Buitenland27 november 2000

Wereldleiders falen op klimaattop; ze willen verder met Pronk

„Jan, een man als
jou hebben we nodig”

Door J. Reijnoudt
DEN HAAG – Vergeefs. Hij dwaalde in een labyrint / Op zoek naar goud en zilvermunt – Hij heeft een levenlang gezocht / En was weer bij zijn uitgangspunt. Met die woorden van een kwatrijn van Gerrit Komrij begon milieuminister Pronk zaterdagmiddag zijn toespraak op de klimaattop van de Verenigde Naties in Den Haag. Hij was na twee weken vergaderen weer terug bij zijn uitgangspunt.

„Ik ben teleurgesteld, zeer teleurgesteld”, zei Pronk tegen delegaties uit ruim 180 landen. En hij droeg het kwatrijn ”Vergeefs” voor.

De dichter des vaderlands heeft voor de wereldklimaatconferentie in Den Haag zestien kwatrijnen geschreven en Pronk heeft ervoor gezorgd dat de ongeveer 10.000 deelnemers allemaal dat bundeltje kregen. De voorzitter had de gedichten van Komrij dus onder handbereik. Toch verbaasde het menigeen dat Pronk na dagen en nachten vergaderen en de incassatie van een fikse tegenvaller nog de veerkracht had om zijn speech literair te openen.

De dramatische afloop van de klimaatconferentie valt ook niet toe te schrijven aan de voorzitter, zoveel was zaterdagmiddag wel duidelijk. „Jan, een persoon als jou hebben we nodig om verder te gaan. We vertrouwen op jou”, zei de Noorse milieuminister Siri Bjerke, nadat ze hem nadrukkelijk had bedankt voor zijn leiderschap. Dat liep uit op applaus.

De Amerikaanse delegatieleider, Frank Loy, was ook uiterst tevreden over Pronk, die hij met ”beste Jan” aansprak. Loy zei ook nog eens –beetje pijnlijk voor de Europese Unie– dat het aan Amerika niet heeft gelegen. Waarop de voorzitter ad rem reageerde met: „We were to close to a deal.”

„Emotionele woorden”, noemde de Nederlandse delegatieleider Benschop de termen waarin Pronk van alle kanten lof kreeg toegezwaaid. De staatssecretaris van Buitenlandse Zaken vindt dat terecht: „Ik heb met grote bewondering gezien hoe hij de bonte verzameling landen geleid heeft.”

Falen
De Nederlandse milieuminister heeft zelden of nooit in zo korte tijd, uit alle hoeken van de aarde, zoveel lof geoogst. De vraag dringt zich daarom eens te meer op: Wat heeft geleid tot het falen van deze klimaattop?

Het is ook niet zo dat de verwachtingen voor deze top te hoog waren. Dat zegt Pronk zelf wel, maar dat is een verloochening van eerder geformuleerde verwachtingen. Iedereen wist al jaren dat de conferentie in Den Haag een succes moest worden. Op de wereldklimaattop van Kyoto viel in 1997 het historische besluit dat, voor het eerst in de geschiedenis, industrielanden zich verplichtten de uitstoot van broeikasgassen te beperken. Nog geen jaar later volgde de VN-top in Buenos Aires. Die leverde niets op. Pronk zei toen in Argentinië op een afsluitende persconferentie dat het noch een mislukking, noch een succes was. Er was tenminste een actieplan afgesproken.

Van dat plan viel, twaalf maanden later op de conferentie van Bonn, weinig te bespeuren. Pronk was ook daar mild gestemd en verklaarde dat Bonn de aanloop was naar Den Haag. Daar moest succes volgen, want anders zouden de VN-lidstaten niet uiterlijk in 2002 het verdrag van Kyoto kunnen ratificeren. Dat is een noodzakelijke voorwaarde om de daar in 1997 gemaakte afspraken nog op tijd te kunnen waarmaken: een vermindering van de uitstoot van broeikasgassen van 5,2 procent in 2010, in vergelijking met de uitstoot van 1990.

Wie al drie jaar min of meer weet wat het tijdschema en de doelstellingen zijn en ondertussen in Buenos Aires en Bonn telkens op persconferenties precies uit kan leggen wat er op de conferentie in Den Haag moet gebeuren, kan moeilijk volhouden dat de verwachtingen voor Den Haag te hoog waren.

Tijd
Gebrek aan tijd heeft tot de mislukking geleid, denkt een aantal delegaties. We waren nog enkele uren, hooguit een halve dag van een doorbraak verwijderd, viel zaterdagmiddag van verschillende kanten te beluisteren. Pronk is het daar niet mee eens en dat zou ook vreemd zijn.

De Kyoto-top, de kortste VN-klimaatconferentie ooit, was in tien dagen en een extra nacht succesvol. Pronk maakte ter voorbereiding van deze conferentie het afgelopen jaar een onwaarschijnlijk aantal vliegtuigkilometers, besloot naast alle reguliere voorbereidende vergaderingen in verschillende delen van de wereld een paar weken geleden nog 35 ministers van evenzoveel landen naar het Muiderslot te halen, vergaderde nu veertien dagen in Den Haag en besloot toen vrijdag nog een extra nacht en dag door te gaan. „En u werkte allemaal erg hard”, zei de bezielende voorzitter zaterdagmiddag. Maar hij vond het zelf eerder vorige week ook welletjes: „We kunnen wel tot 2008 blijven praten”, waarschuwde hij. „We moeten een keer een beslissing nemen.”

Pronk liet de delegaties aanvankelijk volop praten: twee dagen lang legden tientallen ministers in plenaire vergaderingen verklaringen af. Vaak herhalend wat ook andere landen te berde brachten en niet zelden zeggend wat ze in Bonn en Buenos Aires eerder hadden laten horen. Daar valt zeker een dag, zo niet twee dagen, tijdwinst te boeken.

Aan de goede wil van veel landen, heeft het kennelijk ook niet gelegen. „Het was prettig met u te werken. U heeft uw uiterste best gedaan. Ik zie ook op veel van uw gezichten teleurstelling”, stelde Pronk uiteindelijk vast.

Onderhandelen
De manier van onderhandelen, denkt de voorzitter, kan veel beter. In het openbaar zei hij dat het telkens herhalen van dezelfde standpunten geen onderhandelen is. Dat is, zeker in de tweede week, wel veel gedaan. En Pronk is uiteindelijk pas op de tweede woensdag met een ontwerptekst gekomen. Daar was toen nog de donderdag en de vrijdag –en een tweetal nachten– voor beschikbaar.

Een conferentievoorzitter met zoveel ervaring binnen VN-kringen had kunnen weten dat daar een groot risico schuilde. De ontwikkelingslanden, verenigd in de G-77, laten zich in onderhandelingen niet door één woordvoerder vertegenwoordigen; daarvoor is de groep –met daarin bijvoorbeeld ook de OPEC– te divers en het onderling wantrouwen te groot. Dat mag binnen een club als de EU iets beter zijn, maar Pronk gaf zelf zaterdagavond nog aan dat die ook het liefst met vijf ministers van vijf verschillende landen op één onderhandelingssessie komen opdraven. En achter één Japanse onderhandelaar zitten altijd zeven ambtenaren; volgens Pronk. Om nog maar niet te spreken van de indrukwekkende Amerikaanse afvaardigingen. Dan is een dikke 24 uur uiteindelijke onderhandelingsruimte over de invulling van een complex akkoord als dat van Kyoto –het meest ingewikkelde na de ontwapeningsakkoorden genoemd– wel erg weinig. Te weinig, zo is gebleken.

Onderhandelingsploeg
Van een heel andere orde, maar niet minder belangrijk, is het gebrek aan eenheid binnen de Europese Unie. Met name Duitsland zou nogal recht in de leer geweest zijn en het onderste uit de kan hebben geëist van de Amerikanen. Die hebben op hun beurt zeker op zaterdagmiddag nog een uiterste reddingspoging gedaan door weer opnieuw het overleg te willen openen, maar de Europese delegatie moet daarop gezegd hebben geen mandaat te hebben.

Het zou wel eens kunnen zijn, bevestigde zaterdag ook Pronk, dat de ministers van de EU op dat moment niet hebben beseft dat, mocht Bush de verkiezingen winnen, de wereld dan vanaf 15 januari met een andere Amerikaanse onderhandelingsploeg te maken heeft.

Dat zou ook, weliswaar geredeneerd vanuit het negatieve, wel eens een belangrijke reden voor de mislukking van de top kunnen zijn. „Er heeft nog nooit zoveel op tafel gelegen”, verklaarde meer dan één onderhandelaar zaterdagmorgen in de wandelgangen. Daarmee zeggend dat de omstandigheden voor een goede deal, met vooral de VS, uitstekend zijn geweest en tegelijk aangevend dat het een wonder zou zijn als de Amerikanen volgend jaar –zeker onder Bush– nog een keer zover willen opschuiven in de richting van de Europese wensen.

Niettemin: Pronk houdt moed voor een tussentop, in bijvoorbeeld mei volgend jaar. Zijn toespraak in de plenaire zitting van de zesde VN-wereldklimaatconferentie sloot hij af met nog een voordracht uit het werkje van Komrij. Dat sluit naadloos aan bij wat hij 's avond op zijn afsluitende persconferentie zei: Ik ben een professionalist en ik geloof in de zaak.

„Ontwaken. Al ging ook gisteren de zon / Bloedrood en onheilspellend onder – Toch is er elke dag de nieuwe / Verwachting van het grote wonder.”

Maar na mooie woorden van Pronk, eerder in Buenos Aires en Bonn en nu zelfs poëtische regels in Den Haag, mag de wereldgemeenschap best denken: eerst zien, dan geloven. Of zoals Pronks baas, premier Kok, het nadrukkelijk zei in zijn speech ter opening van de tweede week van de klimaattop: „Geen woorden, maar daden.”