Olieramp bedreigt
Galápagoseilanden

De Ecuadoraanse tanker die vorige week bij een van de Galápagoseilanden in de Stille Oceaan aan de grond is gelopen, is gisteren door zware zeegang verder kapotgebeukt. Van de 920.000 liter dieselolie die de tanker Jessica aan boord had, is al meer dan de helft weggelopen. Rotsen en stranden van het eiland San Cristóbal zijn besmeurd en op zee heeft zich een vlek van 300 vierkante kilometer gevormd. „De schade aan het milieu is uitermate ernstig”, zei de Ecuadoraanse minister van Milieu, Rodolfón Rendón.

De Galápagoseilanden, 1000 kilometer westelijk uit de kust van Ecuador, worden bewoond door reuzenschildpadden en zeer bijzondere dieren- en vogelkolonies. Het grootste gevaar schuilt er volgens de bioloog Mauricio Velásquez in dat de olie naar de zeebodem zakt en de algen vernietigt die een onmisbare schakel in de voedselketen vormen. Velásquez zei dat de olie door de stroming in zuidelijke richting naar de eilanden España en Plaza wordt gedreven, waar grote kolonies zeeleeuwen verblijven. Hulp is onder meer onderweg van de Amerikaanse kustwacht, die een team specialisten met zware pompen en opblaasbare oliedammen naar Ecuador heeft gestuurd.

Navigatiefout
De autoriteiten wijten de ramp met de tanker aan een navigatiefout. Tegen de kapitein en de rederij zijn nog geen aanklachten ingediend.

Op dit moment is het belangrijkste doel de meeste olie uit het schip te halen. Daarmee moet het ergste scenario, dat de boot in tweeën splijt en alles in zee terechtkomt, worden voorkomen. Verschillende dieren, waaronder zeeleeuwen en pelikanen, zijn al door de olie aangetast. Vrijwilligers staan klaar om de dieren te redden en schoon te maken.