Buitenland5 juli 2001

Vader Máxima getuigt over verdwijning

Zorreguieta was op de
hoogte van arrestatie

Van onze buitenlandredactie
LA PLATA – Jorge Zorreguieta wist in 1976 van de verdwijning van Lidia Amigo, dochter van zijn voorganger op het ministerie van Landbouw in Argentinië. Dat heeft Marta Vedio, advocate van een van de partijen die de verdwijning van de vrouw aanhangig hebben gemaakt, gisteren gezegd.

Eerder verklaarde Zorreguieta tegenover de Nederlandse professor Baud dat hij voor 1983 niets wist van de wandaden onder de militaire dictatuur. De vader van Máxima, de verloofde van prins Willem-Alexander, legde gisteren in de Argentijnse stad La Plata een getuigenverklaring af. Hij was opgeroepen door de rechters om te getuigen voor een waarheidscommissie die onderzoek doet naar 2000 verdwijningen tijdens de militaire dictatuur. Zorreguieta was toen onderstaatssecretaris van Landbouw.

„Terwijl ik functionaris was, wist ik alleen dat er acties gaande waren. Maar ik kende geen details. Ik wist dat personen werden opgepakt, omdat ik dat in de krant las, maar ik wist niet van verdwijningen. Daarover wist ik pas tijdens de processen tegen de militairen vanaf 1983”, zo zou Zorreguieta tegenover de rechters hebben verklaard, aldus het dagblad Claríin vandaag.

De moeder van de 21-jarige Lidia Inés Amigo, mevrouw Matilde Leston, heeft Zorreguieta ervan beschuldigd dat hij niets heeft gedaan om het leven van haar dochter te redden. Vermoedelijk is zij dood. Lidia verdween op 21 december 1976. De moeder van Lidia vertelde dat haar man, Alberto Amigo, Zorreguieta naar aanleiding van de ontvoering had gesmeekt iets te ondernemen bij het regime. Hij had volgens haar echter „absoluut helemaal niets gedaan.”

Toezeggingen
Zorreguieta zei zich te kunnen herinneren dat Alberto Amigo in december 1976 de verdwijning van zijn dochter met hem besprak. Hij kan zich niet herinneren of hij destijds toezeggingen deed om Amigo te helpen bij de zoektocht naar zijn dochter.

Zorreguieta heeft de informatie doorgespeeld aan luitenant-kolonel Pedro Coria, een officier die werkzaam was op Zorreguieta's landbouwdepartement. Volgens Zorreguieta was Coria al op de hoogte van de zaak. Overigens gaf de voormalige onderminister van Landbouw aan dat hij nooit precies heeft geweten welke taken de officier precies uitvoerde op zijn ministerie. „Ik vermoed dat hij met veiligheidstaken was belast”, aldus Zorreguieta.

De drie rechters, onder leiding van Antonio Pacilio, vroegen hem waarom hij niet meer deed om de verdwijning van Lidia Amigo uit te zoeken. „Ik bevond mij niet in de positie om verdwijningen te onderzoeken en ik beschikte niet over enige relevante informatie. Meneer Coria heeft mij ook geen enkele inlichting verschaft over de zaak”, aldus Zorreguieta.

De komst van Zorreguieta naar de rechtbank in La Plata trok veel journalisten. „Ik heb nog nooit zo veel pers gezien bij deze onderzoeken”, zegt Vedio, werkzaam voor de Permanente Vergadering voor de Mensenrechten in La Plata. Die organisatie zet zich in voor familieleden van vermisten. „Er stonden zeker twintig journalisten, en ze komen niet alleen uit Argentinië”, aldus de advocate. De president van de rechtbank, Leopoldo Schifrin, acht het belang van Zorreguieta's getuigenis voor het oplossen van de verdwijning van Lidia overigens gering, „omdat het geen relevante gegevens opleverde.”

Zorreguieta arriveerde in gezelschap van zijn zoon en ging de rechtbank binnen via een zijdeur. Buiten stonden mensen, onder wie leden van de organisatie Dwaze Moeders, die „moordenaar” schreeuwden en foto's van Lidia Amigo lieten zien.