Buitenland4 november 2000

Albert Gore

Door K. R. Corver
Al op jonge leeftijd werd Albert Gore junior, geboren op 31 maart 1947 in Carthage in Tennessee, door zijn vader het politieke pad opgestuurd. Albert senior vertegenwoordigde Tennessee jarenlang in de Senaat in Washington en hij verklaarde „bijzonder trots” te zijn toen Albert junior in 1984 eveneens senator werd.

Maar vader Gore had eigenlijk het Witte Huis op het oog voor zijn zoon. Op zijn sterfbed twee jaar geleden liet hij zijn zoon beloven president van Amerika te worden, of dat in ieder geval te proberen. Gore junior had er toen al zes jaar opzitten als vice-president naast Bill Clinton. Bij hun aantreden in 1992 leken de twee gezworen kameraden die elkaar perfect aanvulden. Clinton de makkelijke prater en de man van de grote plannen, met naast zich een vice-president die er jaren ervaring in het Huis van Afgevaardigden en in de Senaat op had zitten.

Gores dossierkennis is indrukwekkend en dat is beslist meer dan van zijn Republikeinse rivaal George Bush gezegd kan worden. Clinton zette zijn vice-president actiever in dan enige president voor hem. Vooral op het gebied van de buitenlandse politiek, vooral in Clintons beginjaren als president niet zijn sterkste kant. Analisten wijzen erop dat het Amerikaanse Balkan-beleid bijvoorbeeld voor een belangrijk deel door Gore is geïnspireerd. Wanneer Gore president wordt, zijn er dan ook weinig verrassingen te verwachten op het gebied van de buitenlands politiek. „Hij zal het beleid van de Clinton-jaren voortzetten”, aldus John Broder van The New York Times.

Hilarisch
Voor de Amerikanen is dat overigens niet zo belangrijk. Voortzetting van een gezond economisch beleid, het veiligstellen van het sociale stelsel, goed onderwijs en modernisering van het systeem voor volksgezondheid met betaalbare medicijnen voor de ouderen hebben voor hen topprioriteit. Gore legt hier andere accenten dan Bush. In de eerste plaats wil hij het financieringsoverschot gebruiken voor het wegwerken van de overheidsschuld. Bush wil het overschot gebruiken voor belastingverlaging. Gore wil meer geld voor het onderwijs om meer leraren in te huren om klassen kleiner te kunnen maken. Bush vindt dat de federale overheid zich daar niet mee moet bemoeien, want dat is in de Republikeinse filosofie een zaak van de afzonderlijke staten.

De farmaceutische industrie verwacht weinig van Gore als president, omdat hij tijdens zijn campagne herhaaldelijk heeft gepleit voor betaalbare medicijnen. „De farmasector verwacht prijslimieten als Gore president wordt en heeft daarom veel geld gestoken in de campagne van Bush”, aldus James Duffault, marktanalist van investeringsbank Salomon Brothers. In zijn jaren in het Huis van Afgevaardigden en in de Senaat ontpopte Gore zich als milieubeschermer, maar die toorts lijkt de afgelopen jaren uitgewaaid te zijn. Presidentskandidaat Ralph Nader van de Groene Partij noemt Gores milieuprestaties van de afgelopen jaren „allesbehalve indrukwekkend.” Gelukkig stelde Bush enkele weken geleden voor om in Alaska naar nieuwe oliebronnen te gaan zoeken. Gore kon zich toen manifesteren als de milieubewuste presidentskandidaat door te pleiten voor bescherming van Alaska, dat voor een groot deel beschermd gebied is.

Al Gore is een gerespecteerd politicus, maar hij is niet geliefd. „Hij is stijf, hij komt vaak arrogant over en is saai, vreselijk saai. Verder heeft hij de onhebbelijke gewoonte zichzelf op allerlei gebieden naar voren te schuiven en zijn eigen successen schromelijk te overdrijven. Hij beweerde ooit dat hij het internet had uitgevonden. Een bewering die tot hilarische reacties leidde. Die gewoonte geeft zijn tegenstanders nu de mogelijkheid om zijn betrouwbaarheid aan de orde te stellen”, aldus analist Michael O'Hanlon van het Brookings Research Institute in Washington. Hij wijst op de rol van Gores vrouw Elizabeth (”Tipper”), die tijdens de verkiezingscampagne de menselijke kant van Gore probeert te benadrukken. Bijvoorbeeld als vader van drie dochters en een zoon en inmiddels als trotse grootvader.

Lacherig
Gore werd door zijn ouders naar goede scholen gestuurd en belandde uiteindelijk op de Harvard Universiteit. Tijdens zijn studentenjaren woedden op tal van universiteiten hevige discussies over de Vietnamoorlog. Harvard vormde daarop geen uitzondering. Gore distantieerde zich van die discussies. Achteraf zegt hij dat hij zijn „twijfels” had over Amerika's engagement in Zuidoost-Azië, maar hij liet zich toch naar Vietnam sturen. In uniform weliswaar, maar hij ging als journalist voor de legerkrant. Na een paar maanden vond de legerleiding het genoeg en haalde men de zoon van de bekende senator Gore voortijdig terug naar de VS. Gore junior wil zijn „militaire ervaring” in Vietnam graag benadrukken, maar in legerkringen en onder veteranen wordt daar wat lacherig over gedaan.

Gore presenteerde zich in de afgelopen maanden als de progressieve beschermer van de „gewone, hardwerkende Amerikaanse belastingbetaler.” Hij zet zich af tegen Bush, die hij afschildert als de man die met zijn beloofde belastingverlaging voornamelijk de rijken wil plezieren. Komt er met Gore een linkse president in het Witte Huis? Wie naar zijn stemgedrag in het Congres kijkt, ziet dat Gore gewoonlijk een middenkoers heeft gevaren, met af en toe een linkse zijsprong. „Gore beschouwt zichzelf als een 'nieuwe Democraat' die op de kas let en die pas vatbaar is voor mooie plannen als die gefinancierd kunnen worden. Er zijn duidelijke verschillen met de politieke optiek van George Bush, maar Gore is zeker niet de opvolger van een werkelijk sociale president zoals Franklin D. Roosevelt, met wie hij zich graag vergelijkt”, zo meent O'Hanlon.