Buitenland26 augustus 2000

Gevaar gezonken kernonderzeeër voor milieu makkelijk overdreven

„Koersk geen tikkende tijdbom”

Door mr. S. de Jong
Vijf nucleair aangedreven onderzeeboten zonken sinds 1963. In dat jaar kwam de Amerikaanse Thresher niet meer boven na een proefduik. De ondergang van de aanvalsonderzeeër Koersk voegt de zesde naam aan het rijtje toe. Waar de eerste vijf liggen op dieptes die tot 4800 meter onder de zeespiegel oplopen, ligt de laatste op een diepte van slechts 108 meter. Dat maakt berging beter mogelijk, maar vergroot het risico voor het milieu.

De Koersk ligt op 150 kilometer ten noordoosten van de marinestad Moermansk en 300 kilometer ten oosten van de Noorse arctische kust in de ijzige wateren van de Barentszzee. Volgens de Russische en Noorse autoriteiten is er tot nu toe geen verhoogde radioactieve straling in de omgeving van de Koersk gemeten. Maar wat niet is, kan komen.

„De ramp met de Koersk betekent opnieuw een kernreactor op de bodem van de zee”, liet woordvoerder William Peden van Greenpeace deze week veelbetekenend weten. „De romp is al gescheurd. Zelfs als er nu geen lekken zijn, is er een mogelijkheid dat die er ergens in de toekomst wel zijn.” Want volgens de milieubeweging zijn de kernreactoren die het schip aandreven een „tikkende tijdbom in een van de watergebieden met de rijkste natuur ter wereld.” Milieubeschermers dringen aan op een snelle en volledige berging van het wrak.

„Absoluut niet mee eens”, vindt dr. H. van Dam. De hoogleraar aan de Technische Universiteit Delft ziet in de Koersk allesbehalve een tikkende tijdbom. „Het is de taak van de milieubeweging te overdrijven, in de hoop wat resultaat te boeken. De ethiek van de wetenschap veroorlooft mij niet op dergelijke wijze de trom te roeren. Te stellen dat ons een ramp te wachten staat, komt neer op het ongefundeerd wekken van ongerustheid.”

Visgronden
Van Dam roept de ondergang van de Komsomolets in herinnering. Die onderzeeër zonk in 1989, met een verlies van 42 levens. Noorse wetenschappers –de strategische kernonderzeeër zonk in de Noorse Zee– zijn tot de conclusie gekomen dat er geen ramp te wachten staat, hoewel uit de boot wat plutonium lekt. Moskou beweert dat de romp het zeewater nog 500 jaar zal weten buiten te houden. Eenzelfde claim is ten aanzien van de Koersk geuit. „Zelfs als dat het geval niet is, en het geleidelijk vrijkomt, zorgen de hoeveelheden water in de oceaan voor gigantische verdunningsprocessen”, stelt Van Dam.

Een ander geluid klonk deze week van een in 1992 gepensioneerde Russische marineofficier. Alexander Nikitin zei dat de reactor van Koersk al binnen een maand nucleaire straling kan gaan lekken, als het wrak dan tenminste nog niet is geborgen. Nikitin was in 1995 medeauteur van het boek ”De Russische Noordelijke vloot – bronnen van radioactieve besmetting”. Daarin stelt hij dat het dumpen van radioactief afval, tien jaar geleden nog een routinekwestie voor de Sovjetmarine, een „sluipend Tsjernobil” veroorzaakt.

Hoogste kringen binnen de Russische marine toonden zich destijds ”not amused” en Nikitin zag zich na de publicatie geconfronteerd met de aanklacht landverraad. Na een lange rechtsgang sprak het Russische hooggerechtshof hem eerder dit jaar vrij van alle beschuldigingen. Het openbaar ministerie vroeg daarop om heropening van de zaak. Op 13 september zullen de raadsheren het verzoek beoordelen.

Volgens Nikitin, momenteel in Washington, zullen de druk van het water en de hitte van de reactors de onderzeeboot spoedig uit elkaar doen vallen. „Tot op heden zijn er geen radioactieve lekken of straling. Maar naar mijn mening moet de boot van de zeebodem worden gehaald, omdat we anders in de toekomst straling zullen krijgen”, zei hij maandag op een bijeenkomst van de American Chemical Society.

Thomas Cochran van de Amerikaanse federale dienst National Resources and Defence Commission stelt: „Het is zaak de vervuiling van de oceaan zo laag mogelijk te houden. Ook geringe hoeveelheden straling veroorzaken kanker. Als je dat eenmaal toelaat, weet je niet waar je blijft. Sommige wetenschappers waarschuwen voor de sterke stroming in het gebied, die de radioactieve besmetting, mocht die zich voordoen, snel zou verspreiden. De gevolgen voor de rijke visgronden laten zich raden.

Steviger
Noorse deskundigen hebben inmiddels gewaarschuwd dat de lijken van de bemanning pas in 2001 kunnen worden geborgen. „Ons haalbaarheidsonderzoek naar het bergen van het wrak of de lichamen zal maanden in beslag nemen”, zei Julian Stoltenberg, woordvoerder van Stolt Offshore, het Noorse bedrijf dat op verzoek van de Russen het luik van de Koersk opende. „Praktisch gesproken, zou ik zeggen dat we volgende zomer op zijn vroegst kunnen beginnen.”

Een verstandige houding, meent Van Dam. „We moeten ons niet blindstaren op de Koersk. Er liggen nog enkele onderzeeboten met radioactieve inhoud in de Karazee (ten oosten van Nova-Zembla; ten westen ligt de Barentszzee) die moedwillig ondiep tot zinken zijn gebracht. We hebben te maken met de onrust van de dag. Mijn standpunt is: Als we echt serieus naar deze problematiek gaan kijken, moeten we zorgvuldig vaststellen waar de prioriteiten liggen.”

Ook boven de golven dreigt immers het gevaar. Wegens bezuinigingsmaatregelen liggen tientallen Russische oorlogsschepen in havens op het schiereiland Kola weg te roesten. Als we mogen afgaan op de gegevens van Amerikaanse inlichtingendiensten zijn de kusten bij Moermansk zelfs „bezaaid met de roestende rompen van ongeveer honderd atoomonderzeeboten.” Uit scheurtjes in de scheepswanden lekt zo veel verbruikte brandstof naar buiten, dat de plaatselijke radiostations soms naast het weerbericht ook de intensiteit van de straling bekendmaken.

Even afgezien van de wens van de nabestaanden de 118 omgekomen bemanningsleden boven water te krijgen, zou je haast menen: Laat maar rustig liggen, die Koersk. Uit milieuoogpunt bezien zijn er dringender zaken. Zo ver wil Van Dam nu ook weer niet gaan. „Reactors horen niet op de oceaanbodem thuis. De andere kant is, nu we niet spreken over een tikkende tijdbom of andere rampen die ons boven het hoofd hangen, dat het zaak is de berging niet te overhaasten.”

„Wat dat betreft kiest Bellona Foundation dezelfde lijn als ik”, zo roept Van Dam de hulp in van een andere autoriteit op milieugebied. De Noorse 'waakhond' bepleit de bouw van een nieuwe opslagfaciliteit voor verbruikt kernbrandstof en ander kernafval op Kola, ten oosten van Moermansk, om radioactieve vervuiling van de arctische zeeën te voorkomen. De huidige opslagruimtes zitten vol, geld voor nieuwe heeft de Russische overheid niet beschikbaar.

Als de schepen eenmaal afgedankt zijn, kunnen de onderdelen van marineschepen die stralingsgevaar opleveren, worden gesloopt en in veilige afzondering opgeslagen. Scheepsreactors zijn veel kleiner dan hun tegenhangers in kerncentrales op het land. Daarbij komt, dat de mantel veel steviger is. Het omhulsel van de reactor en het reactorcompartiment bestaat uit drie lagen. De romp van de onderzeeër zelf fungeert als stalen vierde wand. Overigens maakt de constructie van de Koersk het onmogelijk de reactors alleen naar het oppervlak te brengen.

Paniekerig
Aan boord zouden geen nucleaire wapens zijn geweest. In het kader van de wapenbeheersingsovereenkomsten tussen Moskou en Washington is de inzet van tactische kernwapens verboden. Volgens de gegevens van Jane's Fighting Ships kan de Koersk normaal gesproken 24 kruisraketten met conventionele hoogexplosieve of nucleaire lading bevatten en 28 torpedo's met gelijksoortige lading.

De aandacht gaat in dit opzicht dus naar de nucleaire reactors uit, waarvan de Koersk er twee had. De Russische autoriteiten hebben laten weten dat deze tijdens het ongeluk zijn uitgeschakeld. Oud-marineofficier Nikitin beaamde deze bewering. Hij zei dat de apparatuur zo is ingesteld, dat ze de reactors volautomatisch uitschakelt als zich een ernstig ongeval voordoet, zelfs al zou de bemanning niet meer in staat zijn nog in te grijpen.

Wetenschapper Nils Bøhmer van Bellona Foundation schetst drie mogelijke scenario's voor de reactors. Eerst het slechte nieuws. Na de automatische uitschakeling van de reactor zorgt een ”passief koelsysteem” ervoor dat het systeem afkoelt. Als het 'oververhittingsventiel' niet werkt, wordt de kern heter en heter en baant zich een weg door het reactorvat en, in het ergste geval, de scheepshuid. Eenmaal in contact met het zeewater zal de kern afkoelen, waarbij een grote golf radioactiviteit vrijkomt. „De mogelijkheid van dit scenario is vrij klein, maar het kan niet worden uitgesloten.”

Minder zwart scenario: ook bij het falen van het koelsysteem is het alsnog mogelijk dat een meltdown wordt voorkomen. Dat is het geval als het zeewater in de reactorruimte als koelelement fungeert. Ook daarbij is het mogelijk dat via gebroken leidingen alsnog radioactieve straling vrijkomt. Dan is er, als laatste scenario, de mogelijkheid dat het koelsysteem naar behoren zijn werk doet. De reactor komt dan op veilige manier tot stilstand, maar zelfs in dat geval kunnen beschadigingen en natuurlijke afbraakprocessen voor gevaar zorgen.

Grote risico's dus voor de bergingsploeg? Van Dam: „Secuur zal moeten worden vastgesteld wat de conditie is van de Koersk en met name van het reactorcompartiment. Zelfs als de boot helemaal onder water staat, word ik nog niet paniekerig. Op grond van die gegevens kan een risico-inschatting worden gemaakt. Ik laat me niet verschrikkelijk opwinden. Ooit, bij de berging van de Komsomolets, heb ik gezegd (Van Dam gaf als regeringsadviseur een Nederlands bergingsconsortium raad): Als jullie duikers naar beneden gaan, ga ik mee. Dat was een geruststelling die werkte. Ik ben ook een mens.”

Ontploft
„Ik hoorde deze week iemand zeggen: „Misschien gaan we het schip binnen een maand aan een paar pontons hangen om het naar ondieper water te verslepen.”. Nou, nou, denk ik dan. Beschikken wij over voldoende informatie om daarvan een verantwoorde actie te maken? Je moet hard werken, maar er geen overhaaste klus van maken. Wat is verantwoord? Het opnemen van de hele situatie gaat waarschijnlijk maanden kosten. Haastige spoed is zelden goed.”

Dat de ondergang van de Koersk een ramp is, moge duidelijk zijn. Maar niet voor het milieu, meent Van Dam. „Greenpeace zal altijd van mening blijven verschillen met mij. Laten we over tien jaar nog eens kijken of de tijdbom daadwerkelijk is ontploft. We moeten de risico's niet onderschatten, maar hoeven ze ook niet te overschatten.”