Buitenland 1 maart 2000

Strijd tegen rebellen nog niet voorbij

Rusland meldt inname
laatste grote bolwerk

Van onze buitenlandredactie
STARYJE ATAGI – Na wekenlange beschietingen hebben de Russische strijdkrachten gisteren het laatste grote bolwerk van de Tsjetsjeense rebellen in het zuiden van Tsjetsjenië, Sjatoj, bestormd en ingenomen.

Generaal Gennadi Trosjev, een van de Russische bevelhebbers in Tsjetsjenië, zei dat de val van Sjatoj het einde betekent van het grootscheepse militaire offensief in Tsjetsjenië. „Sjatoj is het laatste bevolkingspunt, een regionaal centrum, samen met negen omliggende nederzettingen. Vandaag is het volledig in handen van onze strijdkrachten. Dat betekent dat de bandietenformaties zijn verslagen.”

De Russische interim-president, Poetin, toonde zich tevreden met het behaalde succes, zei minister van Defensie Sergejev. Trosjev kondigde aan zijn mannen versneld uit de opstandige republiek te willen terugtrekken. Van de 93.000 soldaten in Tsjetsjenië zullen er 25.000 achterblijven.

Russische soldaten plantten een vlag op een televisietoren in Sjatoj, een van de weinige onbeschadigde gebouwen die er nog staan. In het centrum van het dorp stapelden soldaten granaatwerpers, antitankgeweren en andere wapens die door de rebellen waren achtergelaten op een grote hoop. In het Russische legerkamp in Stariye Atagi, 20 kilometer ten noorden van Sjatoj, schoten de soldaten in de lucht en dronken ze op het naderende einde van de strijd.

Volgens Trosjev zullen de strijdkrachten nog zo'n drie weken nodig hebben om de rebellen op te sporen die uit Sjatoj hebben weten te ontsnappen. Ook zullen de Russische strijdkrachten nog geruime tijd invallen in Tsjetsjeense dorpen moeten doen om ervoor te zorgen dat de rebellen geen nieuwe bastions creëren, zei hij.

Verschanst
De optimistische conclusies van Trosjev werden echter niet gedeeld door de Russische officieren te velde. Zij meldden dat er in het berggebied rond Sjatoj nog fel gevochten werd. De meesten van de mogelijk 4000 rebellen die in Sjatoj verschanst zaten, hebben kans gezien te ontsnappen en zullen zich naar verwachting hergroeperen voor een tegenaanval.

Ook bij de toegang tot de Argoen-kloof leverden rebellen strijd met Russische strijdkrachten. De laatsten hebben volgens hun bevelhebbers de dorpen Doeba-Joert, Dachoe-Barzoj en Tsjisjki omsingeld. De felste strijd echter woedde verder naar het zuiden, bij de dorpen Oeloes-Kert, Zony en Kordon. Een AP-verslaggever in het gebied zei dat de dorpen 's nachts onafgebroken onder vuur waren genomen en dat geen huis ongeschonden is gebleven. Vluchtelingen meldden dat vorige week donderdag 25 burgers bij Zony zijn gedood toen zij probeerden via een door het leger opengestelde „veilige corridor” aan het geweld te ontkomen.

Rebellencommandant Said Magomet vertelde dat ongeveer 300 rebellen gisterochtend vroeg de bergen hebben verlaten om dorpen in de buurt van Oeroes-Martan aan te vallen, die op vlak terrein liggen. „Er zijn nu te veel van onze mannen in de bergen, dus zijn we een oorlog op de vlaktes begonnen”, zei de commandant. Hij beweerde ook dat de Tsjetsjeense president, Aslan Maschadov, de rebellen het bevel heeft gegeven naar Grozny op te trekken en daar een grootschalig offensief te beginnen.

De mensenrechtencommissaris van de Raad van Europa, Alvaro Gil-Robles, die maandag een bezoek heeft gebracht aan het platgebombardeerde Grozny, zei dat hij zal blijven aandringen op een onderzoek naar het beschieten van burgers en andere mensenrechtenschendingen in Tsjetsjenië. Hij zei ook dat de Russen hebben ingestemd met de opening, binnen twee weken, van een waarnemersmissie in Goedermes, de op een na grootste stad van Tsjetsjenië.

Gisteren is in Grozny een eerste hulpkonvooi van de UNHCR aangekomen. Vandaag zou worden begonnen met de verspreiding van onder meer voedsel, dekens en zeep.

De Duitse nieuwszender N24 heeft intussen haar correspondent in Moskou, Frank Höfling, op staande voet ontslagen. Höfling heeft volgens de zender, die sinds 24 januari in de lucht is, alle journalistieke normen overtreden door te liegen over opnamen van een massagraf in Tsjetsjenië.

De Duitse correspondent heeft verklaard dat niet hij, maar een Russische journalist van Izvestia de schokkende beelden heeft gemaakt. Höfling heeft de opnamen gekocht en vervolgens ten onrechte de indruk gewekt dat hij zelf ter plaatse is geweest.