Geloof is richtsnoer voor beide kandidaten

Bush vroeg Graham toen naar de essentie van het geloof in Jezus Christus. Er ontspon zich een diepgaand gesprek dat voor Bush een ommekeer betekende. Vanaf dat moment veranderde zijn kerkbezoek van een sociale gebeurtenis in een werkelijk christelijke beleving. Hij stopte met drinken en begon zich te verdiepen in morele vraagstukken. Sindsdien is het geloof voor George Bush een leidraad.

Hij is aangesloten bij de Highland Park United Methodist Church in Austin in Texas. Daar raadpleegt hij soms dominee Mark Graig, maar ook andere geestelijken bij belangrijke beslissingen in zijn leven. Bijvoorbeeld voor zijn besluit om zich presidentskandidaat te stellen. „Het geloof sterkt mij en tegelijkertijd vertelt het mij welke dingen er wérkelijk van belang zijn in dit leven”, aldus Bush.

Voor zijn Democratische rivaal Al Gore lijkt het geloofsleven soms meer een intellectuele aangelegenheid. „Hij is geïnteresseerd in geloof en in wetenschap en ziet geen tegenstelling tussen beide. Praktisch uit zijn geloof zich vooral in zijn milieubeleid. Hij is er rotsvast van overtuigd dat de mens niet mag knoeien met de schepping”, aldus Karenna Schiff, Gores oudste dochter.

De jonge Gore groeide op tussen verschillende kerken. Als het gezin van senator Gore sr. in Washington was bezocht men zondags de Presbyterian Church. Maar thuis in Carthage in Tennessee bezochten zijn ouders verschillende kerken. Gores moeder was aangesloten bij de Church of Christ en zijn vader ging naar de Baptist Church. Na zijn studententijd is Gore volgens eigen zeggen een tijdlang „op drift” geweest. Hij toetste verschillende richtingen, verdiepte zich onder andere in mystiek en bestudeerde zelfs de New Age-richting. Maar met zijn vrouw Tipper keerde hij terug naar de kerk van zijn vader, de Baptist Church.