Buitenland 31 augustus 2000

Wereld Natuur Fonds voorspelt sterfte tot 70 procent in poolgebied

„Broeikaseffect bedreigt
eenderde flora en fauna”

Van onze wetenschapsredactie
LONDEN – Door het versterkte broeikaseffect dreigt eenderde van de leefomgeving van planten en dieren op de wereld tegen het eind van de 21e eeuw zo fundamenteel te veranderen dat veel soorten zullen uitsterven, waarschuwt het Wereld Natuur Fonds. Tegelijkertijd zegt een VN-organisatie dat de ozonlaag boven Antarctica alarmerend snel dunner wordt.

Het World Wide Fund for Nature (WWF) publiceerde gisteren een rapport waaruit blijkt dat tegen het jaar 2100 in de kwetsbaarste regio's van het poolgebied en de noordelijke bosgebieden 20 procent van de dier- en plantensoorten zal uitsterven. Dat komt door het verdwijnen van hun habitat, hun leefomgeving, als gevolg van een mondiale opwarming.

In het noorden van Canada, Rusland en Scandinavië, waar de klimaatverandering zich vermoedelijk sneller zal voltrekken, kan dit percentage zelfs oplopen tot 70 procent van de dier- en plantensoorten. Daarnaast lopen kustgebieden en eilanden grote risico's door het warmer worden van de watertemperatuur en de stijging van de waterspiegel van oceanen en zeeën, aldus het rapport.

In verscheidene landen, waaronder Rusland, Zweden, Finland, Estland, Letland, IJsland, Kirgizië, Tadzjikistan en Georgië, en in zeven Canadese provincies en gebieden staat ruim de helft van de habitat op het spel. Ook de natuurlijke omgeving in verscheidene Amerikaanse staten dreigt sterk te worden beïnvloed, aldus het WWF. Het rapport is gebaseerd op een voorspelde verdubbeling van het kooldioxideniveau in de atmosfeer tegen het jaar 2100 in vergelijking met het pre-industriële niveau. Daarbij wordt aangetekend dat de huidige concentratie van kooldioxide –het gas dat voornamelijk verantwoordelijk wordt gehouden voor het broeikaseffect– nu al 30 procent hoger is dan het pre-industriële niveau en dat het gehalte aan koolstofdioxide ook al tegen 2050 kan zijn verdubbeld.

De rapporteurs, Adam Markham van de in de VS gevestigde organisatie Clean Air-Cool Planet en Jay Malcolm van de Universiteit van Toronto in Canada, voorspellen dat het verlies aan habitat veel planten en dieren zal dwingen tot een wedloop om hun leven te redden, en dat het niet te overzien is of de migratie snel genoeg zal verlopen. Er zal „een schifting van ecosystemen” komen, waarbij de minder mobiele soorten het afleggen tegen „minder diverse, onkruidachtige vegetatie of systemen.” De kwetsbaarste soorten leven in een geïsoleerde of gefragmenteerde habitat, zoals de Gelada-baviaan in Ethiopië, de Australische dwergopossum, de monarchvlinder die overwintert in Mexico en de Siberische lepelaar.

Klimaatconferentie
Het WWF hoopt met de publicatie van het rapport een discussie los te maken en de afgevaardigden naar de in november in Den Haag te houden Klimaatconferentie op scherp te zetten. Ze hopen dat de politici in Den Haag het uit 1997 daterende Kyoto-verdrag over de uitstoot van broeikasgassen zullen ratificeren. WWF-medewerker Andrew Kerr meent dat veel landen zich aan Kyoto proberen te onttrekken en naar 'gaten' in het verdrag zoeken. „Ze moeten weten dat het probleem veel acuter is dan zij zich realiseren”, beklemtoont Kerr.

Tegelijk met het WWF-rapport meldt de Wereld Meteorologische Organisatie van de Verenigde Naties dat de ozonlaag boven Antarctica op dit moment alarmerend snel dunner wordt. Uit satellietwaarnemingen blijkt dat de hoeveelheid ozon boven de zuidpool 30 procent lager is dan het langjarig gemiddelde. „Dat is het dubbele van de 15 procent waarover we twee weken geleden spraken”, zegt een woordvoerder. Het lage ozongehalte treedt daarmee vroeger op dan voorgaande jaren, waardoor de kans op een ozongat, later dit jaar, toeneemt. Daardoor zullen de zeeën rond Antarctica aan een hogere dosis ultraviolette straling blootgesteld worden.