleden uit bijna 200 landen gisteren het klimaatverdrag van Bonn. Conferentievoorzitter Pronk kreeg verschillende staande ovaties. Ook de hartelijke woorden van veel afgevaardigden werden met applaus afgesloten. Slechts één keer in de plenaire vergadering eiste Pronk scherp: „Orde hier.” Toen de Amerikaanse delegatieleidster Dobriansky verklaarde dat de VS het probleem van klimaatverandering serieus nemen, klonken applaus en kreten van heftige afkeuring.

Paula Dobriansky herhaalde vorige week bij de start van de VN-klimaatconferentie nog eens het standpunt van president Bush: de VS zullen het akkoord van Kyoto niet ratificeren. Op een van de meest tumultueuze VN-conferenties ooit werd na dagen en nachten vergaderen op 11 december 1997 in Kyoto afgesproken dat alle industrielanden de uitstoot van broeikasgassen aan banden zullen leggen. Ook de Amerikanen gingen toen met dat besluit akkoord.

Na bijna vier jaar onderhandelen bereikten de partijen die in 1997 in Kyoto aan tafel zaten, gisteren in Bonn overeenstemming over de manier waarop ze de uitstoot van broeikasgassen mogen beperken en hoe ze elkaar op de resultaten zullen afrekenen. Echter, de Verenigde Staten hebben zich als enig industrieland en grootste producent van broeikasgassen aan dat besluit onttrokken. Pronk heeft die opmerkelijke stap van Bush in Bonn met de grootste voorzichtigheid behandeld.

Ontwikkelingslanden
Al in Kyoto was Amerika een lastige partij. Tot in de laatste nacht hielden de VS vast aan het standpunt dat ook de ontwikkelingslanden op een of andere manier een bijdrage zouden moeten leveren aan de beperking van de uitstooot van broeikasgassen. „Een betekenisvolle bijdrage”, was toen een veel geciteerde Amerikaanse eis. Tot grote verbazing van de andere partijen lieten de Amerikanen die eis uiteindelijk in de vroege morgen van 11 december vallen. Vooral die doorbraak maakte uiteindelijk het akkoord van Kyoto mogelijk.

Nog geen jaar later kwam de klimaatwereld bij elkaar in Buenos Aires en daar zei de Amerikaanse delegatieleider Stuart Eizenstat: „De bal rolt in de goede richting; de Verenigde Staten van Amerika hebben vandaag het protocol van Kyoto ondertekend.” Hij waarschuwde wel dat ondertekening niet bindend is en alleen ratificatie van een verdrag een partij tot iets kan verplichten. Zijn hoogste baas liet ook een persbericht uitgaan. „Dit herbevestigt Amerika's verplichting om te voldoen aan de grootste uitdaging op milieugebied: wereldwijde klimaatverandering”, aldus president Clinton toen. Zowel Eizenstat als Clinton bracht weer ter tafel wat de VS in Kyoto weggaven: „We hopen vooruitgang te boeken in de verzekering van de betekenisvolle bijdrage van belangrijke ontwikkelingslanden.”

Minister Pronk heeft altijd gezegd dat industriestaten niet onmiddellijk bij de start van de uitvoering van het Kyoto-protocol een bijdrage kunnen eisen van arme landen. Dat mag pas op termijn, als Europa, Amerika en Japan eerst het goede voorbeeld hebben gegeven, zo vindt Pronk, en met hem veel westerse klimaatonderhandelaars. De VS daarentegen vinden de uitstoot van broeikasgassen van een land als China nu al zo hoog, dat daar best wat aan gedaan kan worden. De Verenigde Staten zijn op dit moment goed voor ongeveer een kwart van de totale werelduitstoot van broeikasgassen, maar China overtreft zonder maatregelen de Amerikaanse uitstoot in 2015, denkt president Bush.

Serieus
„De regering-Bush neemt klimaatverandering zeer serieus”, zei Dobriansky gisteren in de afsluitende plenaire vergadering in Bonn. Pronk dankte ze voor zijn „vele bijdragen in dit proces.” De harde kritiek, die Dobriansky wel op papier voor zich had, sprak ze maar niet uit. „De percentages waarmee de uitstoot van broeikasgassen omlaag moeten, hebben geen wetenschappelijke basis of milieueffect, gezien het mondiale karakter van de uitstoot van broeikasgassen en het uitsluiten van de ontwikkelingslanden van het protocol van Kyoto en vanwege het ontbreken van de aanpak van roet en smog.”

Dat de Verenigde Staten toch nog steeds bij de onderhandelingen zitten, verdedigen ze met de stelling dat ze meegewerkt hebben aan de milieutop van Rio de Janeiro waarop in 1992 de United Nations Framework Convention on Climate Change (UNFCCC) is ondertekend; een raamwerkovereenkomst van de Verenigde Naties voor de aanpak van klimaatverandering. Dat dezelfde partijen in 1997 het protocol van Kyoto overeenkwamen om daarin af te spreken hoe industrielanden het probleem zullen aanpakken, noemde Dobriansky maar niet, evenmin als de Amerikaanse ondertekening daarvan.

Meer dan één Amerikaanse waarnemer in Bonn vreest dat Bush ook in eigen land nog de nodige problemen met deze opstelling zal krijgen. „Zeker nu hier in een juichstemming gesproken wordt over een historisch akkoord voor de aanpak van een van de grootste problemen van de toekomst. Als de Amerikanen beseffen dat ze daar geen aandeel in hebben, zullen ze dat Bush aanrekenen. Het is ook historisch dat er een mondiaal akkoord is gesloten waarin Amerikanen niet de leiding hebben gehad; die rol hebben de Europeanen nu”, aldus een van de waarnemers.”

Pronk heeft er alles aan gedaan om de Amerikanen de afgelopen dagen niet voor het hoofd te stoten. Nog voordat de conferentie was begonnen verklaarde hij tegenover de Nederlandse pers dat hij een VS-vriendelijk Bonn-akkoord wilde. In de plenaire vergadering kreeg ook Dobriansky gisteren lof toegezwaaid. „U heeft een constructieve rol gespeeld, en dit zijn niet zomaar holle woorden”, zei Pronk in haar richting.

Aantrekkelijk
De Nederlandse milieuminister vindt het nu gesloten akkoord aantrekkelijk voor de Verenigde Staten. Maatregelen om de uitstoot van broeikasgassen in eigen land aan te pakken, brengen voor een groot deel hun geld op, zei hij gisteren. Bovendien is in Bonn de aanvankelijke eis vervallen dat industrielanden minstens de helft van de reductie van de uitstoot in eigen land moeten halen. Nu mag een westers land uitgebreid in andere landen investeren en de beperking van de uitstoot van broeikasgassen die daarmee ontstaat, van de eigen verplichtingen aftrekken.

Pronk sluit daarom niet uit dat de Amerikanen nog eens op hun schreden zullen terugkeren. Dobriansky heeft daarvoor zelf de weg al vrijgemaakt, toen ze gisteren beloofde dat ze op de volgende VN-klimaattop, in november in Marokko, met nieuwe voorstellen zal komen.