Buitenland1 december 2000

Amerikaanse democratie
in de verlenging

Van onze correspondent
NEW YORK – Zelden was de uitslag van een Amerikaanse verkiezing zo krap als dit jaar, met alle gevolgen van dien. Men is er nog steeds niet uit. Tellingen, hertellingen en processen op alle fronten. Sommige lezers van onze krant raken het spoor soms bijster. Daarom hebben wij de acht meest voorkomende vragen die ons per telefoon, brief of e-mail bereikten voorgelegd aan onze correspondent in de Verenigde Staten. Hierbij zijn antwoorden.

Waarom wordt er meer dan eenmaal geteld in Florida?

In bijna alle vijftig Amerikaanse staten schrijft de wet voor dat er opnieuw geteld wordt als het verschil tussen de ene en de andere kandidaat krap uitvalt. De grens ligt in sommige staten bijvoorbeeld bij 1 procent, in andere staten bij een fractie van een procent. In Florida was het oorspronkelijke verschil in het aantal stemmen dat de Republikein George Bush en zijn Democratische rivaal Al Gore daar behaalden minder dan 2000 stemmen. Dat is minder dan 0,04 procent van het totaal uitgebrachte stemmen. Daarom was hertelling in álle districten in Florida wettelijk verplicht. Er is trouwens ook in verschillende andere staten opnieuw geteld vanwege de krappe uitslagen.

Waarom is in sommige kiesdistricten van Florida de hertelling daarna dan ook nog eens met de hand overgedaan?

Er zijn allerlei verschillende kiessystemen in gebruik in de meer dan 3600 Amerikaanse kiesdistricten. Meestal wordt er gebruikgemaakt van een soort ponskaart, waarvan men vakjes –gaatjes– moet doordrukken. Gebeurt dat maar half, dan kan het zijn dat een telmachine de desbetreffende kieskaart leest als ”ongeldig”, terwijl er in feite wel een –onhandige– stem is uitgebracht. De Democraten hoopten door handmatige hertellingen nog extra stemmen voor Gore te boeken. Dat is ook gebeurd. De Republikeinen, die hun krappe meerderheid in Florida zagen afkalven, schreeuwden moord en brand en noemden de hertellingen „in strijd met de grondwet.” Dat is merkwaardig, want zelf hebben zij in sommige kiesdistricten van Florida ook om hertellingen met de hand gevraagd.

Waarom barst al dit geruzie los rond het resultaat van Florida? Kunnen ze daar niet tellen?

Ze kunnen daar waarschijnlijk net zo goed tellen als in Alaska of in Hawaï of in Purmerend. De opwinding rond Florida is het gevolg van het nogal antieke systeem waarop men in de VS een president kiest. Die wordt namelijk niet direct gekozen tijdens de verkiezing zelf, maar later –dit jaar op 18 december– door 538 kiesmannen. De kiezers hebben op 7 november alleen hun voorkeur aangegeven. De kandidaat die in een bepaalde staat –bijvoorbeeld Ohio– wint, krijgt op 18 december de steun van de kiesmannen van Ohio. Gore en Bush hebben in de andere 49 staten net te weinig kiesmannen achter zich gekregen om het vereiste minimum van 270 kiesmannen te halen. Daarom hebben beiden de 25 kiesmannen van Florida nodig om tot president gekozen te worden. Al Gore roept wel voortdurend dat hij aandringt op hertellingen „omdat in een democratie elke stem meetelt”, maar in feite wil hij alleen maar winnen.

Is dit systeem democratischer dan ons systeem?

Eigenlijk niet. Het kan namelijk gebeuren dat iemand meer algemene stemmen haalt (als hij bijvoorbeeld in 24 staten 90 procent van de kiezers achter zich krijgt), maar uiteindelijk minder kiesmannen dan zijn tegenstander (die in 26 staten net 55 procent haalt). In feite is dat nu het geval. Gore heeft een paar honderdduizend stemmen meer gekregen dan Bush, maar de Republikein heeft meer kiesmannen 'veroverd'. Dat maakt het voor Gore en de Democraten zo moeilijk om zich bij hun nederlaag neer te leggen. Er wordt nu natuurlijk van verschillende kanten gepleit om dit systeem te moderniseren, maar dat kan pas als deze stemprocedure is afgerond. Men kan niet tíjdens de wedstrijd de spelregels wijzigen.

Waarom stapten de Democraten naar de rechter?

In feite stapten de Republikeinen het eerst naar de rechter. Zij vroegen een rechter in Miami om de tweede ronde van hertellingen in enkele kiesdistricten niet te laten meetellen bij het eindresultaat. Dat verzoek werd afgewezen. Uiteindelijk bevestigde het hooggerechtshof van de staat Florida de geldigheid van de hertellingen. Daarop stapten de Republikeinen naar het hooggerechtshof van de VS in Washington (DC). Dit kun je het beste vergelijken met het hooggerechtshof in Den Haag en het Europese Hof van Justitie in Luxemburg. Uitspraken van dat laatste hof gelden voor de hele Europese Unie en hebben meer geldigheid dan besluiten van een nationaal hooggerechtshof. Datzelfde beginsel geldt binnen de Verenigde Staten van Amerika. De vijftig staten hebben eigen hooggerechtshoven, maar daarboven staat het (federale) Hooggerechtshof van de VS in Washington (DC). Het hooggerechtshof in Washington heeft zich bereid verklaard de Republikeinse klacht (over de geldigheid van hertellingen) aan te horen, maar het staat nog niet vast dat de negen rechters van dit hof het besluit van hun collega's in Florida nietig verklaren.

Kan al dit geruzie eindeloos doorgaan, terwijl Amerika intussen onbestuurd blijft?

Voorlopig is er niets aan de hand, want Amerika heeft een president –Bill Clinton– plus een voltallige regering. Die blijft aan tot en met 20 januari volgend jaar. Er is dus nog even tijd. Daarin kan een derde partij een rol spelen, namelijk het Congres in Washington. Het Congres oftewel het Huis van Afgevaardigden en de Senaat. Die beide kamers (te vergelijken met onze Tweede en Eerste Kamer) moeten begin januari het resultaat van de stemming van het college van kiesmannen goedkeuren. Als dat college niet tijdig bijeenkomt door alle heibel rond Florida, of als dat college onvolledig blijft (omdat Florida geen kiesmannen kan afvaardigen), of als sommige kiesmannen zich niet aan hun opdracht houden en op de 'verkeerde' kandidaat stemmen (waarop voor de vertegenwoordigers van de meeste staten geen sanctie staat) dan kan het Congres z'n goedkeuring aan de stemming van het kiescollege onthouden.

Blijft Clinton dan langer als een soort interim-president?

Neen, president Clinton is na 20 januari weg. Voordien moet het Congres een oplossing vinden. Als de parlementariërs niet akkoord gaan met het resultaat van het college van kiesmannen, kunnen zij volgens een wet uit 1857 zelf een president en een vice-president aanwijzen. Het Huis van Afgevaardigden kiest dan eerst de president. Dat wordt dan waarschijnlijk George Bush, want zijn Republikeinse partijgenoten beschikken over een krappe meerderheid in het Huis van Afgevaardigden. Vervolgens kiest de Senaat de vice-president. Dat wordt dan (waarschijnlijk) een Democraat. Als een hertelling in de staat Washington volgende week de winst van senator Maria Cantwell bevestigt, dan beschikken zowel de Democraten en als de Republikeinen over vijftig zetels in de Senaat. Wanneer de stemmen daar staken, dan brengt de zittende vice-president de beslissende stem uit. Tot 20 januari is dat de Democraat Al Gore, dus kan men een Democratische vice-president verwachten die met 51 tegen vijftig stemmen wordt gekozen. Of Gore dan zelf vice-president zou worden of zijn vice-presidentiële kandidaat Joseph Lieberman is nog niet helemaal duidelijk.

Waarom zijn er zo veel vraagtekens rond zo'n situatie als nu?

Tot de verkiezingsdatum 7 november beleefden de VS misschien wel de saaiste verkiezingscampagne uit hun geschiedenis. Twee weinig aansprekende kandidaten met politieke programma's die erg veel op elkaar leken streden om steun van de kiezers. Beiden mikten op de centrumkiezers die nog niet beslist hadden, daarom leken hun programma's ook zo veel op elkaar. Voor veel kiezers was er daardoor weinig te kiezen en het resultaat was er dan ook naar. Pas na de verkiezingen werd het spannend. Daarom vroeg een van de tv-presentatoren aan het einde van de lange –onbesliste– verkiezingsnacht aan de kijkers of zij de volgende keer „alstublieft wat duidelijker wilden stemmen.” Het Amerikaanse rechtssysteem voorziet niet in duidelijke oplossingen voor zulke situaties. Daar komt nu misschien verandering in, maar rechtssystemen voorzien gewoonlijk alleen in oplossingen voor vraagstukken uit het verleden. Men kan nooit alles voorzien. Herhalingen van zulke lang uitgesponnen kiesperikelen (lees: democratische perikelen) zijn daarom nooit volledig uit te sluiten.