Buitenland 29 november 2000

Voormalige president Aristide ontpopt zich als een ware dictator

De 'bekering' van een armenpriester

Door Marie van Beijnum
PORT-AU-PRINCE – De winnaar van de zondag gehouden presidentsverkiezing in Haïti is de voormalige 'rode' priester Jean-Bertrand Aristide. In 1990 was hij als eerste democratisch gekozen president het symbool van de hoop in een arm en geteisterd land. In 1991 werd hij door het leger afgezet en vluchtte hij naar de VS. Nu wordt hij opnieuw president, maar is hij niet veel beter dan de voormalige tirannen die in Haïti aan de macht waren: namelijk Papa en Baby Doc (vader en zoon Duvalier).


Aristide was de eerste democratisch gekozen president van Haïti. Hij werd in 1991 door het leger afgezet en vluchtte het land uit, maar kon in 1994 dankzij een internationale militaire interventie onder Amerikaanse leiding terugkeren. Hij mocht volgens de grondwet geen tweede termijn dienen en droeg in 1996 de macht over aan de door hemzelf uitgezochte opvolger René Preval.

In de tussentijd wachtte Aristide als een soort goeroe te midden van zijn Fanmi Lavalas-beweging de gelegenheid af om weer president te worden. In die tijd werd in Haïti volstrekt geen orde op zaken gesteld. Erger nog: Haïti werd meer en meer de verschoppeling op het internationale front. De opeenvolgende regeringen en parlementen waren compleet onbekwaam en het land was onregeerbaar.

Op de vraag of het „armenhuis van het westelijk halfrond”, zoals Haïti wordt genoemd, blij moet zijn met Aristide, is dan ook maar één antwoord mogelijk: nee. En dat om diverse redenen. Al snel na zijn eerste aantreden tien jaar geleden rezen vragen bij zijn intenties. Hij zou zich omringen met vrienden, zo klonk het voorzichtig kritisch. Dergelijke gevoelens werden na 1994 versterkt.

Aristide, die eens tot de armenorde van de Rooms-Katholieke Kerk behoorde, nam afscheid van zijn priesterschap. Hij trouwde. Wat erger was, was dat hij de paupers voor wie hij het eertijds opnam, totaal aan hun lot overliet. Zo liet hij een luxe residentie bouwen in Tabarre, een wijk in Port-au-Prince waarvan de naam momenteel wordt vereenzelvigd met Aristide en zijn kliek. ”De baron van Tabarre” wordt hij daarom spottend genoemd. Verder zendt hij er speciale troepen op uit om het land onder de duim te houden: clubs die veel lijken op de ”tontons macoutes”. Deze ”tontons macoutes” moesten van de toenmalige Duvaliers het volk onder de knoet houden.

Onregelmatigheden
Over de verkiezingen van afgelopen zondag werd sceptisch gedaan. Iedereen wist dat de baron van Tabarre wel zou winnen, zij het met de nodige onregelmatigheden. Enkele dagen voor de verkiezingen in Haïti zat de 'stemming' er al in. Op verschillende plaatsen deden zich explosies voor. Er werd geschoten op auto's. De doelen waren onder meer een wagen van de Verenigde Naties en zakenpanden in de buurt van de haven en bij de internationale luchthaven. De balans was één dode en een aantal gewonden. Angst en onzekerheid keerden terug in de straten van het halfeiland, net als nog niet lang geleden onder de dictatuur van vader en zoon Duvalier het geval was. Zelfs ”père Lebrun” verscheen weer op het toneel: de autoband die brandend om de nek van een tegenstander werd gehangen. De afloop van de actie laat zich raden. (Lebrun is de leverancier van autobanden in Haïti.) Kortom: er heerste een spookachtige sfeer.

Aristide sprak daags na de verkiezingen beschuldigingen van de oppositie tegen dat hij de democratie om zeep zal helpen en nodigde de oppositie uit tot deelname aan zijn regering. Hij zei dat „er plaats is voor iedereen in mijn regering” en dat de oppositie „onmisbaar” is „voor een vreedzaam Haïti.” Maar de afsplitsing van zijn Fanmi Lavalas-partij, de Organisatie van het Volk en de Strijd (OPL), zei dat de Fanmi Lavalas er louter op uit was de oppositie uit te roeien. Geweld wordt uitgelokt om op die manier nog harder tegen de oppositie op te treden, aldus de OPL. De andere kandidaten die het tegen Aristide opnamen, waren niet bekend bij het volk. Echt sprake van een verkiezingscampagne was er niet, omdat de Fanmi Lavalas van Aristide breed domineerde onder het motto ”Vrede in het hoofd, vrede in de buik”. Alleen onder de allerarmsten in de krottenwijken is Aristide nog populair omdat hij nog altijd een der hunnen is, ook al woont hij in een paleis. Juist onder deze bevolkingsgroepen werft hij zijn 'personeel' voor zijn ordetroepen.

Fraude
De oppositiepartijen, verenigd in de Convergence, boycotten de verkiezingen omdat aanhangers van Aristide in mei dit jaar bij de parlementsverkiezingen massaal fraude zouden hebben gepleegd. De VS, Canada en Europa hebben naderhand tevergeefs op een hertelling aangedrongen. Een tweede ronde in juli leverde wederom stemmen op voor de Fanmi Lavalas, zodat deze partij nu het parlement domineert.

De oppositie voerde uit angst voor aanslagen geen campagne. Evenmin heeft de Convergence een gezamenlijke kandidaat gezocht. Oppositieleider Hervé Denis verklaarde deze week dat de coalitie van alle grote oppositiepartijen „een vreedzaam alternatief” zal bieden voor de regering van Aristide en diens Lavalas-partij.

De kiesraad meldde dat 60,5 procent van de ruim 4 miljoen stemgerechtigden zijn stem had uitgebracht. De verwachting was dat de Fanmi Lavalas-partij alle negen vacante senaatszetels in de wacht zal slepen. Dat betekent dat de partij op één zetel na alle senaatszetels in handen krijgt. Zij heeft al 80 procent van de zetels in het Huis van Afgevaardigden.

De herverkiezing van Aristide heeft vrijwel zeker tot gevolg dat Haïti een internationale paria zal blijven. De internationale gemeenschap heeft er namelijk wegens de frauduleuze gang van zaken van afgezien waarnemers naar de verkiezingen te sturen. Zodoende dreigt Haïti veroordeeld te blijven tot het armste land van het Amerikaanse continent.