Weduwe boer Stevens wil in Zimbabwe blijven wonen
Vermoord vanwege een foute sticker op ruitVan onze buitenlandredactie HARARE In Zimbabwe kan het plakken van een sticker op je auto knap gevaarlijk zijn. Toen zij de toedracht van de moord op haar man vernam, besefte de weduwe van boer Stevens vol schrik dat het stukje kleefpapier hem waarschijnlijk het leven heeft gekost. Vermoord om een verkeerde leus op de ruit, waarschijnlijk door een man die hem dank was verschuldigd. Vijf doden tot nu toe de eerste bloedige vruchten van Robert Mugabes arbeid zijn geoogst. Verslaggever Daniel Mcgrory bericht voor de Britse krant The Times over een land waar de president het zaad van de haat kwistig heeft uitgestrooid. Toen Stevens afgelopen vrijdag even met de auto van zijn vrouw Maria naar een politieke bijeenkomst ging, vergat hij de proteststicker tegen Mugabe te verwijderen. Een fout die in Zimbabwe zwaar wordt beboet. Een paar uur later was de boer dood. Just say No, stond op die sticker, vertelt de weduwe. Het was een oproep nee te stemmen in het referendum dat Mugabe onlangs verloor. Ik was 'm alweer vergeten. Maar ik kan de gedachte niet uitstaan dat dit aan de dood van mijn man heeft bijgedragen. Ze is er zeker van dat de dader uit persoonlijke wraakmotieven heeft gehandeld, hoewel de bewuste sticker de aanleiding vormde tot de moord. We weten wie hij is. We waren goed voor hem. We hielpen hem vaak, maar hij stelde ons keer op keer zwaar teleur, zodat David hem zei dat hij van de boerderij moest vertrekken. Met roodomrande ogen van het huilen vertelt Maria hoe zij en haar man met elkaar hadden besproken of ze het land zouden verlaten. Dat was enkele uren voordat een bende zogeheten veteranen uit de guerrillaoorlog van eind jaren zeventig tegen de blanke regering van Ian Smith hem ophaalde en om het leven bracht. Terwijl ze haar blik over de tweeling laat glijden, zondag net twee jaar oud geworden, vervolgt ze: Een paar dagen tevoren waren we gewaarschuwd. We stonden boven aan de zwarte lijst. Een van haar zoontjes klimt op haar knie. Pappa, pappa, roept het jongetje. Sebastian en Warren zijn nog te jong om het te begrijpen. Ze willen hun vader opbellen, zegt Maria. David zag zichzelf nooit als een held. We keuvelden over waar we naartoe zouden moeten gaan, maar we besloten dat dit ons land is, het land van onze kinderen, en dat de onrust wel weer zou overwaaien. Kennelijk waren we naïef, we wisten niet hoe gevaarlijk het was. David was niet het soort man dat bleef om de held uit te hangen. Zo was hij niet. Teruggaan naar hun Arizona-boerderij durft de 35-jarige Stevens niet. Hun levenswerk is geplunderd en uitgebrand. Ze is zelfs bevreesd dat de begrafenis tot nog meer geweld kan leiden. Koekje David zou er niemand anders voor overhebben om voor veranderingen in dit land te sterven. Fluisterend, opdat Marc van vijftien en de dertienjarige Brenda haar niet kunnen horen, spreekt ze bitter over de lafaard die haar man van achteren door het hoofd schoot. Het is niet goed te haten. David en ik hebben ze dat voorgehouden, maar ik haat wat deze mannen hebben gedaan. Ik wil niet zoveel haat voelen, want het lost niets op. Ik blijf niet wonen in een land waarvan ik de mensen haat. Rond het op anderhalf uur rijden van Harare gelegen Murewa, waar zij woonden, stond David Stevens bekend als toegewijd aanhanger van de belangrijkste oppositiegroep, de Beweging voor democratische verandering. Maar Maria benadrukt dat ze haar man niet in de rol van politiek martelaar wil duwen, als postume held van degenen die zijn gekant tegen de plannen van president Mugabe met hun geadopteerde vaderland. Waar ze wel op hoopt, is gerechtigheid. Aan de plechtige belofte van de politie dat ze de moordenaar van haar man zal opsporen, hecht ze desondanks weinig waarde. Evenmin als haar buren die ook van hun boerderijen zijn gevlucht geloven dat ze spoedig weer naar huis kunnen gaan. Door de anarchie van afgelopen week in Murewa zal het nog weken, zelfs maanden duren voordat de familie Stevens en andere gezinnen zelfs maar durven te denken over het hervatten van hun normale leven. Bij vrienden gehuisvest in het stadje Marondera zijn ze vluchtelingen in eigen land, bevreesd dat de rest van de wereld zich over hen geen zorgen maakt. Misschien waren we een beetje roekeloos in ons vertrouwen. We kregen inlichtingen van informanten in de regio. Toen iemand zei dat we op de zwarte lijst stonden, namen we het amper serieus, want David deed nooit iemand wat. Hij stond voor datgene waarin hij geloofde, en dat moeten wij ook doen. Als de kleintjes zullen vragen wat voor man hun vader was, zal ik ze vertellen dat hij een held was. Want hij was een goede, vriendelijke man. Weer glijdt haar blik af naar de twee kleintjes, die ruziemaken over een chocoladekoekje. Ze probeert haar gedachten te ordenen. Na de begrafenis wil ze met de twee oudsten beslissen wat te doen. Ik weet niet in wat voor staat de boerderij is, en of we kunnen teruggaan. Als er geen verandering ten goede komt, moeten we erover nadenken te verhuizen. Doelloos Tegen Britse verslaggevers vertelt Helena Rose, een buurvrouw van Stevens, dat de 'veteranen' de omgeving nog steeds onveilig maken. We verlangen er bijzonder naar ons werk op de boerderij weer op te pakken. Onze mensen de arbeiders zijn bezorgd over ons, maar we hebben veiligheidsgaranties nodig. We willen niet terug naar een toestand waarin nog meer mensen gewond kunnen raken. De toestand is gespannen, maar de rust zal weerkeren. De bende die Stevens heeft aangevallen behoort tot de minderheid, meent ook Peter Robart-Morgan. Maar deze kleine minderheid houdt de gemeenschap wel in een verschrikkelijke terroristische greep. De zestigjarige boer van Craigie Lea zit zich te verbijten in Marondera, waar hij in colonne met zijn gezin en een paar andere boerengezinnen naartoe is getrokken, toen het te onveilig werd. Luister, ik houd van Zimbabwe. Ik houd van de mensen op mijn boerderij. (Op de boerderij leven tachtig gezinnen, Robart-Morgan heeft voor hen een school gebouwd.) Dit is mijn thuis, hier ben ik geboren, en ik ben niet van plan weg te gaan. Een kleine groep veteranen houdt een afgelegen deel van de boerderij van zijn zoon bezet. Ze lopen doelloos rond en zitten bij een meer te vissen. Ze willen ons intimideren. Maar hoe koeler wij het hoofd houden, hoe beter. Ik heb ze uitgenodigd in mijn huis, we hebben thee gedronken en zaken besproken. We hebben ons vriendelijk tegenover elkaar opgesteld. |