Buitenland17 augustus 2000

Greenpeace dringt aan op uit de vaart nemen kernonderzeeërs

Riskante aspecten aan tragedie Koersk

Door Marie van Beijnum
AMSTERDAM - Op 100 meter diepte ligt een van de modernste kernonderzeeërs van de Russische noordelijke vloot. Gezonken en straks een door het zeewater aangetast wrak – en daardoor een gevaar op lange termijn voor flora en fauna. Femke Bartels is medewerker van de milieuorganisatie Greenpeace en belast met nucleaire aangelegenheden. „We zaten bijna op dit drama te wachten, omdat we wisten hoe belabberd de toestand van de Russische noordelijke vloot is. Vroeg of laat moest dit fout gaan.”

De Russische kernonderzeeër Koersk is niet het eerste stralingsrisico op de zeebodem, maar experts maken zich zorgen omdat het schip in zulk ondiep water is gezonken. Femke Bartels is medewerker van de milieuorganisatie Greenpeace en belast met het dossier ”nucleair”. Een tragedie, zegt ze vanuit haar Amsterdamse kantoor. „Niet alleen vanwege het idee dat er 116 mensen in de Koersk zitten opgesloten, maar ook bij de gedachte over de gevolgen op lange termijn van de op 100 meter diepte liggende Koersk. Wegens erosie door het zeewater kan er radioactiviteit vrijkomen en dat leidt altijd tot een verhoogde mate van kankergevallen in de regio.”

Brandstofstaven
Deskundigen benadrukken dat het onmiddellijke gevaar aan boord van de Koersk gering is, omdat de twee kernreactoren waarschijnlijk met een noodprocedure zijn stilgelegd en er voorzover bekend geen kernwapens aan boord waren. Toch zijn er riskante aspecten verbonden aan het drama op de zeebodem. Bartels doet eens netjes uit de doeken hoe dat zit: „De Koersk is uitgerust met twee nucleaire reactoren. Dat betekent dat er hoogradioactieve brandstofstaven in zitten, waarbij je moet hopen dat het koelwatersysteem functioneert.

In principe zijn de reactoren gesloten – en stilgezet. Maar het gaat om de hitte die vrijkomt en of de reactoren uiteindelijk helemaal kunnen worden gekoeld. De hitte moet namelijk worden afgevoerd en daar dient het koelwatersysteem voor, dat weer afhankelijk is van elektriciteit. Nu is het zo dat de elektriciteit in de onderzeeër is uitgevallen. Het kan best zo zijn dat deze kernonderzeeër een koelwatersysteem heeft dat los van de elektriciteit in de boot opereert, waardoor het koelwatersysteem wel werkt.”

Al zijn de reactoren stilgelegd, dat wil niet zeggen dat de warmte meteen is verdwenen, aldus Bartels. „Werkt het koelsysteem nog voldoende om alle warmte af te voeren, dan zouden explosies kunnen worden voorkomen. Juist explosies vormen de eerste en grootste gevaren.”

Radioactiviteit
Een ander risico is wat er met de Koersk gaan gebeuren als de bemanning al dan niet is gered. „Het schip ligt nu op de bodem met z'n reactoren en brandstofstaven. In onze ogen is het niet verantwoord de Koersk daar te laten liggen. Zeewater kan de duikboot aantasten. Er zit radioactiviteit in die kan vrijkomen.”

Het is hypothetisch om vooruit te lopen op een ecologische catastrofe, zegt Bartels. „Het ligt er net aan wat er gebeurt en hoeveel radioactiviteit er vrijkomt. Nu weten we nog niets. Is er een lek? Hoe groot is dat en waar zit het? Het enige wat we weten is dat er radioactiviteit in zit. Als er iets mis gaat, gaat het goed mis.”

Tien andere atoomonderzeeboten die sinds het eerste ongeluk in 1963 op de zeebodem liggen, bevinden zich op zo'n diepte dat ze geen gevaar vormen voor de meeste vissen, die veel hoger zwemmen. Op de lange duur, als het schip niet geborgen zou worden, kan het gevaar toenemen omdat het schip midden in de rijke visgronden van de Barentszzee ligt. Radioactief gevaar gaat uit van de reactor, hoewel die aan boord van kernonderzeeërs maar klein is, en van het plutonium in de kernwapens.

Bartels voert aan dat elke vorm van radioactief materiaal op de zeebodem gevaarlijk is. „Als er radioactiviteit wordt verspreid, houdt dat in dat de kans op kanker toeneemt. Radioactiviteit verspreidt zich vaak in zeedieren en in die zin komt het weer bij de mensen terecht. Dan kan het een verhoging van kanker veroorzaken, en dan vooral van leukemie bij kinderen.”

Krakkemikkig
De onderzeeërs zijn niet de enige vorm van mogelijke radioactieve vervuiling. Volgens Bartels liggen er in marinehavens op het Russische schiereiland Kola nog honderd onderzeeboten weg te roesten, waarvan er 52 nog steeds kernbrandstof aan boord hebben. Voorts ligt er kernbrandstof opgeslagen aan boord van negen „krakkemikkige” ondersteuningsschepen en zijn er zeventien kernreactoren gedumpt in de arctische Karazee nabij Nova Zembla. „In Noorwegen maakt men zich bijvoorbeeld al jaren bezorgd over de Russische noordelijke vloot. Die verkeert in een uiterst slechte staat.”

„Deze ramp kwam onverwachts”, informeert Bartels. „maar toch zaten we er bijkans op te wachten, omdat we wisten hoe belabberd de toestand van de Russische noordelijke vloot is. Vroeg of laat moest dit fout gaan. Wat me wel verbaasde is dat het een van de modernste onderzeeërs is die dit overkomt.”

Bartels betoogt dat het niet zomaar om een ongelukje gaat. „Het geval in de Barentszzee staat niet op zich. Ik heb lijsten van ongelukken met onderzeeboten. Vooral in Rusland zijn er grote problemen bijgekomen doordat er geen geld is voor onderhoud, maar ook geen geld om personeel uit te betalen. Vaak is er muiterij. Onderdelen van die onderzeeërs worden gesloopt en verkocht, waardoor ze onveiliger worden. Een dergelijke wankele toestand baart ons veel zorgen.”

Berging of monitoring
Greenpeace roept nu wereldwijd op alle kernonderzeeërs uit de vaart te nemen. „Er zijn de afgelopen jaren heel veel kleine en grote ongelukken (wel tweehonderd) gebeurd met onderzeeërs. De afgelopen maanden is zelfs nog een ongeluk geweest met een Engelse onderzeeër, die nu in de haven van Gibraltar ligt.”

Greenpeace is momenteel niet aanwezig in de Barentszzee, maar onderstreept de noodzaak van berging van de onderzeeër. „Gebeurt dat niet, dan willen we op zijn minst dat er wordt gestreefd naar een goede monitoring. En ja, wij willen vooral benadrukken dat dit soort dingen moet worden voorkomen en dat kan alleen door de schepen uit gebruik te nemen.”

Is dat realistisch? Bartels: „Wij vinden dat dat moet gebeuren. Soms is er een aantal rampen voor nodig om de mensheid te laten inzien dat iets gevaarlijk is. Na Tsjernobyl was men ervan doordrongen dat er grote risico's aan kerncentrales kleven. Bij kernreactoren op schepen zijn er daarentegen veel minder veiligheidsmaatregelen en is de kans op ongelukken groter. We hopen dat dit niet de weg is die moet worden bevaren.”

I