Buitenland 27 oktober 2000

Dossier Verkiezingen VS

Bush of Gore – zoek de verschillen

Van onze correspondent
NEW YORK – Over een dag of tien gaan de Amerikanen naar de stembus om een nieuwe president en een nieuw parlement te kiezen. Er zijn tal van partijen en partijtjes, maar in de praktijk gaat het om de keuze tussen Democraten of Republikeinen. Wie komt er in het Witte Huis en gaat de nieuwe regering vormen? En welke partij verovert de meerderheid in het Congres?

Maakt het veel uit wie er wint, voor de Amerikanen zelf en voor de rest van de wereld? Het is misschien nuttig een paar van de belangrijkste onderwerpen die door de uitslag van de verkiezingen beïnvloed zullen worden op een rijtje te zetten. Laten wij daarbij met onszelf beginnen, namelijk met de buitenlandse politiek. Dit is een onderwerp waar de meeste Amerikanen niet erg warm voor lopen. Zelfs presidentskandidaten hebben soms moeite met de geografie van de buitenwereld, maar eenmaal beëdigd als president worden zij daar onvermijdelijk mee geconfronteerd.

George W. Bush
Traditioneel gelden de Democraten als isolationistischer dan de Republikeinen. Dat wil zeggen dat de Democraten eerder geneigd zijn om de buitenwereld de buitenwereld te laten en zich te concentreren op de problemen van Amerika zelf. Het is dan ook opmerkelijk dat de Republikeinse presidentskandidaat, George Bush, in deze verkiezingscampagne een nogal Democratisch standpunt inneemt. Hij vindt namelijk dat de VS alleen militair in actie moeten komen als de belangen of de veiligheid van Amerika in het geding zijn. „Als George Bush president wordt, dan trekken wij ons terug van de Balkan”, aldus Bush' buitenlandse politiek- en veiligheidsadviseur Condoleezza Rice in een interview met The New York Times. Een standpunt waarvan de NAVO-partners verrast opkeken.

Weggewerkt
Op het gebied van de handel gaan George Bush en zijn Democratische rivaal, Al Gore, beiden uit van een zo breed mogelijke vrijhandel, wereldwijd. Daarbij vinden de Republikeinen dat handel niet aan sociale of milieuvraagstukken mag worden gebonden. De Democraten vinden dat wel gewenst. Zij zijn voor vakbondsrechten en een milieubeleid in concurrerende landen en zijn ook bereid die factoren te laten meewegen in handelsafspraken. Niet alleen de opvattingen van beide kandidaten over de wereldeconomie zijn voor ons van belang, maar ook hun opvattingen over de Amerikaanse economie, omdat die tenslotte zo'n enorme invloed heeft op de gang van zaken in de rest van de wereld.

Al Gore
Al Gore pleit voor een voortzetting van het beleid van de regering-Clinton, dat wordt gekenmerkt door financiële discipline. Voor het eerst in dertig jaar genieten de VS van een financieringsoverschot. Gore wil dat de komende jaren vooral gebruiken voor het verlagen van de staatsschuld. Die zou in 2012 moeten zijn weggewerkt. De Republikein Bush zegt dat het financieringsoverschot aan de belastingbetalers moet worden 'terugbetaald'. Een standpunt dat overigens niet algemeen wordt gedeeld binnen zijn partij. Waarvoor zou dat extra geld dan verder kunnen worden gebruikt? Voor het onderwijs, roepen beide presidentskandidaten om het hardst. Beiden hebben zichzelf uitgeroepen tot de 'onderwijskandidaat' van de verkiezingscampagne.

Voor de Republikeinen is dit even wennen, want het is nog niet zo lang geleden dat zij in het Congres in Washington pleitten voor afschaffing van het ministerie van Onderwijs. Niet dat zij tegen onderwijs zijn, maar de Republikeinen vinden dat dat een zaak is voor de afzonderlijke staten, en niet voor de federale overheid. Niet voor Washington dus. De bestedingsplannen voor het onderwijs van beide kandidaten laten grote verschillen zien. Bush wil de kwaliteit van scholen testen. Voldoen zij niet, dan moeten ouders via zogeheten vouchers (een terugbetalingssysteem voor het reeds betaalde schoolgeld) in staat gesteld worden om hun kinderen op niet-openbare scholen te plaatsen. Al Gore wil geld pompen in het openbaar onderwijs om de kwaliteit te verbeteren, maar wil dat systeem niet door vouchers onder een soort concurrentiedruk zetten.

Levensvatbaar
Naast onderwijs vormt volksgezondheid een prominent onderwerp in de verkiezingen. Bush staat hier een gedeeltelijke privatisering voor. Gore is voor handhaving van het bestaande systeem, waarbij er een verruiming moet komen voor vergoeding van medicijnen, vooral voor de ouderen. Dit is een onderwerp waarmee hij tot nu toe goed scoort in Florida, dat met z'n milde klimaat veel gepensioneerden aantrekt. Naast volksgezondheid is het sociale stelsel een onderwerp waaraan veel aandacht besteed wordt. Ook hier wil Bush deels privatiseren, om te voorkomen dat dit systeem –dat in 1935 werd gecreëerd door president Franklin D. Roosevelt– in het jaar 2037 failliet gaat. De Democraat Gore rilt van die gedachte en wil een deel van het financieringsoverschot gebruiken om het systeem van ”social security” op te krikken en levensvatbaar te houden.

Er zijn verschillende onderwerpen die in de voorverkiezingen een belangrijker rol speelden dan in de feitelijke verkiezingscampagne zelf. Zoals abortus, waar de Republikeinen faliekant tegen zijn. De Democraten menen dat de beslissing hierover uiteindelijk bij vrouwen zelf ligt. Een actueel onderwerp in de voorverkiezingen was ook het wapenbezit, maar dat is grotendeels verdwenen uit de discussies. De Republikeinen zijn voor zo weinig mogelijk beperkingen op wapenbezit, terwijl de Democraten pleiten voor een vergunningenstelsel plus registratie van wapens en wapenbezitters. De doodstraf leek even naar voren te komen als verkiezingsonderwerp, maar is inmiddels weer naar de achtergrond verdwenen. Beide kandidaten zijn, net als de meerderheid van de Amerikanen, voor de doodstraf. Vooral de Democraten pleiten echter voor een zorgvuldiger systeem, zodat executies van onschuldige slachtoffers zoveel mogelijk worden voorkomen.

Bestuurselite
Milieu, armoedebestrijding, rassendiscriminatie en morele waarden zijn onderwerpen die bij tijd en wijle opduiken, maar die geen grote rol in de campagne spelen. Wat wel duidelijk naar voren kwam uit de drie televisiedebatten tussen Al Gore en George Bush en uit hun optreden tijdens hun campagnes is de verschillende opvatting over de rol van de federale overheid. Die federale overheid –zeg maar Washington– moet volgens Bush zo min mogelijk ingrijpen in het doen en laten van de vijftig staten. Zij mag steunen en corrigeren, maar zo min mogelijk. Daarom wil Bush het overheidsapparaat ook radicaal afslanken. Gore daarentegen volgt de Democratische traditie en meent dat de federale overheid een belangrijke rol moet spelen in het reilen en zeilen van het hele land, ook op gebieden die de Republikeinen liever overlaten aan de afzonderlijke staten zoals onderwijs en volksgezondheid. De Democratische opvatting wordt wel eens vergeleken met de centralistische denkbeelden van de Franse bestuurselite: Parijs beslist en de provincies voeren uit. In de Democratische opvatting komt Washington eenzelfde positie toe binnen de Verenigde Staten. De Republikeinen daarentegen willen die staten veel meer zelfstandigheid geven en zouden Washingtons rol het liefst beperken tot het buitenlands beleid, defensie, handel en enkele coördinerende taken.