Buitenland23 augustus 2000

Echtgenote kapitein Koersk blijft hopen

„Alles in mij zegt
dat hij nog leeft”

MOERMANSK – Oksana Doedko wil nog niet geloven dat haar man Sergej is omgekomen in de gezonken onderzeeër Koersk en blijft er bij de marine en de buitenlandse reddingsploegen op aandringen dat zij doorgaan met zoeken, voor het geval er nog iemand in leven is in compartimenten die nog niet zijn opengemaakt.

De nog maar dertig jaar oude Sergej Doedko had een geweldige promotie gekregen, precies op de dag dat zijn zoon tien werd. Oksana was opgetogen en zag voor zichzelf een prominente rol weggelegd in het sociale leven van Vidjajevo, de vlootbasis aan de Barentszzee. Het feest moest alleen nog even worden uitgesteld, want als de kersverse tweede man aan boord van een van Ruslands nieuwste en beste onderzeeërs moest Sergej meteen uitvaren voor een militaire oefening. „Hij zei dat hij zou terugkomen en dat we dan alles zouden vieren”, zei zij gisteren met een bleek en van angst vertrokken gezicht in Moermansk.

De vreugde verkeerde in een tragedie toen de Koersk op 12 augustus na een explosie met 118 officieren en matrozen verging. Maandag slaagden redders erin een luik te openen. Zij stelden vast dat de gehele onderzeeër was volgelopen en er geen kans was dat iemand het ongeluk had overleefd.

Oksana is niet overtuigd. „Mijn man kennende, ben ik ervan overtuigd dat hij zo lang mogelijk zal volhouden. Ik hoop dat hij nog leeft”, zei zij. „En alles in mij zegt dat hij nog leeft.”

De marine heeft de reddingsoperatie opgegeven en zegt dat het weken of maanden kan duren voor de weersomstandigheden het toelaten om het wrak van de Koersk met de lichamen van de bemanning te lichten. „We kunnen hen niet eens behoorlijk begraven”, aldus Oksana. „Ze zeggen: „Wacht een jaar, de zee wordt nu stormachtig.”

De tienjarige Kostja is zo overstuur door de dood van zijn vader, dat hij psychotherapeutische behandeling moet ondergaan, zegt zijn moeder. Haar driejarig dochtertje Sofia weet nog niet wat er gebeurd is. „Zij houdt zo veel van haar vader, ik heb het haar nog niet durven vertellen.”

Toen Oksana vorige week dinsdag van Moskou naar Vidjajevo vloog na in verband met het nieuws over het ongeluk haar vakantie te hebben onderbroken, toonde zij zich tegenover verslaggevers bezorgd, maar vol goede moed. Kostja vertelde over een boek over het redden van onderzeeërs dat hij net had gelezen. „Ze zeggen dat er geen slachtoffers zijn en wij geloven dat”, zei Oksana toen. Een week later is zij nog maar een schaduw van de persoon die zij was. „De marineleiding wil niets meer doen”, zegt zij. „Ze begraven onze mannen levend.”

Net als de meeste andere nabestaanden die in Moermansk bijeen zijn verwijt zij de Russische marineleiding dat die niet eerder buitenlandse hulp heeft aangenomen. „Als ze meteen waren begonnen, was misschien de helft van de bemanning nu al aan land geweest”, zegt haar zuster Aljona Versjinina.

Oksana blijft hopen. „Ik doe geen zwarte sjaal om mijn hoofd voordat ik zijn lichaam gezien heb.”