Buitenland | 6 oktober 2000 |
Dossier Amerikaanse verkiezingen Cheney en Lieberman houden het beleefd in onderling treffen Vice-presidentskandidaten in debatVan onze correspondent Dick was een uitstekende minister van Defensie tijdens de Golfoorlog, aldus senator Lieberman. Cheney zei op zijn beurt veel waardering te hebben voor Liebermans capaciteit om bipartisan steun (steun van beide partijen Republikeinen en Democraten) te verwerven voor politieke initiatieven. Het was het enige debat in de verkiezingscampagne 2000 tussen de vice-presidentskandidaten. Beiden steunden uiteraard hun voormannen, de Republikein George Bush en de Democraat Al Gore. Maar beide kandidaten toonden daarnaast het vermogen om enige afstand te nemen van cijfers en ideologische kreten om een bredere visie achter hun politieke programma's te schetsen. Voorsprong De Republikeinse kandidaat voor het vice-presidentschap hamerde op de zaken die de Democratische regering-Clinton/Gore de afgelopen acht jaar volgens hem niet heeft aangepakt: de hervorming van het sociale stelsel en de modernisering van het systeem voor volksgezondheid. Verder hamerde Cheney op de uitholling van de militaire capaciteit van de VS en op het feit dat de Amerikaanse belastingbetaler recht heeft op teruggave van belastinggeld nu er een financieringsoverschot wordt geboekt. Op al deze punten herhaalden Cheney en Lieberman wat hun voormannen twee dagen geleden al gezegd hadden, zij het in een rustiger en beschaafder atmosfeer. Volgens de eerste peilingen die dinsdagavond na het debat van de presidentskandidaten werden gehouden, lijkt de Democraat Al Gore iets uit te lopen. Of beter gezegd, Republikein George Bush lijkt wat af te zakken. De peiling van het persbureau Reuters noteerde woensdag na het debat een gelijkblijvende steun voor Gore van 46 procent, maar Bush was gezakt van 40 naar 39 procent. Een Gallup-peiling voor omroepmaatschappij CNN en de krant USA Today toont een groter verschil. In deze peiling zou Al Gore 51 procent van de stemmen krijgen als er nu verkiezingen werden gehouden, tegenover 40 procent voor Bush. De opiniepeilers houden niet alleen nationale peilingen, maar toetsen ook voortdurend de stemming in de afzonderlijke staten. Dat is van belang, omdat de uitslag in die staten bepaalt voor wie de kiesmannen van die staat zullen (of beter gezegd: moeten) stemmen. In een aantal staten kan de meerderheid nog naar beide kanten vallen. Maar in de meeste staten lijkt de meerderheid op dit moment al vast te liggen. Daarbij heeft Bush weliswaar meer staten aan zijn kant, maar Gore heeft steun in de staten met een grotere bevolking en dus met meer kiesmannen. Dat geeft Gore wat het aantal kiesmannen betreft voorlopig een voorsprong van 226 tegenover 175 voor zijn rivaal, Bush. Meerderheid Slagen zij erin om in het Huis van Afgevaardigden maar zes zetels extra te veroveren, dan is het daar gedaan met de Republikeinse meerderheid. Dat zou het regeren voor een Democratische president aanzienlijk makkelijker maken. In de Senaat lijken de Democraten ook op de Republikeinen in te lopen, maar een omkering van de meerderheid wordt daar voorlopig niet waarschijnlijk geacht. |